Lezingen van de dag – dinsdag 5 december 2017

dinsdag in de 1e week van de advent


Uit de profeet Jesaja 11, 1-10

Jesaja belooft een leider voor alle volkeren. Hij zal erfgenaam zijn van Davids roemrijk geslacht maar ook gehard in de beproevingen. God geeft hem bezieling en kracht. Hij zal een tijdperk van rechtvaardigheid en vrede inleiden en een eind maken aan alle geweld.

Uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei. De geest van de Heer zal op hem rusten: een geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid, een geest van kennis en eerbied voor de Heer. Hij ademt eerbied voor de Heer; zijn oordeel stoelt niet op uiterlijke schijn, noch grondt hij zijn vonnis op geruchten. Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel, de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis. Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond, met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen. Hij draagt gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen en trouw als een gordel om zijn heupen.
Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.
Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van de Heer vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt.
Op die dag zal de telg van Isaï als een vaandel voor alle volken staan. Dan zullen de volken hem zoeken en zijn woonplaats zal schitterend zijn.

 

Psalm 72, 2 + 7 + 8 + 12 + 13 + 17

Refr.: Laat ons wandelen in het licht van de Heer.

God, moge de koning uw volk rechtvaardig besturen,
uw arme volk naar recht en wet.

Moge in zijn dagen de rechtvaardige bloeien,
de vrede wereldwijd zijn tot de maan niet meer bestaat.

Moge hij heersen van zee tot zee,
van de Grote Rivier tot de einden der aarde.

Laten alle koningen zich neerwerpen voor hem,
alle volken hem dienstbaar zijn.

Hij zal bevrijden wie arm is en om hulp roept,
wie zwak is en geen helper heeft.

Zijn naam zal eeuwig bestaan, zijn naam
zal voortleven zolang de zon zal schijnen.

Men zal wensen gezegend te worden als hij,
en alle volken prijzen hem gelukkig.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 10, 21-24

Zoals de profeet Jesaja de werking van Gods Geest erkende in de wonderen van de toekomst, zo treedt Jezus op als de gezondene van de Vader, vervuld van de heilige Geest. Niet de wijzen en de verstandigen zullen in de tekenen van de tijd de komst van de Heer erkennen, maar wie zich als een kind, fris en onbevangen openstelt.

Vervuld van de heilige Geest begon Jezus te juichen en zei: ‘Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat U deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo hebt U het gewild. Alles is mij toevertrouwd door mijn Vader, en niemand dan de Vader weet wie de Zoon is, en wie de Vader is weet alleen de Zoon en iedereen aan wie de Zoon het wil openbaren.’
Jezus richtte zich apart tot de leerlingen en zei tegen hen: ‘Gelukkig de ogen die zien wat jullie zien! Want Ik zeg jullie dat vele profeten en koningen hebben willen zien wat jullie zien, maar ze kregen het niet te zien, en hebben willen horen wat jullie horen, maar ze kregen het niet te horen.’

Van Woord naar leven

Vervuld van de heilige Geest begon Jezus te juichen en zei: 'Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat U deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo hebt U het gewild.', zo lezen we vandaag in het evangelie.Velen van ons kennen de heilige Antonius, de man van Padua, volgeling en tijdgenoot van Franciscus van Assisi (13e eeuw). Wat minder geweten is dat deze Antonius een zeer geletterd en geleerd man was. Hij was theoloog en een zeer geliefde predikant. De goede man hield van studeren en wilde zo graag de liefde voor de studie doorgeven aan jonge broeders. Maar hij zat met een dilemma. Franciscus, naar wie hij zo opkeek, tevens de stichter van de gemeenschap der minderbroeders, was een eenvoudig man, zelf niet echt geleerd, en ja iets of wat beducht voor al te slimme medebroeders die de armoede en de eenvoud van het evangelie maar al te graag zouden ingeruild zien voor boeken, bibliotheken, kloosters,... Een waar dilemma dus. Broeder Antonius kwam op de idee vader Franciscus een brief te schrijven waarin hij eerlijk en oprecht de toelating zou vragen om jonge broeders te mogen onderwijzen. Franciscus nam de brief van Antonius ter harte, en na een tijd schreef hij terug. Ik citeer: 'Broeder Antonius, broeder Franciscus wenst u heil. Ik keur het goed dat u de heilige theologie onderwijst als u maar bij dit onderricht de geest van het gebed en toewijding aan God niet uitblust, zoals in de regel staat'.Studeren is goed. Het is nodig. Meer dan ooit heeft onze Kerk mensen nodig die de zin inzien van studie, lectuur, kennis van de andere godsdiensten, enzomeer. Maar, meer dan ooit heeft onze Kerk ook mensen nodig die terwijl ze kennis opdoen de geest van het gebed niet doven, hun toewijding aan God. Voor een christen zou studie en gebed hand in hand moeten gaan.Een christen die enkel studeert zonder te bidden zal ongetwijfeld zeer slim worden, prachtige theologische goed onderbouwde constructies kunnen opbouwen, hij zal lezingen kunnen geven om U tegen te zeggen, maar waar de man in de straat nauwelijks of niets aan zal hebben. Hij zal misschien een zekere naam hebben en faam dragen dat zich beperkt tot een bepaald milieu, maar uiteindelijk weinig soelaas geeft in de straat. Een christen die studeert én bidt (gebed hier bedoeld als een werkelijke godsontmoeting), zal een gewoon iemand blijven, de eenvoud van het evangelie beminnend, de stuwing ervarend de liefde van Jezus te belichamen in eenvoudige handelingen. Hij zal door zijn toewijding de zin voor mystiek niet verliezen, integendeel. Zijn studie zal hem helpen de juiste woorden te vinden geloofsgenoten bij te staan op hun weg, hetzij via boeken, hetzij via gesprek.Lieve mensen, moge zij die het kunnen, studeren. Dat kan achter de schoolbanken zijn, maar dat kan evengoed thuis zijn op je eentje, of met anderen in kleinere gespreksgroepen, of waar dan ook. Het kan op jonge leeftijd, het kan op latere leeftijd. Onze Kerk heeft meer dan ooit mensen nodig die, niet enkel gelovig, maar ook kennend weten waarover het gaat. Niet enkel buiten, maar ook binnen de Kerk, is er maar al te vaak onwetendheid, wat jammer is. Onze jonge mensen zitten vandaag de dag met veel vragen en hebben recht op mensen die goede en juiste antwoorden weten te formuleren, en liefst zo dat ze inspireren. Maar laten zij die studeren nooit het vuur van het gebed verliezen en hun toewijding aan de liefde Gods.En … wie niet in de mogelijkheid is om te studeren, of niet echt de capaciteiten in zich draagt om zich te wijden aan theologische studie (zoals de schrijver van deze overweging), geen probleem. Het belangrijkste in het leven is nog altijd staan in de liefde Gods, en deze zo goed als mogelijk handen en voeten te geven in het gewone dagelijkse leven. Moge vooral dit laatste onze diepste vreugde zijn.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, maak ons tot eenvoudige mensen, die de wijsheid in zich dragen zich te laten opslorpen door uw liefde die Gij in Christus in ons legt. Schenk ieder van ons de gave van het gebed opdat ons bidden zuiver mag zijn, in de liefde van de Geest, in het hart van Christus. Moge wij zo rijk worden aan kennis van U, U uitdragend naar allen die dorsten naar U. Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.