Leestip van de dag – donderdag 15 juni 2017

Me leren afstemmen op mensen maakt me een mooier mens

Het grote leven, de vragen, de pijn: ze houden Goedele Van Edom, ziekenhuispastor, al van jongs af bezig. Lees het Klapstoelinterview van deze week verschenen in Kerk en Leven.

Een copromotor die vond dat haar doctoraal onderzoek niet in de kast mocht belanden, spoorde Goedele Van Edom aan een boek te schrijven over doodsangst bij kanker. Met haar tweede boek, Zolang ik nog leef, biedt de theologe steun aan mensen die levensbedreigend ziek zijn en een mooie herinnering willen nalaten.

Een klein bureau op de hoogste verdieping van het Imeldaziekenhuis in Bonheiden, meer heeft een pastor niet nodig. Haar plek vindt Van Edom immers tussen de mensen. Tussen hen die een snoeiharde diagnose te verwerken krijgen en voor hen die achterblijven. Patiënten zelf reikten me het thema voor mijn boek aan. In hun vrees voor het levenseinde leeft de angst te worden vergeten. Ze willen graag iets van zichzelf nalaten aan hun geliefden, maar weten niet altijd hoe.

Vanwaar uw belangstelling als jonge vrouw voor dit toch wel moeilijke thema?

Goedele Van Edom • Het grote leven, de vragen, de pijn – ze houden me van jongs af bezig. Vandaar ook mijn studies theologie en religiewetenschappen. Als kind en jongere namen mijn ouders me mee naar het sterfbed van een neef en tante. Zo leerde ik geleidelijk aan om het nare niet weg te duwen en zonder angst naast een stervende te staan.

Groeide het boek uit uw pastorale ervaring?

Goedele Van Edom • Bij de diagnose van een ongeneeslijke kanker wordt het levenseinde plotseling concreet. In mijn boek Bang voor kanker onderzocht ik de talrijke vormen van doodsangst en reikte ik handvatten aan om met die angst om te gaan.

In de praktijk merk ik dat mensen vaak in eenzaamheid
worstelen met hun angsten en een gesprek
met hun naasten moeilijk is.

In de vormingen die ik daarover geef, spreekt vooral het thema Herinneringen nalaten mensen aan. In mijn boek vertel ik hoe ieder dat op zijn eigen manier kan doen en wat het belang daarvan is voor de patiënt en zijn naaste. Hoewel ik het geloof niet uitdrukkelijk vernoem in mijn boek, vormt de verrijzenisgedachte de kern. Wat je betekende voor de ander en welke waarden je voorleefde, het leeft voort bij wie je dierbaar is. Blijf dit doen om mij te gedenken, zeggen we in de eucharistie. Dat her-inneren – de ander zo in je innerlijke oproepen dat je die aanwezig weet – staat ook centraal in het boek.

Gaat uw boek dan vooral over ‘leven’?

Goedele Van Edom • Patiënten vragen me niet Leer me sterven, maar Leer me tot het einde toe leven. Dat is precies waarop dit boek een antwoord biedt. Het gaat erom een evenwicht te vinden tussen enerzijds de dood onder ogen durven te zien en anderzijds zo veel mogelijk uit het leven halen wat erin zit door in het hier en nu te leven. Dat is een hele uitdaging. Al merk ik dat mensen daar gaandeweg haast vanzelf toe komen. Het leven kan intenser worden als het wordt begrensd.

Blijkbaar hecht u veel waarde aan verbondenheid en verzoening. Klopt dat?

Goedele Van Edom • Niemand wil vergeten worden. Niemand wil voor niets geleefd hebben. Niemand wil zijn geliefde in leegte achterlaten. Dat verlangen naar blijvende verbondenheid leeft ook bij nabestaanden en sluit aan bij recente rouwvisies.

Daarin heeft rouw niet zozeer te maken met loslaten,
maar veeleer met anders leren vasthouden,
niet langer in de werkelijkheid, maar in de herinnering.

Daarom is het ook belangrijk om nog wezenlijke dingen tegen elkaar te zeggen: Dank je, Ik zie je graag, Het spijt me en Ik vergeef je. Dat geeft gemoedsrust.

Wat raakt u in de omgang met ongeneeslijk zieke mensen?

Goedele Van Edom • Hun authenticiteit. Wie ziek wordt, verliest niet enkel gezondheid, maar ook zijn baan, hobby’s en sociale contacten. Een patiënte zei: Ik vergelijk mezelf soms met een ui, waarvan de laagjes afgepeld worden. Je komt dichter bij je kwetsbaarheid, je emoties, je kern. En dat durf je ook meer te laten zien.

Mensen komen uit bij de essentie van het leven: diepe verbondenheid, liefde. Dat ik daar getuige van mag zijn, dwingt verwondering en respect af. Je betreedt er de heilige grond van mensen. Het maakt me een mooier mens omdat het waarden zoals aandachtigheid, betrokkenheid, mededogen en menswaardigheid in me wakker maakt.

Vindt geloof een plek in dat verhaal?

Goedele Van Edom • Sommige mensen vinden houvast in hun geloof. Anderen twijfelen soms en dat mag.

Ook in Bijbelverhalen zit vaak twijfel, gevoelens van
Godverlatenheid, waaromvragen of boosheid op God.

Achter al die gevoelens schuilt vaak pijn en onmacht om verlies. Het hoort bij het mens-zijn. Het mag er zijn.

Waar haalt u de kracht vandaan om dag in dag uit mensen bij te staan?

Goedele Van Edom • Enerzijds door ook mezelf toe te staan om te rouwen en verdrietig te zijn. Anderzijds door te weten waaruit ik kracht put, namelijk de nabijheid van vrienden en familie, kunst, geloof. Ook lezen en schrijven spelen een belangrijke rol. Dat merkte ik bij het schrijven van dit boek.

Pastoraal heeft te maken met mensen taal geven
voor wat er in hen leeft.

Waar taal tekortschiet, kunnen tekens krachtig zijn. Wanneer dat lukt, lucht dat de patiënt op. Dat geeft me telkens weer kracht.

Goedele Van Edom, Zolang ik nog leef,
Lannoo, 2017, ISBN 978 94 0144 178 0, 176 blz., 17,99 euro,.

Bron: Kerk en Leven