Lezingen van de dag – dinsdag 14 februari 2017

Cyrillus  & Methodius

feest    –   eigen lezingen

De missionering van vandaag legt sterk de nadruk op de aanpassing aan de plaatselijke mentaliteit en gebruiken. Vooral de taal is hier heel belangrijk. Cyrillus en Methodius, twee broers en missionarissen, zagen reeds eeuwen geleden die noodzaak in. De Bijbel en gebedenboeken vertaalden zij in het Russisch. Ook de liturgie vierden zij in de volkstaal. In sommige kringen werd dat als ketterij beschouwd. De paus was echter overtuigd van hun eerlijke inzet en steunde hen bij hun pogingen. Een bloeiende Russische kerk was er het gevolg van.


Uit de Handelingen van de Apostelen 13, 46-49

Gods woord ook voor de heidenen.

Paulus en Barnabas zeiden onomwonden:
‘De boodschap van God moest het eerst onder u worden bekendgemaakt, maar aangezien u die afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig acht, zullen we ons tot de heidenen wenden. Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde.”’
Toen de heidenen dit hoorden, verheugden ze zich en spraken ze vol lof over het woord van de Heer, en allen die voor het eeuwige leven bestemd waren aanvaardden het geloof.
Het woord van de Heer verspreidde zich over de hele streek.

 

Psalm 117, 1 + 2

Refr.: Ga uit over de hele wereld.

Loof de Heer, alle volken,
prijs Hem, alle naties.

Zijn liefde voor ons is overstelpend,
eeuwig duurt de trouw van de Heer.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 10, 1-9

De oogst is groot.

De Heer stelde tweeënzeventig anderen aan, die Hij twee aan twee voor zich uit zond naar iedere stad en plaats waar Hij van plan was heen te gaan. Hij zei tegen hen:
‘De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig; vraag dus de eigenaar van de oogst of Hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.
Ga op weg, en bedenk wel: Ik zend jullie als lammeren onder de wolven.
Neem geen geldbuidel, geen reistas en geen sandalen mee, en groet onderweg niemand.
Als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: “Vrede voor dit huis!” Als er een vredelievend mens woont, zal jullie vrede met hem zijn; zo niet, dan zal die vrede bij je terugkeren.
Blijf in dat huis, en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard.
Ga niet van het ene huis naar het andere.
En als jullie een stad binnengaan en daar welkom zijn, eet dan wat je wordt voorgezet, genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.”’

Van Woord naar leven

Wanneer Jezus de tweeënzevenig uitzond, zei Hij onder andere: 'Neem geen geldbuidel, geen reistas en geen sandalen mee'.Zij moesten dus in uiterste soberheid op weg gaan. Deze soberheid heeft een materieel en een geestelijk aspect. Sober zijn wat de buitenkant betreft is belangrijk. Soberheid, of armoede, wat de binnenkant betreft is zeker zo belangrijk. Over dit tweede wil ik het met u vandaag hebben.Allen zijn we geroepen, of gezonden, om te verkondigen. Ieder moet dat doen in de levensstaat waarin hij zich bevindt, met de talenten en de gaven die hij heeft ontvangen. Belangrijk is dat we ons bewust zijn van deze zending. Een christen is in wezen missionair, altijd geroepen de Blijde Boodschap uit te dragen naar de mensen die God hem toevertrouwt, en dit doorheen daad en woord, vervlochten in het dagelijks leven.We kunnen maar getuigen zijn van Gods Blijde Boodschap wanneer we zelf vervuld zijn van die boodschap. Je kan moeilijk iets uitdragen waar je zelf niet vervult van bent. Deze vervulling vraag 'armoede van hart', bereidheid te ontvangen, het vraagt gebed en meditatie, en als het kan ook studie.Het vraagt ook waakzaamheid. Want al snel zijn we innerlijk verstrooid, gericht op dingen die ons eerder verwijderen van de Blijde Boodschap dan dat ze ons een hulp zijn handen en voeten te geven aan die Blijde Boodschap. Onlangs las ik nog in een pps die ik van een goede vriendin via e-mail kreeg: 'Luister niet naar de herrie van de wereld maar naar de stilte van je ziel'. Dat is zo waar. Zo snel verliezen we onszelf in het lawaai en het rumoer van de wereld en vergeten dat de stilte haar eigen taal heeft die zo belangrijk is om de Heer diep in onszelf te bevroeden, aan te voelen, te beluisteren. Het is een stilte die je niet perse letterlijk moet verstaan, hoewel wie ze letterlijk beleeft zich een gezegend mens mag weten. Maar we kunnen - door de omstandigheden van ons leven - de letterlijke stilte niet altijd handhaven. Het gaat dan ook veeleer om de stilte in jezelf, de stilte van je ziel, de stilte die je in staat stelt in de Heer te blijven zoals Hij in jou is.Vanuit deze 'stilte' leven, beminnen, uitdragen, oproepen,... los van het drukke gedoe, arm van geest, biddend, bereid instrument te zijn van God. Ook dat is op weg gaan zonder geldbeugel, reistas of sandalen.Laat ons vreugdevolle getuigen zijn van Gods vrede vanuit de stilte van onze ziel.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, maak ons arm van geest, bereid U te ontvangen, U te dragen en uit te dragen. Moge we vreugdevolle getuigen zijn van uw Blijde Boodschap, los van al te veel werelds rumoer, maar verankerd in de stilte van onze ziel waar Gij ons met U verenigd. In Jezus' naam, amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.