Leestip van de dag – zaterdag 1 april 2017

Open jullie harten en de kracht
van God zal de rest doen !

In zijn catechese tijdens de audiëntie van woensdag 29 maart sprak paus Franciscus, in het spoor van Abraham, over de hoop tegen alle hoop in.

Geliefde broers en zussen, goedendag !

De passage uit de brief aan de Romeinen die we net beluisterd hebben, bezorgt ons een groot geschenk. We zijn immers gewoon Abraham te erkennen als onze vader in het geloof. Vandaag helpt de Apostel ons verstaan dat Abraham voor ons vader in de hoop is, niet alleen vader in het geloof, maar vader in de hoop. En dat omwille van het feit dat wij in zijn lotgevallen al een aankondiging van de Verrijzenis kunnen onderkennen, van het nieuwe leven dat het kwaad en de dood zelf overwint.

Abraham straalt de aankondiging van een nieuwe mensheid uit

In de tekst wordt gezegd dat Abraham geloofde in de God die de doden levend maakt en wat niet bestaat in het aanzijn roept (Rom 4,17). En verder wordt nauwkeuriger gezegd: Zijn geloof verflauwde niet, toen hij dacht aan zijn eigen afgeleefd lichaam en aan de dorre schoot van Sara (Rom 4,19). Ziedaar, de ervaring die wij geroepen zijn op onze beurt te beleven.

De God die zich aan Abraham openbaart, is de God die redt,
de God die uit wanhoop en dood doet komen,
de God die tot leven roept.

In het verhaal van Abraham wordt alles een lofzang op God die bevrijdt en vernieuwt, alles wordt profetie. Dat gebeurt voor ons, voor ons die nu, in het mysterie van Pasen, de vervulling van dit alles erkennen en vieren. God heeft immers Jezus onze Heer van de doden opgewekt (Rom 4,24), zodat ook wij in Hem kunnen overgaan van de dood naar het leven. Daarom kan Abraham zich echt als vader van vele volkeren beschouwen, in de mate dat hij de aankondiging uitstraalt van een nieuwe mensheid – wij! – door Christus vrijgekocht van zonde en dood en voor altijd binnengeleid in liefdevolle omhelzing van God.

Hoop tegen alle hoop in

Op dit punt helpt Paulus ons om de enge band tussen geloof en hoop scherp te stellen. Hij zegt dat Abraham geloofde, en standvastig tegen alle hoop in heeft gehoopt (Rom 4,18). Onze hoop steunt niet op redeneringen, vooruitzichten en menselijke zekerheden. Ze komt daar aan het licht waar geen hoop meer is, waar niets meer is om te hopen, precies zoals Abraham overkwam met zijn eigen dood en de onvruchtbaarheid van Sara voor ogen. Voor hen kwam het einde dichterbij. Ze konden geen kinderen krijgen en in die situatie heeft Abraham de hoop gekoesterd tegen alle hoop in. Dat is groot!

De grote hoop wortelt in het geloof, precies daarom is ze in staat
verder te gaan dan iedere hoop. Precies omdat ze niet steunt
op mensenwoord maar op het Woord van God.

Ook op dit punt worden we geroepen het voorbeeld van Abraham te volgen die ten aanzien van een realiteit die duidelijk ten dode was opgeschreven, toch op God vertrouwt door zijn vaste overtuiging dat Hij bij machte is te volvoeren wat Hij heeft toegezegd (Rom 4,21). Ik zou jullie graag een vraag stellen: zijn wij, wij allen, hiervan overtuigd? Zijn we er zeker van dat God ons graag ziet en dat Hij alles wat Hij ons heeft beloofd ook in vervulling zal doen gaan? Maar Padre: hoeveel moeten we voor dit alles wel betalen? Er is maar één prijs: het hart openen.

Opent jullie harten en de kracht van God zal verder werken, ze zal
wonderbaarlijke dingen doen en ze zal jullie leren wat hoop is.
Dat is de enige prijs: het hart openen en Hij zal de rest doen.

De God van de Verrijzenis en het leven

Dat is de schijnbare tegenspraak en tegelijk het sterke en hoogste element van onze hoop! Een hoop die steunt op een belofte die vanuit menselijk oogpunt onzeker en onvoorzienbaar lijkt, maar die niet faalt, zelfs niet voor de dood, want Hij die de belofte doet is de God van de Verrijzenis en van het leven. Niet om het even wie doet deze belofte! Diegene die belooft, is de God van de Verrijzenis en van het leven.

Geliefde broers en zussen laten we vandaag aan de Heer de genade vragen om, als ware kinderen van Abraham, te blijven steunen, niet zozeer op onze zekerheden, op onze bekwaamheden, maar op de hoop die ontspringt aan de belofte van God.

Als God iets belooft, brengt Hij de belofte tot vervulling.
Hij blijft zijn woord gestand.

Op die wijze ontvangt ons leven nieuw licht, vanuit het bewustzijn dat Hij die zijn Zoon heeft opgewekt ook ons echt één zal maken met Hem, samen met al onze broeders in het geloof. Wij allen geloven. Laten wij die hier op het plein zijn de Heer loven, het Onzevader zingen, de zegen ontvangen… Dat gaat voorbij. Maar het is ook een belofte van hoop.

Als wij vandaag het hart openen, zullen we elkaar, ik verzeker het jullie,
terug ontmoeten op het plein van de Hemel, die nooit voorbijgaat.

Dat is de belofte van God en dat is onze hoop, als wij onze harten openstellen. Dankjewel.

Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc

Bron: Kerknet/be