Lezingen van de dag – dinsdag 24 april 2018

dinsdag in de 4e paasweek


Uit de Handelingen van de Apostelen 11, 19-26

Moet het christelijk levensideaal gepredikt worden alleen voor de Joden of ook voor de Grieken en andere volkeren? Gods genade werkt echter verder dan deze vraagstelling. Uit een moeilijke periode in de Kerk groeit soms een vurige christelijke gemeenschap en geloofshouding.

De leerlingen die verdreven waren als gevolg van de onderdrukking die na de dood van Stefanus was begonnen, trokken naar Fenicië, Cyprus en Antiochië, maar verkondigden Gods boodschap uitsluitend aan de Joden.
Enkele Cyprioten en Cyreneeërs onder hen, die naar Antiochië waren gereisd, maakten daar echter ook de Griekse bevolking bekend met het evangelie van de Heer Jezus.
De Heer steunde hen bij deze taak, zodat veel mensen overgingen tot het geloof in de Heer.
Het nieuws over hun optreden bereikte de gemeente in Jeruzalem, waar men besloot Barnabas naar Antiochië te zenden.
Toen hij daar was aangekomen en zag wat God in zijn goedgunstigheid had bewerkt, verheugde hij zich en spoorde hij iedereen aan om standvastig te zijn en trouw te blijven aan de Heer.
Hij was een voortreffelijk en diepgelovig man, die vervuld was van de heilige Geest.
Een groot aantal mensen werd voor de Heer gewonnen.
Hierna vertrok Barnabas naar Tarsus om Saulus te zoeken, en toen hij hem gevonden had, nam hij hem mee naar Antiochië.
Een heel jaar lang kwamen ze met de gemeente daar bijeen en gaven ze onderricht aan tal van mensen.
Het was in Antiochië dat de leerlingen voor het eerst christenen werden genoemd.

 

Psalm 87, 1-7

Refr.: Loof nu de Heer, alle naties der aarde.

Boven alle steden van Jakob
heeft de Heer de poorten van Sion lief,
zijn vesting op de heilige bergen.
Van u wordt met lof gesproken,
stad van God.

Ik noem Rahab en Babel mijn getrouwen.
Filistea, Tyrus en Nubië zijn allen hier geboren.
Met recht kan men van Sion zeggen:
Welk volk ook, het is hier geboren,
de Allerhoogste houdt Sion in stand.

Bij de namen van de volken schrijft de Heer:
Dit volk is hier geboren.
En dansend zingen zij:
Mijn bronnen zijn alleen in U.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 10, 22-30

Christen-zijn, Christus volgen, kan men alleen in geloof, in overgave aan de levende Heer. Wij moeten kiezen tussen echt geloof en schijngeloof. Geloven in het eeuwig leven betekent, dat eeuwig leven hier op aarde reeds beginnen te leven, of anders gezegd: nu reeds leven in de Heer.
In dit evangelie wordt ook uitdrukkelijk gezegd dat christendom niet alleen medemenselijkheid is, maar ook medegoddelijkheid.

In Jeruzalem werd het feest van de Tempelwijding gevierd; het was winter.
Jezus liep in de tempel, in de zuilengang van Salomo. Daar kwamen de Joden om Hem heen staan, en ze vroegen hem: ‘Hoe lang houdt U ons nog in het onzekere? Als U de messias bent, zeg het ons dan ronduit.’
Jezus antwoordde: ‘Dat heb Ik u al gezegd, maar u gelooft het niet. Wat Ik namens mijn Vader doe getuigt over mij, maar u wilt me niet geloven, omdat u niet bij mijn schapen hoort. Mijn schapen luisteren naar mijn stem, Ik ken ze en zij volgen mij. Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, en de Vader en Ik zijn één.’

Van Woord naar leven

Jezus zegt ons vandaag: 'Mijn schapen luisteren naar mijn stem, Ik ken ze en zij volgen mij.'De herder roept en blijft roepen. Ook al zal de roep van de Heer niet op alle momenten van het leven even duidelijk of expliciet zijn, Hij blijft roepen. Zo wat alles kan Hij gebruiken om ons ‘aan te spreken’: de stilte in ons gebed, heilige teksten, ontmoetingen, kunst, natuur, momenten van vrede en vreugde, berouw, stormen, woestijnervaringen, eenzaamheid, ziekte, sterven,... in alles kan zijn stem weerklinken: 'Kom, en volg mij'.Bedoeling is dat we gevoelig worden voor Gods ‘spreken’. Dit vraagt om waakzaamheid; een innerlijke alertheid om de stem van God gewaar te worden.Allemaal goed en wel, maar de vraag die zich hier dan aandient is: hoe kom ik tot de waakzaamheid die me zal helpen Gods stem klaar te horen ?Wel, ik denk dat we dit eenvoudigweg mogen vragen. Gods stem mogen horen is genade, en we mogen daarom vragen. Heel eenvoudig, maar in diep geloof, in overgave dus aan Christus. Dit laatste niet enkel belijdend met onze lippen, maar werkelijk als act van het hart. Het is in de mate dat we ons ‘geven’ aan de Heer, dat onze eenheid met Hem steeds inniger zal worden, en het beluisteren van zijn stem steeds klaarder zal zijn.Gebed dus. Ja, gebed op de eerste plaats. ’s Ochtens, het eerste van de dag: gebed. Hoe dat gebed eruit moet zien is van minder belang. Als we ons maar in alle eerlijkheid en diep geloof naar God richten, Hem welkom heten, zonder al te veel woorden, maar je gevend aan Hem, drinkend van zijn hart, je toevertrouwend aan zijn aanwezigheid in de persoon van Christus.Zonder iemand te willen aanspreken, weet ik, net zoals u dat waarschijnlijk ook weet, dat heel veel mensen niet (meer) bidden. Als er al gebeden wordt, beperkt het zich dikwijls tot een soort schietgebedjes. Niet aan mij om te oordelen over wie of wat dan ook. En toch mogen we elkaar stimuleren ons dagelijks gebedsleven te verzorgen. We kunnen nooit genoeg het belang hiervan inzien.Het gebed van het hart helpt ons de Heer gewaar te worden in ons leven en de momenten te ‘zien’ waar Hij ‘roept’.En laten we er ons van bewust zijn dat we deze weg niet alleen te bewandelen hebben. De Kerk is een biddende gemeenschap. Dag en nacht wordt er gebeden in de wereld, altijd is het gebed wel ergens bezig, zowel door monialen, religieuzen als leken. Dit gebed van de Kerk is in wezen van niemand. Het wordt door ons, mensen, verricht, maar in wezen is dit het gebed van Christus. Wij mogen deelgenoot zijn van Jezus’ bidden. Wij mogen ons neerleggen, als het ware, in het gebed van de Heer. Natuurlijk vraagt dit een act van de mens, een engagement, een zekere discipline, maar in wezen voegen we ons bij het gebed van Christus.Dus lukt het even niet … geen nood. Wees niet te hard voor jezelf, geef niet te snel op, ga rustig in de dorheid staan, en loop er niet te snel van weg. Het gebed gaat verder … ook al heb voor jezelf het gevoel dat je er niet veel van bakt. De Kerk bidt voor u.Tracht je toe te vertrouwen aan dit gebed van de Kerk, tracht er deelgenoot van te worden, en vraag heel persoonlijk, eenvoudig en echt, dat Jezus laat weten waar Hij u roept.Weet dat jij zijn schaap bent dat Hij maar al te graag roept bij zijn naam. Weet dat Hij niet ophoudt u op te zoeken, bereid als het nodig is u op zijn schouders te leggen om je te brengen in Zichzelf.Moge het zachte waaien van de Geest ons steeds dieper leiden in de innigheid van het gebed.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, maak ons gevoelig voor uw stem. Dat we haar mogen horen in het gebed, in ontmoetingen met mensen, in de natuur, tussen de kookpotten. Geef dat we uw stem koesterend mogen beminnen opdat ons ja-woord op uw roep ons tot die mensen mag maken die God voor ons droomt. Ja Heer, trek ons in uw liefde. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.