Lezingen van de dag – donderdag 16 november 2017

donderdag in week 32 door het jaar


Uit het boek Wijsheid 7, 22 – 8, 1

Enkele decennia voor Christus’ geboorte wordt de komst van God tot de mensen voorgesteld als de Wijsheid die op een persoonlijke manier alles komt leiden ten dienste van de mensheid.

De wijsheid, de maakster van alles, heeft mij onderricht. Zij heeft een geest die verstandig en heilig is, uniek, veelzijdig, verfijnd, beweeglijk, helder, rein, toegankelijk, onkwetsbaar, liefdevol, scherpzinnig, onstuitbaar, weldadig, menslievend, standvastig, onwrikbaar, onbezorgd, almachtig, alles overziend en alle geesten doordringend, hoe scherp, zuiver of subtiel ze ook zijn.
De wijsheid is beweeglijker dan alles wat beweegt, ze doordringt en doorstroomt alles met haar zuiverheid.
Ze is de adem van Gods kracht, de zuivere straling van de luister van de Almachtige; niets dat onrein is kan haar binnendringen.
In haar schittert het eeuwige licht, in haar wordt Gods kracht feilloos weerspiegeld en zijn goedheid afgebeeld.
Ze is één maar kan alles, ze is onveranderlijk maar vernieuwt alles.
Ze gaat over op elk volgend geslacht van vrome mensen en maakt hen tot vrienden van God, en tot profeten.
Want God heeft alleen degene lief die zijn leven deelt met de wijsheid.
In schoonheid overtreft ze de zon, haar plaats is boven de sterren. Ze is schitterender dan het daglicht, want dat wordt gevolgd door de nacht, maar de wijsheid wordt nooit verduisterd door het kwaad.
Haar macht omvat de wereld van het ene uiteinde tot het andere, alles bestuurt ze even voortreffelijk.

 

Psalm 119, 89 + 90 + 91 + 130 + 135 + 175

Refr.: U woord, Heer, staat vast in de hemel voor eeuwig.

Heer, voor eeuwig
staat uw woord in de hemel vast.
Uw trouw duurt van geslacht op geslacht,
U hebt de aarde gegrondvest en zij houdt stand.

Naar uw voorschriften blijven hemel en aarde bestaan,
alles is aan U onderworpen.
Als uw woorden opengaan, is er licht
en inzicht voor de eenvoudigen.

Laat het licht van uw gelaat over mij schijnen,
onderwijs uw dienaar in uw wetten.
Moge mijn ziel leven en U loven,
mogen uw voorschriften mijn hulp zijn.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 17, 20-25

Vlak bij ons, in onze medemens, in onze taak, in zijn Woord, in zijn sacrament komt de Heer. Leven wij vanuit deze realiteit ?

Toen de Farizeeën Jezus vroegen wanneer het Koninkrijk van God zou komen, antwoordde Hij hun: ‘De komst van het Koninkrijk van God laat zich niet aanwijzen, en men kan niet zeggen: “Kijk, hier is het!” of: “Daar is het!” Maar weet wel: het Koninkrijk van God ligt binnen uw bereik.’
Tegen de leerlingen zei Hij: ‘Er komt een tijd dat jullie ernaar zullen verlangen een van de dagen van de Mensenzoon te zien, maar jullie zullen die dag niet meemaken. Dan zullen de mensen tegen jullie zeggen: “Kijk daar!” of: “Kijk hier!” Maar doe dat niet en schenk er geen aandacht aan. Want zoals de bliksem licht geeft wanneer hij van de ene naar de andere kant van de hemel flitst, zo zal de Mensenzoon verschijnen. Maar eerst moet Hij veel lijden en door deze generatie verworpen worden.’

Van Woord naar leven

Vandaag zegt Jezus ons: ‘De komst van het Koninkrijk van God laat zich niet aanwijzen, en men kan niet zeggen: “Kijk, hier is het!” of: “Daar is het!” Maar weet wel: het Koninkrijk van God ligt binnen uw bereik.’Het huis waar we wonen, de plek waar we werken, de plaats waar we mensen ontmoeten, de gemeenschap waartoe we behoren, de school of univ waar we studeren, onze straat, dorp of stad,... allemaal plaatsen waar Jezus tot ons komt. In die zin is het Rijk Gods voortdurend midden onder ons. Daar is Hij, bemint Hij, roept Hij op.Christus' aanwezigheid is voor onze lichamelijke ogen niet altijd zo duidelijk. Maar wie kijkt met de ogen van het geloof, met de ogen van de Geest, zal de Heer aanwezig weten. Dit ‘aanwezig weten’ zal voor de gelovige meer en meer een vanzelfsprekendheid worden in de mate dat hij zich geeft aan die aanwezigheid. Hij zal zich maar al te graag nestelen in Christus’ tegenwoordigheid, opdat hij gelovig weet dat Christus de bron is van zijn liefhebben, en dat hij van Hem de genade zal krijgen te kunnen liefhebben naar Gods wil.Liefhebbend zal de gelovige bidden, biddend zal hij liefhebben.Een stille vrede, die zijn wortels vindt in God zelf, zal de minnende motor zijn van z’n biddend handelen. En meer dan hij zal vermoeden zal Jezus door hem heen al weldoende rondtrekken; zijn genade gevend aan allen die hij (Hij) ontmoet en waarvoor hij bidt.Ja, het Rijk Gods is midden onder ons.Laat ons 'ja' zeggen, in de liefde van de Geest.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer God, doe ons inzien dat Gij ten allen tijde onder ons en in ons zijt, als een levende oproep U te beminnen in elk gebeuren, in iedere mens. Kom heilige Geest, maak ons arm en leeg, maak ons vrij voor Jezus die zo graag door ons, met ons en in ons zijn genezend en bevrijdend werk wil verder zetten. Tot in lengte van dagen. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.