Lezingen van de dag – dinsdag 19 september 2017

dinsdag in week 24 door het jaar


Uit de eerste brief van Paulus aan Timoteüs 3, 1-13

Paulus geeft hier aan zijn vriend Timoteüs een korte samenvatting van de eisen die moeten gesteld worden aan de leiders van de gemeenschap en aan de diakens. Het is belangrijk dat het betrouwbare mannen zijn, zowel in hun eigen gezin, als in hun dienstbetoon.

Dierbare,
het is een waar woord: als iemand opziener wil worden, is dat een eerzaam streven. Een opziener moet onberispelijk zijn. Hij kan slechts de man van één vrouw zijn en hij moet sober, bezonnen, gematigd, gastvrij en een goede leraar zijn. Hij mag niet te veel drinken of driftig zijn, maar hij moet vredelievend en vriendelijk zijn, en niet geldzuchtig. Hij moet zijn huisgezin goed leiden en op een waardige manier gezag over zijn kinderen uitoefenen. Als iemand geen leiding kan geven aan zijn huisgezin, hoe zou hij dan voor de gemeente van God kunnen zorgen? Hij mag ook niet iemand zijn die net bekeerd is; anders raakt hij verblind en valt hij ten prooi aan de duivel. Verder moet hij buiten de gemeente een goede reputatie hebben, zodat hij niet in opspraak komt en door de duivel wordt gestrikt.
Ook een diaken moet zich waardig gedragen. Hij moet oprecht zijn, mag niet overmatig veel wijn drinken en niet hebzuchtig zijn; hij moet vasthouden aan het mysterie van het geloof, met een zuiver geweten. Ook hij moet eerst op zijn geschiktheid worden getoetst; pas daarna, als blijkt dat hij een onberispelijk mens is, kan hij zijn dienst verrichten.
Dit geldt ook voor de vrouwen: ook zij moeten zich waardig gedragen, ze mogen niet kwaadspreken en moeten sober en in alles betrouwbaar zijn.
Een diaken mag maar één vrouw hebben en moet goed leiding geven aan zijn kinderen en zijn huisgenoten.
Degenen die hun dienst goed verrichten, verwerven aanzien en kunnen door hun geloof in Christus Jezus vrijuit spreken.

 

Psalm 101, 1-3ab + 5-6

Refr.: Ik wil zingen over trouw en recht.

Ik wil zingen over trouw en recht
in een lied voor U, o Heer,
nadenken over de volmaakte weg;
wanneer zult U bij mij komen ?

Ik handel met een zuiver hart,
ook in mijn paleis,
niets staat mij voor ogen wat boosaardig is.

Wie heimelijk een vriend belastert,
leg ik het zwijgen op,
een trotse blik, een aanmatigend hart
verdraag ik niet.

Mijn oog zoekt de getrouwen in het land,
met hen wil ik mijn woning delen.
Wie de volmaakte weg bewandelt,
mag mij dienen.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 7, 11-17

God is geen God van doden, maar van levenden. De weduwe van Naïn heeft haar enige zoon verloren. Jezus heeft medelijden met haar. Zoals aangekondigd door Jesaja, zal de Messias zieken genezen, doven doen horen, kreupelen doen gaan, en doden ten leven wekken. Door het leven terug te schenken aan de jongeling werd het de omstaanders duidelijk dat een grote profeet onder hen was opgestaan.

Jezus ging naar een stad die Naïn heet, en zijn leerlingen en een grote menigte gingen met Hem mee.
Toen Hij de poort van de stad naderde, werd er net een dode naar buiten gedragen, de enige zoon van een weduwe. Een groot aantal mensen vergezelde haar.
Toen de Heer haar zag, werd Hij door medelijden bewogen en zei tegen haar: ‘Weeklaag niet meer.’
Hij kwam dichterbij, raakte de lijkbaar aan – de dragers bleven stilstaan – en zei: ‘Jongeman, Ik zeg je: sta op!’
De dode richtte zich op en begon te spreken, en Jezus gaf hem terug aan zijn moeder.
Allen werden vervuld van ontzag en loofden God met de woorden: ‘Een groot profeet is onder ons opgestaan’, en: ‘God heeft zich om zijn volk bekommerd!’
Het nieuws over Hem verspreidde zich in heel Judea en in de wijde omtrek.

 

Van Woord naar leven

De Heer werd door medelijden bewogen ... zo lezen we in het evangelie van vandaag.Medelijden is een zeer sterke vorm van liefhebben. Mede-lijden gaat dan ook zeer diep. Het is meer dan iemands lijden zien, meer dan er zomaar aandacht voor hebben, het is ook meer dan op die moment een luisterend oor hebben. Al deze dingen zijn op zich mooi en edel, maar echt mede-lijden is nog iets anders. Het is je zo inleven in de ander dat je zijn lijden ten diepste mee draagt.Blij zijn met hen die blij zijn is niet zo moeilijk ... Delen in iemands vreugde heeft iets feestelijks, het heeft iets van een gezamenlijke innerlijke zang, het geeft samenhorigheid, een diep gevoel van gemeenschap. Da’s mooi, goed ook om koesterend mee op te gaan. Maar wenen met hen die wenen ... dat is ook mooi. Dat vraagt waarachtige empathie, de ander belangrijk achten, hem ten diepste dragen als je broeder of zuster. Het is bereid zijn met de lijdende mee te gaan in de meest diepe en religieuze betekenis van het woord. En niet zomaar even, maar lange tijd als het moet.Jezus zelf is ons grote voorbeeld wat mede-lijden betreft. Kijk naar de weg die Hij gegaan is op Calvarie. Kijk naar zijn lijden en sterven. Tijdens zijn kruisweg en in zijn sterven is Hij de van God vervreemde mens tegemoet gekomen. Zoals je weet bidden we in de geloofsbelijdenis dat Jezus nedergedaald is ter helle. Tot op die plaats, waar het lijden zijn toppunt bereikt - namelijk de ervaring totaal vervreemd te zijn van God -, is Hij afgedaald, om wat nog leeft op te tillen, te doen opstaan, samen met Hem op Paasmorgen.'God, waarom hebt Ge mij verlaten...' heeft Hij inderdaad ten diepste beleefd. God had Hem niet verlaten, maar Jezus heeft dit wel zo beleefd. Het was niet zomaar een citaat uit een psalm die Hij aanhaalde. Het was in zijn beleving op die moment realiteit. Dit moest zo, juist om de meest van God vervreemde mensen te kunnen optillen. De hel is de plek waar God niet is, waar Hij vreemd is. Daar zijn zij die ontworteld zijn van hun diepste bestaan, namelijk hun leven in God. Daar wordt dus geleden. Deze mensen is Jezus tegemoet getreden ... Over mede-lijden gesproken.Wij, in ons dagelijks leven, zijn geroepen om de lijdende mens zo tegemoet te treden dat hij voelt en ervaart dat hij er niet alleen voor staat, dat er mensen zijn die bereid zijn het lijden mee te dragen. In dit 'dragen' openbaart zich een schone liefde, de liefde van Jezus voor ieder van ons. In het mede-lijden openbaart Jezus zichzelf.Moeder Theresa mag in al haar leven dan geen grootse projecten hebben opgezet (hoewel …), zij heeft getoond wat mede-lijden kan betekenen. Zij heeft het beleefd, en getoond. De Leestip van vandaag gaat daar dieper op in.Laten we ons geven aan Jezus, opdat Hij door ons, met ons en in ons, de ander in zijn lijden tegemoet kan treden; wij mét de Heer, Hij mét ons. Dat dit een gebeuren mag zijn vol van genade.Kerk zijn is niet enkel gemeenschap belijden, het is ook gemeenschap zijn, ook ver buiten de muren van de ‘Kerk’.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, uit mede-lijden bewogen troostte Gij de weduwe, en deed haar zoon weer opstaan uit de dood. Geef dat wij mogen leren van uw mede-lijden met anderen. Trek ons in het licht van uw Liefde, en schenk ons de genade van een werkelijke empathie voor ieder die lijdt. Wees dan mét ons, opdat wij vanuit uw aanwezigheid mogen troosten en leven schenken. Groeiend in U. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.