Leestip van de dag – zondag 2 juli 2017

Kies voor het leven

Maandelijks stelt de gemeenschap van Taizé een Bijbeltekst voor om het zoeken naar God ook in het dagelijks leven door stilte en gebed te ondersteunen. Hieronder de tekst voor deze maand juli.

Uit het boek Deuteronomium 11, 18-21

‘Houd mijn woorden dus in gedachten, maak ze u eigen, draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad. Dan zullen u en uw kinderen lang mogen wonen in het land dat de HEER uw voorouders onder ede heeft beloofd, zolang de hemel boven de aarde staat.’

Deze tekst komt uit een periode waarin de glorietijd van het koningschap van David en van Salomo allang voorbij is. De macht van Israël neemt af. Het volk weet zich zelfs door vreemde machten bedreigd in zijn bestaan in het beloofde land. In deze crisissituatie pleit het boek Deuteronomium voor een terugkeer naar wat fundamenteel is, naar het woord van God, naar zijn wetten en geboden. De tekst beschrijft hier hoe Mozes, op het moment dat het volk zal binnengaan in het beloofde land, hen herinnert aan de sleutelmomenten van het verbond tussen God en zijn volk: de bevrijding uit Egypte, de gave van de geboden, de beproevingen in de woestijn, de ontrouw van het volk en de trouw van God.

Dit boek waarschuwt het volk tegen twee verleidingen die de welvaart in het beloofde land met zich meebrengt: Zeg niet “op eigen kracht” heb ik al die voorspoed verworven (8:17), en zeg ook niet “ik heb het wel verdiend” dat de HEER mij beloont (9:4). Andersgezegd: het boek stelt dat het gevaarlijk is om te denken dat je alles wat je hebt, zelf hebt verworven en dat je het hebt verdiend of dat je er recht op hebt.
De wet die wordt beschreven in hoofdstuk 12–26, wil vooral de eredienst aan God zuiver houden en de zwaksten beschermen. Tegenover de verleiding om te rekenen op andere ‘goden’ en uiteindelijk op zichzelf, nodigt deze wet ons uit om enkel op God te vertrouwen. Tegenover het gevaar om te denken dat wij ergens recht op hebben, stelt zij aandacht voor degene die het minder goed heeft dan wij.

Deze woorden uit de wet moeten, volgens onze passage, heel het leven van binnenuit doordringen en tegelijkertijd van buiten af als teken dienen. Ze moeten van generatie op generatie worden doorgegeven, dag en nacht, zowel thuis als onderweg, zodat ze heel het gezinsleven en de hele samenleving doordringen. Zo ontvangt heel het bestaan haar stabiliteit van God, die door zijn woord de hemel boven de aarde heeft gesteld en ze beiden in stand houdt.

In een situatie waar het volk voelt dat hun voorspoed en de stabiliteit van hun bestaan wordt bedreigd, nodigt Deuteronomium hen uit om te luisteren naar het woord van God, om op Hem te vertrouwen en om te delen met de allerarmsten. In een crisissituatie kan openheid naar God en naar anderen toe een manier zijn om egoïstische zelfbeschermingsreacties en het terugplooien op zichzelf te vermijden, die uiteindelijk tot de dood zullen leiden.

God vergeten en alleen aan jezelf denken òf naar zijn woorden luisteren en je openen voor anderen, betekent voor de auteur een keuze tussen zegen en vloek (11:26). Hij spoort de lezer aan om te kiezen voor het leven (30:19), en hij zegt dat deze keuze binnen ons bereik ligt: het woord waartoe hij je uitnodigt om het tot middelpunt van je leven te maken, moet je niet in de hemel zoeken, maar het is in de mond en het hart van de mens gelegd om ze in de praktijk te brengen (30:11-14).

Bron: Gemeenschap Taizé