Lezingen van de dag – dinsdag 25 oktober 2016

dinsdag in week 30 door het jaarbijbel


Uit de brief van Paulus aan de Efeziërs 5, 21-33

Reeds de profeten vergeleken Gods optreden voor zijn volk met dat van een bruidegom voor zijn bruid. Nu Christus zich helemaal heeft gegeven wordt zijn liefde vergeleken met die van een bruidegom voor zijn bruid, de Kerk. Deze zelfgave ziet Paulus als model voor elke kern van deze Kerk, voor de liefde tussen man en vrouw.

Broeders en zusters, aanvaard elkaars gezag uit eerbied voor Christus.
Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer, want een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk, het lichaam dat Hij gered heeft. En zoals de kerk het gezag van Christus erkent, zo moeten vrouwen in ieder opzicht het gezag van hun man erkennen.
Mannen, heb uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft prijsgegeven om haar te heiligen, haar te reinigen met water en woorden en om haar in al haar luister bij zich te nemen, zodat ze zonder vlek of rimpel of iets dergelijks zal zijn, heilig en zuiver. Zo moeten mannen hun vrouw liefhebben, als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief.
Niemand haat ooit zijn eigen lichaam, integendeel: men voedt en verzorgt het, zoals Christus de kerk, want dat is zijn lichaam en wij zijn de ledematen. ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn.’ Dit mysterie is groot – en ik betrek het op Christus en de kerk. Maar ook voor elk van u geldt dat ieder zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf, en dat een vrouw ontzag moet hebben voor haar man.

 

Psalm 128, 1-5

Refr.: Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de Heer.

Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de Heer Drieeenheid_2
en de weg gaat die Hij wijst:
je zult eten wat je werk opbrengt,
geluk en voorspoed vallen je toe.

Je vrouw zal een vruchtbare wijnstok zijn
in het midden van je huis,
je kinderen als jonge olijfbomen
in een kring om je tafel.

Ja, zo wordt gezegend
de man die ontzag heeft voor de Heer.
Ontvang de zegen van de Heer uit Sion.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 13, 18-21

Het Koninkrijk van God lijkt op het zaadje van de mosterdplant, en op zuurdesem.

Jezus sprak: ‘Waarop lijkt het Koninkrijk van God en waarmee zal Ik het vergelijken? Het lijkt op een zaadje van de mosterdplant dat iemand meenam en in zijn tuin zaaide, waarna het groeide en een grote struik werd, waar de vogels van de hemel in de takken kwamen nestelen.’
En opnieuw zei Hij: ‘Waarmee zal Ik het Koninkrijk van God vergelijken? Het lijkt op zuurdesem die door een vrouw met drie zakken meel werd vermengd tot alle meel doordesemd was.’

Van Woord naar leven

‘Waarop lijkt het koninkrijk van God en waarmee zal Ik het vergelijken? Het lijkt op een zaadje van de mosterdplant dat iemand meenam en in zijn tuin zaaide, waarna het groeide en een grote struik werd, waar de vogels van de hemel in de takken kwamen nestelen’, zegt Jezus ons vandaag.Als je deze vergelijking betrekt op ons gebedsleven, dan zien we twee bewegingen: een beweging van God richting mens, en een beweging van de mens richting God. De beweging, of de act, van de mens bestaat erin dat hij het zaadje meeneemt en het in zijn tuin zaait. De mens moet dus moeite doen. Hij moet een keuze maken. Wanneer hij bidt moet hij daar inderdaad moeite voor doen; hij moet zich afzonderen, hij moet zich naar een gebedshoek, kerk of kapel begeven, hij moet zich los maken, zich inkeren, zich concentreren, het Woord van God lezen, een goede houding aannemen, en vooral dagelijks volhouden. Dat is de act van de mens. Maar wat zou deze inspanning inhouden als God zich niet zou moeien. Het zou niets betekenen, enkel een soort krachtpatserij van onzentwege.De act van God is moeilijker te omschrijven dan de act van de mens. Zijn tegenwoordigheid, zijn werkzaamheid, gebeurt immers op heel ander niveau dan de activiteit van de mens. Hij werkt vanuit een heel andere dimensie, waar wij als mensen amper vat op hebben, laat staan weet van hebben. Gods activiteit gebeurt doorgaans in het verborgene, zonder al te veel beweging, heel dikwijls ook in het duistere, in de woestijn van onze ziel. In de stilte bevrucht Hij de act van de mens. Wie de nederigheid in zich draagt deze beweging van God toe te laten, zal merken dat er als vanzelf een positief gevolg zal plaatsvinden, en wel door het toedoen van God: het zaadje groeit en wordt een grote struik, waar de vogels van de hemel in de takken komen nestelen… zo lezen we vandaag. Over dit laatste zou een heel boek kunnen geschreven worden, maar het zou ons te ver leiden.Laten we het bij het gebed houden. Waar het op aan komt is dat we moeten leren ‘stilvallen’. We moeten één: kiezen voor Hem (onze act) en twee: leren stilvallen, onszelf loslaten, arm worden, ons geven aan zijn tegenwoordigheid. Overgave dus, in de meest religieuze betekenis van het woord. Het gevaar bestaat erin dat we dit ‘overgeven’ weer gaan beleven als een persoonlijke krachtinspanning. Nee, het moet veeleer een stil gebeuren zijn vanuit de warmte van de Geest die God in ons legt. De overgave is een soort thuiskomen in onze diepste verlangens; verlangens die God doorheen de Geest in ons hart legt. Overgave wordt dan een beweging van de Geest aan wiens leiding wij ons graag toevertrouwen.Bidden is niet zomaar tijd vrij maken en wat woordjes opzeggen. Het is veel meer dan een plichtsvervulling. Het is neerdalen in de zachtheid van de Geest om doorheen zijn warmte geleid te worden naar Christus die in ons woont om vanuit de schoot van de Vader de hemelse liefde te bezingen, in al ons doen en laten.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven

Laten wij bidden

Heer Jezus, pict0050 moge de heilige Geest over ons neerdalen, tot in de diepste vezels van ons bestaan, opdat Gij de ziel moogt zijn van ons gebed, het leven van ons leven. Kom oh Geest, vervul ons met uw warmte, trek ons in het hart van Jezus, opdat wij vervuld van Gods goedheid zijn liefde mogen bezingen in al ons doen en laten. Oh mijn Drie-ene God, mijn Al !!

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.