Leestip van de dag – woensdag 23 mei 2018

‘Zonder stem zou ik een ander mens zijn geworden’

Een banale kwaal geeft je soms de kans om de wereld vanuit een nieuw perspectief te bekijken.

Een verkoudheid is op mijn stem geslagen. Ik ben hees, meer nog: ik ben nauwelijks verstaanbaar. Niet zo erg voor iemand die vooral moet schrijven, zou je denken. Dat klopt natuurlijk. Maar toch loop ik geregeld vast. Als ik wil bellen om iets te regelen, probeer ik alles zo kort mogelijk te formuleren. Ik vind het vervelend als mijn gesprekspartner me om meer uitleg vraagt.

Tot nuanceren
ben ik vandaag niet in staat.

Op een vergadering kan ik mijn standpunten en interventies enkel aan mijn buurvrouw influisteren, die ze al dan niet in de groep gooit. Die extra tussenstap werkt storend. Ik voel me gehandicapt omdat ik me moet beperken tot het belangrijkste, bij alles wat ik wil zeggen. Ik kan daarentegen wel beter luisteren, omdat ik het wel uit mijn hoofd laat om mensen te onderbreken met mijn nieuwe bedeesde stemmetje.

Toen ik nog lesgaf, overkwam het mij af en toe ook dat ik geen stem had. Het was dan telkens ontroerend en hartverwarmend hoe de hele klas van de weeromstuit mee begon te fluisteren. Ook al verzekerde ik hen dat zij gewoon mochten blijven praten, het was sterker dan henzelf. Uit pure solidariteit ging zo’n hele klas stoere tieners dan attent zitten fluisteren met mij. Toch minstens het eerste kwartier van de les.

Mensen worden
stiller als je fluistert.

Ze proberen te helpen door alvast te formuleren wat ze denken dat ik wil zeggen, maar dat klopt heel vaak niet. Maar het gesprek verloopt dankzij mijn tijdelijke handicap wel aandachtiger, behoedzamer, misschien zelfs respectvoller.

Nabijheid wordt belangrijker dan ooit. Waar mijn man en ik elkaar meestal allerlei zinnen toeroepen vanuit verschillende hoeken van ons huis, terwijl we andere dingen doen, lukt dat nu niet meer. Als hij iets vraagt, moet ik echt naar hem toe gaan om te kunnen antwoorden. Ik verlies er tijd mee, ik erger me eraan, maar ik win er ook rust en direct contact mee. Gelukkig hoef ik deze week geen lezing te geven, want dat zou echt een probleem zijn geweest.

Als ik altijd zo weinig stem zou hebben,
zou ik een ander mens zijn geworden.

Geduldiger wellicht. Zachter ook, in alle opzichten. Met meer oog voor wat andere mensen tegenhoudt om iets te zeggen. Met meer aanvaarding ook: dat de meeste mensen op dit vlak beter gewapend zijn dan ik. Allemaal dingen die eigenlijk altijd van pas komen.

Sinds gisteren is ook mijn man stemloos. Het is hier nu heel rustig in huis. Samen fluisteren we ons een weg door het leven. Roepen, hard lachen, gillen van plezier, het is er even niet meer bij.

Ook al kan ik op dit moment zeker niet zingen, toch speelt er voortdurend een regel uit een liedje in mijn hoofd: Voor kleine mensen is hij bereikbaar, hij geeft hoop aan rechtelozen. Huub Oosterhuis over God. En ik denk: God geeft vast ook woorden aan stemloze mensen. Zoals de Geest alle mensen elkaar liet verstaan op Pinksteren.

Het volume is tenslotte niet het belangrijkste aan wat er gezegd wordt.

Kolet Janssen

Bron: Kerknet.be