Leestip van de dag – zaterdag 20 januari 2018

Racisme en chips

Wat heeft racisme te maken met chips? Kerk en Leven legt het deze week uit in haar standpunt. Beide zijn sterker dan onszelf, tenzij we ons leren te gedragen.

Maandag 1 januari. Kort na middernacht werd in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen de kleine Asel geboren. Haar foto kwam meteen in de krant, zoals dat elk jaar gaat met de eerste nieuwgeborene van het jaar in die stad. Een fijne traditie? Zeker, maar dit jaar met een wrange nasmaak. Asel heeft namelijk ouders van Turkse origine en dat leverde haar een pak racistische beledigingen op de sociale media op.

Zondag 14 januari. De Belgische bisschoppen bezochten gezinnen van buitenlandse origine. Ze gaven daarmee het signaal dat christenen resoluut nee zeggen tegen racisme. Jammer dat Asel niet in ons land woont, anders kwam ook bij haar een bisschop over de vloer.

Waar komt racisme toch vandaan? Waarom hebben mensen een afkeer van andere mensen, louter op basis van huidskleur, cultuur, religie of afkomst? Om dat te begrijpen, moeten we ver in de tijd teruggaan. En om het helemaal duidelijk te maken, vertellen we tegelijk waarom u chips zo onweerstaanbaar vindt.

Vet en zout

Eerst de chips. We weten dat die slecht zijn voor onze gezondheid en toch zijn we er dol op. Hoe komt dat? Omdat chips voedingsstoffen bevatten die we duizenden jaren lang te weinig hadden, met name koolhydraten (suikers dus), vet en zout. Zaken die we nodig hadden om te overleven in een wereld met schaars voedsel en veel fysieke arbeid. Tegenwoordig is er een overvloed aan voedsel en leiden we een fysiek passiever bestaan. We hebben dus minder koolhydraten en vet nodig. Helaas, onze hersenen zijn generaties lang getraind om daar toch naar te verlangen. Het resultaat is overgewicht, diabetes, hart- en bloedvataandoeningen.

We zijn het slachtoffer van
verkeerd geprogrammeerde hersenen.

Precies daar zit de gelijkenis met racisme. De mens leefde duizenden jaren in clans en stammen. Binnen de eigen clan was er veiligheid, voedsel en samenwerking. Andere stammen waren vaak een bedreiging. Ze konden uit zijn op onze gronden, voedsel, bezittingen of zelfs vrouwen. De vreemdeling was dus een bedreiging. Intussen wonen we in georganiseerde rechtsstaten. We kunnen een beroep doen op de overheid voor bescherming en rechtspraak en hoeven dus niet langer knuppels of speren te gebruiken om onbekenden op afstand te houden. In de moderne samenleving zijn we zelfs economisch afhankelijk van duizenden onbekenden, met wie we in productieketens verbonden zijn. Maar, onze hersenen vertellen ook hier iets anders. Ze zijn nog steeds geprogrammeerd om de eigen groep te verkiezen boven onbekende buitenstaanders.

Racisme en angst voor vreemden zitten, net zoals onze liefde voor chips, diep in onze genen. Kunnen we dan eigenlijk wel vermijden dat we op fout voedsel vallen en racistische reflexen hebben? Nee, dat maakt deel uit van wie we zijn. Wat we wel kunnen doen, is er ons van bewust zijn en ons gedrag corrigeren.

Als we begrijpen dat chips en racisme niet goed zijn,
kunnen we ze afwijzen.

Het goede nieuws is dat Christus ons dat heeft geleerd. De naastenliefde die Hij predikte, beperkte zich niet tot het eigen volk, maar was van toepassing op alle mensen. In de Bergrede maakt Hij duidelijk dat het niet moeilijk is om van je naasten te houden, maar dat we ons juist moeten onderscheiden door ook te houden van wie verderaf van ons staat. Christus provoceert ons zelfs met de woorden: Bemint uw vijanden. Dat mag u gerust interpreteren als: overwin uw afkeer voor wie niet behoort tot uw eigen groep.

Racisme is als reflex onuitroeibaar, omdat het diep in onze hersenen zit. Als gedrag is het echter wel beheersbaar, als we echt de weg van Christus durven te gaan. Onze bisschoppen gaven vorig weekend alvast het goede voorbeeld. En als het echt lukt om racisme af te wijzen, kunnen we onszelf als beloning af en toe een zak chips gunnen.

Luc Van maercke

Bron: Kerknet.be / Kerk en Leven