Leestip van de dag – vrijdag 20 januari 2017

Het gebed brengt ons tot hoop

In zijn zevende catechese over de hoop tijdens de audiëntie van woensdag 18 januari 2017 sprak paus Franciscus over de ongewone profeet Jona.

Geliefde broers en zussen, goedendag !

In de heilige Schrift is er bij de profeten van Israël een wat ongewone figuur, een profeet die tracht te weerstaan aan de roeping door de Heer door te weigeren zich ten dienste te stellen van het goddelijke heilsplan. Het is de profeet Jona van wie verteld wordt wordt in een klein boekje van amper 4 hoofdstukken, een soort parabel die een grote lering bevat, namelijk die van de barmhartigheid van God die vergiffenis schenkt.

Profeet op uittocht en op de vlucht

Jona is een profeet op uittocht en ook een profeet op de vlucht! Het is een profeet op uittocht die God naar het randgebied zendt, naar Ninive, om de bewoners van die grote stad te bekeren! Voor een Israëliet, zoals Jona, was Ninive een bedreiging, de vijand die Jeruzalem dreigde te verwoesten en zeker niet te redden. Daarom, wanneer God Jona zendt om in die stad te prediken, tracht de profeet, die de goedheid van de Heer kent en zijn verlangen om vergiffenis te schenken, zich te onttrekken aan de opdracht en vlucht.

Heidenen

Tijdens zijn vlucht ontmoet de profeet heidenen, de bemanning van het schip waarop hij ingescheept was om zich aan God en aan zijn zending te onttrekken. Hij wil ver op de vlucht gaan want Ninive lag in de streek van Irak en hij vlucht naar Spanje, Hij is echt op de vlucht. En het is precies dankzij het gedrag van die heidense mannen, zoals later dat van de bewoners van Ninive, dat ons vandaag toelaat een beetje na te denken over de hoop, die met gevaar en dood voor ogen, wordt verwoord in gebed.

Storm

Tijdens de zeereis, ontstaat een enorme storm en Jona daalt af in het diepste van het ruim en legt zich daar te slapen. De matrozen, die zich zagen ten ondergaan, riepen ieder van hen tot zijn eigen god: het waren heidenen (Jon 1,5). De kapitein van de boot wekt Jona en zegt: Hoe kunt u zo diep slapen? Sta op en bid tot uw god; dan denkt die god misschien aan ons en gaan wij niet te gronde!‘ (Jon 1,6).

Hopen op een God van leven

De reactie van die “heidenen” is de enige gepaste reactie ten aanzien van de dood en van het gevaar; want dan ervaart een mens ten volle zijn eigen broosheid en zijn nood aan redding.

De aangeboren afschuw voor het sterven openbaart
de noodzaak om te hopen op de God van het leven.

Dan denkt die god misschien aan ons en gaan wij niet te gronde!. Dat zijn woorden van hoop die gebed wordt, deze smeking vol angst ontspringt aan de lippen van een mens voor het nakende doodsgevaar.

Met de glimlach van een vader

Al te gemakkelijk verachten we het zich naar God keren in nood als ware het slechts een gebed uit eigenbelang en daardoor onvolmaakt. God echter kent onze zwakheid, Hij weet dat wij aan Hem denken om hulp te vragen en met de glimlach van een vader antwoordt God vol welwillendheid.

De echte vreze Gods

Wanneer Jona, bewust van zijn eigen verantwoordelijkheid, zich in zee laat gooien om zijn reisgezellen te redden, gaat de storm liggen. De dreigende dood heeft die heidense mannen tot gebed gebracht, heeft ervoor gezorgd dat de profeet, ondanks alles, zijn eigen roeping in dienst van de anderen beleefde door zich voor hen op te offeren en brengt de overlevenden ertoe de ware Heer te erkennen en te loven. De matrozen die in de greep van de angst tot hun goden hadden gebeden, erkennen nu, met echte vreze Gods, de ware God en brengen offers en lossen beloften in.

De hoop die hen ertoe had gebracht te bidden om niet te sterven,
blijkt nog sterker te zijn en bewerkt een realiteit die verder reikt
dan zij hadden gehoopt: niet alleen gaan zij niet ten onder in
de storm, maar ze komen tot de erkenning van de ware
en enige Heer van hemel en aarde.

Hoop op vergiffenis van God

Later, zullen ook de inwoners van Ninive, in het vooruitzicht dat ze vernietigd dreigen te worden, bidden, gedreven door de hoop op de vergiffenis van God. Ze zullen boete doen, ze zullen de Heer aanroepen en zich tot Hem bekeren, te beginnen met de koning, die, zoals de kapitein van het schip de hoop verwoordt: Wie weet of God dan niet terugkomt op zijn besluit (…) zodat wij niet te gronde gaan!‘ (Jon 3,9). Ook voor hen, zoals voor de bemanning tijdens de storm, brengt de confrontatie met de dood en het eraan ontkomen zijn, hen tot de waarheid. Zo kan de dood, door de goddelijke barmhartigheid en meer nog in het licht van het paasmysterie, zoals voor de heilige Franciscus van Assisi, onze zuster dood worden en voor elke mens, en voor ieder van ons de verrassende gelegenheid worden te hopen en de Heer te ontmoeten. Dat de Heer ons helpt die band tussen gebed en hoop te verstaan.

Het gebed brengt je tot hoop en wanneer de situatie
duisternis wordt, is meer gebed nodig !
Dan zal er ook meer hoop zijn.

Dankjewel.

Bron: Kerknet.be