Leestip van de dag – donderdag 12 oktober 2017

Christenen zijn vredebouwers
die risico’s nemen

Paus Franciscus had het in zijn catechese tijdens de audiëntie van woensdag 11 oktober over de waakzame verwachting en wat voor christenen betekent.

Geliefde broers en zussen, goedendag !

Vandaag zou ik willen stilstaan bij het kenmerk van de hoop die de waakzame verwachting wordt genoemd. Het thema van de waakzaamheid is een van de rode draden door het Nieuwe Testament. Jezus leert zijn leerlingen: Houdt uw lenden omgord en de lampen brandend! Gedraagt u als mensen die wachten op de terugkomst van hun heer, die naar de bruiloft is, om als hij aankomt en klopt, hem aanstonds open te doen (Lc 12,35-36). In de tijd na de verrijzenis van Jezus, waarin vredige rust en angstaanjagende momenten elkaar afwisselen, maken christenen het zich niet gemakkelijk. Het Evangelie nodigt uit zich te gedragen als dienaren die niet slapen voordat hun heer is teruggekeerd. Deze wereld vraagt van ons verantwoordelijkheid. Wij nemen die helemaal en met liefde op. Jezus wil dat ons leven actief zou zijn, dat we nooit onze aandacht laten verzwakken om dankbaar en met verwondering elke nieuwe dag die God ons geeft, te aanvaarden.

Elke morgen is een onbeschreven blad
dat de christen vult met goede werken.

Ofschoon we al  gered zijn door de verlossing van Jezus, wachten we nog op de volledige openbaring van zijn heerschappij: wanneer God uiteindelijk alles in allen zal zijn (cf. 1 Kor 15,28). In het geloof van de christenen is niets zo zeker als deze afspraak met de Heer, wanneer Hij zal komen. En wanneer die dag komt, willen wij christenen zijn zoals die dienaren die heel de nacht gewaakt hebben met de lenden omgord en de lampen brandend: men moet klaar zijn voor het heil dat komt, klaar voor de ontmoeting.

Hebben jullie daaraan al gedacht, hoe die ontmoeting
met Jezus zal zijn wanneer Hij terugkeert ?

Het zal een omhelzing zijn, een immense vreugde, een grote vreugde! In verwachting van die ontmoeting moeten wij leven!

Christenen zijn niet gemaakt voor verveling;
op z’n hoogst voor geduld.

Zij weten dat, ook in de eentonigheid van altijd dezelfde dagen, een geheim van genade verscholen ligt. Er zijn mensen die door de volharding van hun liefde een soort waterputten worden die de woestijn bevloeien. Niets gebeurt zinloos, en geen enkele situatie waarin een christen ondergedompeld wordt, is totaal ongevoelig voor liefde. Geen enkele nacht duurt zolang dat men de vreugde van de zonsopgang vergeet.

Als we met Jezus verbonden blijven,
verlamt de koude van de moeilijke momenten ons niet.

Al zou heel de wereld tegen de hoop spreken, zelfs al zou men zeggen dat de toekomst alleen maar donkere wolken zal brengen, dan nog weet de christen dat in diezelfde toekomst de terugkeer van Christus zal gebeuren. Niemand weet wanneer dit zal gebeuren, maar de gedachte dat aan het einde van onze geschiedenis de barmhartige Jezus staat, volstaat om vertrouwen te koesteren en het leven niet te vervloeken. Alles wordt gered. Alles. We zullen lijden, er zullen ogenblikken zijn die kwaad maken en verontwaardiging oproepen, maar de zoete en krachtige herinnering aan Christus zal de bekoring verdrijven te denken dat dit leven een vergissing is.

De toekomst is een permanente zorg van Gods voorzienigheid

Na onze kennismaking met Jezus kunnen we niet anders doen dan met vertrouwen en hoop onze geschiedenis onderzoeken. Jezus is als een huis. Wij zijn binnen en vanuit de vensters van dat huis kijken we naar de wereld. We zijn niet in onszelf opgesloten, wij treuren niet vol heimwee over een verleden dat zogezegd van goud is. We kijken altijd vooruit naar een toekomst die niet alleen het resultaat is van onze handen, maar die op de eerste plaats een voortdurende zorg is van de voorzienigheid van God.

Alles wat ondoorzichtig is
wordt eens licht.

God ontgoochelt nooit

En laten we bedenken dat God zichzelf niet tegenspreekt. Nooit. God ontgoochelt nooit. Zijn wil over ons is niet mistig, maar een goed afgelijnd project van verlossing: God, onze heiland, wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen (1 Tim 2,4). Daarom leveren ons niet met zwartgalligheid over aan het voorbijgaan der gebeurtenissen, als ware de geschiedenis een trein waarover men de controle verloren is.

Berusting
is geen christelijke deugd.

Evenmin christelijk is het de schouders op te halen of het hoofd te buigen voor een lot dat ons onafwendbaar lijkt.

Wie hoopt schenkt, is nooit meegaand

Wie de wereld hoop schenkt, is nooit een meegaand iemand. Jezus roept ons op Hem niet werkeloos te verwachten: Gelukkig de dienaars, die de heer bij zijn komst wakende zal vinden. (Lc 12,37) Elke vredeswerker zal vaststellen dat zijn persoonlijke vrede opgeofferd werd door de problemen van anderen op zich te nemen.

Wie meegaand is, is geen vredeswerker maar een luiaard,
iemand die gerust gelaten wil worden.

Een christen is vredeswerker wanneer hij zich waagt, wanneer hij de moed heeft zich te wagen om het goede te bereiken dat Jezus ons heeft geschonken, ons geschonken heeft als een schat.

Marana tha!

Elke dag van ons leven herhalen we de aanroeping die de eerste leerlingen in hun Aramese taal uitdrukten met de woorden Marana tha en die we als laatste vers van de Bijbel aantreffen: Kom, Heer Jezus! (Apk 22,20) Dat is het refrein van elk christelijk leven: in onze wereld hebben niet anders nodig dan een liefkozing van Christus. Het is een genade, in het gebed, op de moeilijke dagen van het leven, zijn stem te vernemen die antwoordt en ons verzekert: Ja, Ik kom spoedig (Apk 22,7).

Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc

Bron: Kerknet.be