Leestip van de dag – woensdag 22 november 2017

Volg een 26-jarige heilige in
20 stappen naar een heilig leven

Paus Franciscus verklaarde eind 2016 Elisabeth van de Drie-eenheid Catez (1880-1906) heilig. Ze roept leken op om heilig te leven in hun omgeving.

4 maanden voor haar dood aan een zeldzame ziekte, schrijft de karmelietes een krachtige oproep om heilig te leven. Ze richt zich tot haar zus Marguerite, om haar te helpen in haar gezin een geestelijk leven te leiden dat helemaal doorademd is van Gods aanwezigheid.

Elisabeth noteert tijdens een retraite op haar ziekbed van dag tot dag wat haar invalt. Zoek er geen systematisch stappenplan in.

In de bloemlezing hieronder zijn de genummerde titels onze hertaling naar een taal van nu. Daaronder lees je de woorden van Elisabeth en de citaten die ze zelf sprokkelt uit de Bijbel, bij Ruusbroec en bij Johannes van het Kruis. Voor het leesgemak lieten we de bronvermeldingen weg.

1 God is verborgen, maar wil toch dat wij altijd in Hem blijven

‘Hij wil dat wij zijn waar Hij is. Niet alleen in de eeuwigheid, maar reeds in de tijd, het steeds voortschrijvende begin van de eeuwigheid.’

2 Leef niet aan de oppervlakte, maar daal af in de diepte van jezelf

‘Langs dit pad van de afgrond, die God is, moeten we elke dag verder afdalen. Laten we ons in liefdevol vertrouwen langs deze helling afglijden. … Daar, helemaal in de diepte, zal de goddelijke ontmoeting plaatsvinden.’

3 God is jouw ziel en jouw ziel is God

‘Nu openbaart Hij ons dat wij niet uit onszelf moeten treden om Hem te vinden: Het Rijk Gods is binnen in u. … God is het middelpunt van de ziel. … Door de liefde wordt de ziel één met God.’

4 Maak je innerlijk los van alles wat God niet is

‘Geen uitwendige afstand dus van uiterlijke zaken, maar een eenzaamheid van de geest, een loskomen van alles wat God niet is.’

5 In elke gebeurtenis – elke vreugde en elke pijn – krijg je God

‘Elke gebeurtenis, elke pijn, evenzeer als elke vreugde, is een sacrament dat haar [aan de ziel die in Hem wil leven] God geeft. Tussen dit alles maakt ze niet langer onderscheid.’

6 Sterf elke dag aan jezelf om plaats de maken voor goddelijk leven

‘Iedere dag verdwijn ik, geef ik me meer prijs, opdat Christus in mij zou groeien… Mijn eigen leven wil ik niet langer leven. Ik verlang omgevormd te worden in Jezus Christus. Dan zal mijn leven meer goddelijk dan menselijk zijn.’

7 Werp je in het liefdesvuur dat in je brandt

‘Onze God, schreef St.-Paulus, is een verterend vuur, d.w.z. een liefdevuur dat vernietigt en alles wat het aanraakt omvormt in zichzelf. … Ze [mensen die kiezen voor de mystieke dood] denken niet zozeer aan het vernielingswerk en de onthechting die hen nog te wachten staat, maar ze werpen zich in de liefdegloed die in hen brandt en die niemand minder is dan de Heilige Geest.’

8 Doe alles uit liefde en je ontdekt het geheim overal

‘Ik doe alles uit liefde. Ik lijd alles uit liefde. … Dan vervult de liefde haar [de ziel] op zulke wijze, ze neemt haar in beslag en beschermt haar zo goed, dat zij overal het geheim ontdekt om in de liefde te groeien. Zelfs te midden van haar relaties in de wereld, midden in haar zorgen kan ze met recht zeggen: Mijn dienst bestaat alleen nog in beminnen.’

9 Gelukkig is wie de komst van Christus nu al opmerkt

‘Zalig ook de ogen van deze ziel, die onder het licht van een levendig en diep geloof, de komst van de Meester in haar intiem heiligdom kan zien. Maar waarin bestaat deze komst? … De komst van de Bruidegom is zo snel, dat Hij steeds én al is gekomen, én aanwezig blijft met zijn grondeloze rijkheid, én persoonlijk zonder ophouden opnieuw met zodanige klaarheid komende is, net alsof Hij nog nooit te voren gekomen was. Want zijn komen geschiedt zonder tijd in een eeuwig nu en wordt altijd met nieuw genot en een nieuwe vreugde ontvangen.’

10 Christus wil ons volledig in zich opnemen

‘Christus’ minne is gierig (veeleisend) en tegelijk mild. Al geeft Hij ons alles wat Hij heeft en al wat Hij is, Hij neemt ook terug al wat wij hebben en al wat wij zijn. … Hij verteert het merg uit onze beenderen. … En al zijn wij arm, dat deert Hem niet; Hij wil ons toch niets overlaten.’

11 Maak geen onderscheid tussen God voelen of niet

‘Zij [onze ziel] staat niet langer stil bij genietingen en gevoelens. Ze maakt geen onderscheid tussen God al dan niet voelen, tussen de vreugde of het lijden dat Hij haar geeft. Ze gelooft in zijn Liefde. Hoe meer Hij haar beproeft, des te groter wordt haar geloof.’

12 Trek je verstrooide krachten samen en richt ze op God

‘De eenvuldige, d.i. zuivere mening, die de verstrooide krachten samentrekt in de eenheid van geest en de geest richt op God. … Die mening is eenvuldig, die niets anders bedoelt dan God alleen, en al het overige zover het op God betrekking heeft. Zij bewerkt dat de mens in tegenwoordigheid van God vertoeft, zij verlicht zijn verstand, maakt hem ijverig in de deugd en vrij van alle ijdele angst…’

13 Door de liefde ben je heilig

‘De Heilige Drie-eenheid heeft ons naar haar beeld geschapen, naar het eeuwig beeld dat Ze van ons bezat in haar schoot, voor de wereld was. … In zijn eeuwige liefde droeg God ons reeds in de gedachte. … Heel de rijkdom, die in God van nature is, bezitten wij door de liefde in God en God in ons. Dank zij de liefde en door de liefde, zoals de Apostel zegt, zijn wij dus heilig en vlekkeloos voor Gods aangezicht.’

14 Richt je wil op God, Hij maakt je levend en heilig

‘Zodra God in ons enige geschiktheid ontwaart om de genade te ontvangen, wil Hij ons uit vrije goedheid levend maken en Hem gelijkend door zijn gaven. Dit geschiedt altijd, als wij ons met geheel onze wil tot Hem keren. Want in ditzelfde ogenblik komt Christus tot ons en in ons…’

15 Ga naar alles zoals Jezus

‘Wij zullen verheerlijkt worden overeenkomstig onze gelijkvormigheid met het beeld van zijn goddelijke Zoon. Laten we dus onze blik richten op dit aanbiddelijk Beeld. Laten we ons voortdurend onder zijn straling houden, opdat het zich in ons inprentte, en vervolgens naar alles toe gaan in de zielsgesteltenissen van onze heilige Meester.’’

16 Laat je herscheppen

‘Ik wil niets meer, tenzij één worden met Hem… Voor mij is leven Christus! … Het doel van deze retraite is: ons laten herscheppen tot een groter gelijkvormigheid met de aanbiddelijke Meester. Meer nog, zover één worden met Hem dat we kunnen zeggen: Ikzelf leef niet meer, Christus is het die leeft in mij.’

17 Zoek God in het centrum van je ziel

‘Heilig zijn zoals Hij heilig is. … Hoe zo? Door in de diepte van de bodemloze afgrond, binnenin, in contact met Hem te leven. … Onze Vader die in de hemel zijt. In deze kleine hemel die Hij zich bouwde in het centrum van onze ziel moeten we Hem zoeken. Daar vooral moeten we verblijven.’

18 Verzink in nederigheid, want God is je bodem

‘Onze zonden zijn voor ons een bron van nederigheid. … Wanneer je verzonken bent in de nederigheid, ben je in God verzonken, want God is de bodem van de afgrond. Dat is de reden waarom je in de nederigheid zoals in de liefde steeds kunt groeien.’

19 Inkeren kan je van Maria leren

‘De houding van de Maagd gedurende de maanden, die tussen de boodschap en de geboorte verliepen, lijkt mij een toonbeeld te zijn voor de innerlijke zielen. Voor hen, die God uitverkoren heeft om te leven binnenin, op de bodem van de bodemloze afgrond. In welke vrede en ingekeerdheid gaf Maria zichzelf en leende zich tot alles! Hoe werden de meest banale zaken door haar vergoddelijkt!’

20 Zing in oneindige liefde

‘Laten we in de hemel van onze ziel een loflied zijn op de Drie-eenheid. … Eens zal de sluier vallen. Dan zullen we binnengeleid worden in de eeuwige woning. En daar zullen we zingen in de schoot van de oneindige Liefde.’

Vertaling van de citaten: Guido Stinissen. Elisabeth van Dijon. Geschriften. Carmelitana, 1979, ISBN 9070092158, 427 pagina’s.

Meer weten

Sim D’Hertefelt

Bron: Kerknet.be