Lezingen van de dag – dinsdag 12 jan. 2016

DINSDAG IN WEEK 1 DOOR HET JAAR


Uit het eerste boek Samuël 1, 9-20

Ofschoon de technische vooruitgang vele mogelijkheden heeft geschapen, gebeurt het toch dikwijls dat vrouwen geen kinderen kunnen krijgen. Waar menselijke middelen schijnbaar falen, ervaart men veel dieper dat alles gave is. Ook in het leven van Hanna werd dit duidelijk en na loutering heeft zij dit aan aanvaard. Zo werd haar kind, Samuël, een gave die zij terugschonk aan de Heer.

Na de maaltijd stond Hanna op en ging naar het heiligdom van de Heer, waar de priester Eli op een bankje bij de ingang zat. Diep bedroefd bad Hanna tot de Heer.
In tranen legde ze een gelofte af: ‘Heer van de hemelse machten, ik smeek U, heb toch oog voor mijn ellende. Denk aan mij, uw dienares, vergeet mij niet. Schenk mij een zoon, dan schenk ik hem voor zijn hele leven aan U: nooit zal zijn haar worden afgeschoren.’
Terwijl Hanna zo lang bad, keek Eli opmerkzaam naar haar mond. Ze bad namelijk in stilte: haar lippen bewogen wel, maar haar stem was niet te horen. Daarom dacht Eli dat ze dronken was.
Hij sprak haar aan en vroeg: ‘Gaat dit nog lang zo duren? Als u dronken bent, ga dan uw roes uitslapen!’
‘U vergist u, heer’, antwoordde Hanna. ‘Ik heb geen wijn of andere drank gedronken. Nee, ik ga gebukt onder een zwaar verdriet en stort mijn hart uit bij de Heer. Denk niet dat ik een slechte vrouw ben; ik bid zo lang omdat ik overstelpt ben door droefheid en ellende.’
‘Ga dan in vrede’, antwoordde Eli. ‘De God van Israël zal u geven waar u om hebt gevraagd.’
‘Ik dank u voor uw vriendelijkheid’, zei Hanna, en ze ging terug naar haar familie. Haar gezicht was opgeklaard en ze at ook weer.
De volgende morgen vroeg bogen ze zich neer voor de Heer, waarna ze zich op de terugreis begaven.
Thuis in Rama sliep Elkana met zijn vrouw Hanna, en de Heer verhoorde haar.
Hanna werd zwanger en na verloop van tijd baarde ze een zoon. Ze noemde hem Samuël, ‘want’, verklaarde ze, ‘ik heb hem aan de Heer gevraagd.’

 

1 Sam. 2, 1 + 4 + 5 + 6 + 7 + 8abcd

Refr.: De Heer doet mijn hart van vreugde slaan.

Nu juicht mijn hart dankzij de Heer,
fier heft mijn hoofd zich op, dankzij de Heer,
mijn mond spreekt vrijmoedig tegen mijn vijanden,
want dankzij uw hulp beleef ik vreugde.Drieeenheid_2

De boog van de helden is gebroken,
en wie wankelen weten zich gesterkt.
Die genoeg hadden, verkopen zich voor brood,
en wie hongerden zijn verzadigd.

De onvruchtbare baart zeven zonen,
en wie veel kinderen heeft, verwelkt.
De Heer doet sterven en doet leven,
zendt naar het dodenrijk en leidt eruit omhoog.

De Heer maakt arm en Hij maakt rijk,
vernedert diep en heft hoog op.
De zwakke en de arme helpt Hij overeind,
Hij haalt hen uit het stof en uit het slijk.
Tussen de edelen zet Hij hen neer,
Hij houdt een ereplaats voor hen vrij.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 1, 21-28

Jezus bracht een leer met gezag. Een niet aflatende dwingende kracht, ging van Hem uit. Het geheim van zijn gezag lag niet in zijn macht om wonderwerken te verrichten, maar in zijn innige verbondenheid met God de Vader.

Jezus en zijn leerlingen gingen op weg naar Kafarnaüm, en op de eerstvolgende sabbat ging Hij naar de synagoge en onderwees er de mensen. Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want Hij sprak hen toe als iemand met gezag, niet zoals de schriftgeleerden.
Er was in de synagoge ook een man die bezeten was door een onreine geest, en hij schreeuwde: ‘Wat hebben wij met jou te maken, Jezus van Nazaret? Ben je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie je bent, de heilige van God.’
Jezus sprak hem streng toe en zei: ‘Zwijg en ga uit hem weg!’
De onreine geest deed de man stuiptrekken en verliet hem met een luide schreeuw.
Iedereen was zo verbijsterd dat ze tegen elkaar zeiden: ‘Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag! Zelfs als Hij onreine geesten een bevel geeft, wordt Hij gehoorzaamd.’
Het nieuws over Jezus verspreidde zich algauw overal in Galilea.

Van Woord naar leven

Iedereen was zo verbijsterd dat ze tegen elkaar zeiden: ‘Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag! Zelfs als Hij onreine geesten een bevel geeft, wordt Hij gehoorzaamd.’Elke dag is nieuw. Gisteren was nieuw ten opzichte van eergisteren en vandaag is nieuw ten opzichte van gisteren. Het nieuwe bestaat er in dat we weer een dag gevorderd zijn in de geschiedenis van de wereld en van onszelf. Zo ook met het Woord van de Heer uit de Schrift. Wanneer we het lezen kennen we misschien die passage, maar ten opzichte van gisteren is dat Woord nieuw, opnieuw uitgesproken door God zelf, levend en krachtig, geestelijke voeding voor ieder van ons; de Heer zelf.De Schrift lezen is Jezus lezen. Het is Hem aanhoren alsof Hij nu tegen je spreekt. In die zin is de Schrift lezen Jezus ontvangen, Hem ontmoeten, je door Hem laten omvormen. Daarom is het goed bij het lezen van de Schrift de nodige stilte in te bouwen, de tijd ook opdat het Woord kan gedijen en zijn ‘werk’ kan doen. Meer dan we vermoeden draagt het Woord de genade in zich ons te genezen van mogelijk kwaad, ons om te vormen meer en meer naar Gods liefde.Laten we het Woord beminnen, diep koesteren. Moge ons hart de aarde zijn waar het Woord in liefde ontvangen wordt, wortel kan schieten en vruchten kan voortbrengen: vruchten van liefde en vrede.Moge de Heer ieder van ons dagelijks diep aanraken met zijn Woord.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer God,bible-and-candle wij danken U om uw Woord; uw Woord dat voeding is en leven geeft, uw Woord dat geneest en optilt, uw Woord vol van genade. Moge wij uw Woord beminnen, het diep koesteren. Immers in uw Woord komt Gij in Jezus tot ons, spreekt Gij tot ons, raakt Gij ons aan. Moge uw Woord ons tot groei zijn, tot die mensen maken die leven voor U, uw Rijk hier op aarde, beeld en gelijkenis van uw liefde. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.