Leestip van de dag – vrijdag 25 mei 2018

Altijd Pinksteren

Elke dag openstaan voor de Geest, dat vindt Luk Vanmaercke de ware betekenis van Pinksteren.

Zo, Pinksteren zit er ook weer op, hoorde ik afgelopen zondag. Hoezo?, dacht ik spontaan. Hoe kan Pinksteren nu ooit erop zitten? Is Pinksteren dan een dag, die begint en eindigt? Volgens mij is het altijd Pinksteren.

Altijd Pinksteren, hoe moet dat? Is Pinksteren dan niet de zevende zondag na Pasen? Uiteraard is dat de dag waarop we Pinksteren vieren. Toch blijf ik erbij dat het altijd Pinksteren is. Daar hoort een woordje uitleg bij.

Het startschot

Op veel kerkelijke feestdagen herdenken we een specifieke gebeurtenis: de geboorte van Christus, de kruisiging, de verrijzenis… Strikt genomen is dat ook voor Pinksteren het geval. In de Handelingen der Apostelen lezen we hoe de leerlingen in een huis bijeenzaten toen ze vervuld raakten van de Heilige Geest. Toch lijkt dat moment mij veeleer het begin van Pinksteren dan Pinksteren zelf. Het verhaal is het startschot van het christendom, het moment waarop de leerlingen hun angst overwonnen, hun huizen verlieten en de boodschap van Christus begonnen te verkondigen. Die verkondiging duurt voort tot vandaag. Vandaar mijn stelling dat Pinksteren nooit ophoudt.

Ook vandaag is het dus Pinksteren. En morgen, overmorgen, volgende week… De essentie is niet die ene dag die we Pinksteren noemen, maar wat we ermee aanvangen.

Pinksteren is een opdracht
zowel als een levenshouding.

Die opdracht luidt: nu is het aan ons. Wat de leerlingen na de kruisdood niet begrepen, begrepen ze vanaf Pinksteren wel. Aanvankelijk bleven ze steken in angst, verdriet en moedeloosheid. Jezus was dood, alles was vergeefs en zinloos geweest. Pinksteren bracht evenwel raad. Het verhaal van Christus was niet afgelopen, het begon pas. Met één belangrijk verschilpunt, nu moesten ze zelf Christus’ werk voortzetten. Dat geldt vandaag voor iedereen die zich  christen noemt. Nu is het aan ons.

Elke dag open

Tegelijk is Pinksteren een levenshouding. Een houding gebaseerd op de overtuiging dat Gods Geest actief is in ieder van ons. Niets is moeilijker dan uitvissen wat God van ons verlangt. De Bijbel en de Kerk helpen ons daarbij, maar de ultieme wegwijzer is de Geest. Elke dag openstaan voor die Geest, dat is de ware betekenis van Pinksteren.

Als catechist vertel ik onze kandidaat-vormelingen het liefst van al over Pinksteren. Nochtans is het een moeilijk onderwerp. Over het leven van Jezus vertellen is een pak eenvoudiger. Ook al moeten we ons inleven in een ander tijdperk en een andere cultuur, al bij al kunnen we de mens Jezus wel begrijpen. Zijn woorden en daden spreken ook vandaag nog tot de verbeelding.

De Geest is een ander paar mouwen. Bij dat woord denken kinderen eerder aan Bijna-Onthoofde Henk, een grappig spook uit de verhalen van Harry Potter. Zo ziet onze Geest er evenwel niet uit. Hoe dan wel? De Bijbel gebruikt krachtige oersymbolen om Hem voor de lezer bevattelijk te maken. Er wordt gesproken over wind en vuur. Tegelijk maakt de tekst heel duidelijk dat we dat niet letterlijk mogen nemen („alsof er een hevige wind opstak” en „iets dat op vuur geleek”, zie Handelingen der Apostelen 2, 1-11).

Het blijft dus een inspanning vergen
om het concept Geest te vatten.

Daarom gebruik ik in de catechese een zelfgeschreven verhaal, over een jongen die in de godsdienstles niets van Pinksteren begrijpt, tot hij voor een dilemma komt te staan en plotseling de Geest in zichzelf aan het werk ziet.

Dat is dan ook de plek waar we de Geest moeten zoeken, in onszelf en in elkaar. Als we dat systematisch doen, is het werkelijk elke dag Pinksteren. Sta me dus toe om u ook vandaag, en elke dag, een zalige Pinksteren toe te wensen.

Bron: Kerk & Leven