Lezingen van de dag – donderdag 4 mei 2017

donderdag in de derde paasweek


Uit de Handelingen van de Apostelen 8, 26-40

Toevallig ontmoet Filippus een reiziger, die als gelovige Jood van een bedevaart naar Jeruzalem terugkeert. Filippus verkondigt aan deze man de dood en de verrijzenis van Jezus, vindt geloof en doopt hem.

Een engel van de Heer zei tegen Filippus: ‘Ga tegen de middag naar de verlaten weg van Jeruzalem naar Gaza.’
Filippus deed wat hem gezegd werd en ging naar die weg toe. Daar kwam hij een Ethiopiër tegen, een eunuch, een hoge ambtenaar van de kandake, de koningin van Ethiopië, die belast was met het beheer van haar schatkist. Hij was in Jeruzalem geweest om daar God te aanbidden en zat nu op de terugweg in zijn reiswagen de profeet Jesaja te lezen.
De Geest zei tegen Filippus: ‘Ga naar die man daar in de wagen.’
Filippus haastte zich naar hem toe en hoorde hem de profeet Jesaja lezen, waarop hij vroeg: ‘Begrijpt u ook wat u leest?’
De Ethiopiër antwoordde: ‘Hoe zou dat kunnen als niemand mij uitleg geeft?’
Hij nodigde Filippus uit om in te stappen en bij hem te komen zitten.
Dit was het schriftgedeelte dat hij las: ‘Als een schaap werd hij naar de slacht geleid; als een lam dat stil is bij zijn scheerder deed hij zijn mond niet open. Hij werd vernederd en hem werd geen recht gedaan, wie zal van zijn nakomelingen verhalen? Want op aarde leeft hij niet meer.’
De eunuch vroeg aan Filippus: ‘Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander?’
Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze schrifttekst als uitgangspunt nam.
Onderweg kwamen ze bij een plaats waar water was, en de eunuch zei: ‘Kijk, water! Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden?’
Hij liet de wagen stilhouden en beiden liepen het water in, zowel Filippus als de eunuch, waarna Filippus hem doopte.
Toen ze uit het water kwamen, greep de Geest van de Heer Filippus en nam hem mee, en de eunuch zag hem niet meer, maar vervolgde zijn weg vol vreugde.
Filippus kwam terecht in Azotus; van daar reisde hij verder en verkondigde in alle steden het evangelie, tot hij in Caesarea aankwam.

 

Psalm 66, 8 + 9 + 16 + 17 + 20

Refr.: Prijs, o volken, onze God.

Prijs, o volken, onze God,
laat luid uw lof weerklinken.

Hij heeft ons het leven gegeven
en onze voeten voor struikelen behoed.

Kom en hoor wat ik wil vertellen,
ieder die ontzag heeft voor God,
hoor wat Hij voor mij heeft gedaan.

Toen mijn mond Hem aanriep,
lag een lofzang op mijn tong.

Geprezen zij God,
Hij heeft mijn gebed niet afgewezen,
mij zijn trouw niet geweigerd.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 6, 44-51

Tot God komen kan een mens niet louter uit eigen kracht. Het initiatief ligt bij God. Het leven met God wordt gevoed door het brood van goddelijk leven. Wij eten als het ware uit Gods hand. Dit brood is gegeven voor het leven van de wereld.

Jezus sprak:
‘Niemand bij mij komen, tenzij de Vader die mij gezonden heeft hem bij me brengt, en Ik zal hem op de laatste dag tot leven wekken.
Het staat geschreven in de Profeten: “Zij zullen allemaal door God onderricht worden.”
Iedereen die naar de Vader luistert en van Hem leert komt bij mij.
Niet dat iemand ooit de Vader gezien heeft; alleen Hij die van God komt, heeft Hem gezien.
Waarachtig, Ik verzeker u: wie gelooft, heeft eeuwig leven.
Ik ben het brood dat leven geeft.
Uw voorouders hebben in de woestijn manna gegeten en toch zijn zij gestorven. Maar dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald; wie dit eet sterft niet.
Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat Ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam.’

Van Woord naar leven

Vandaag zou ik vanuit de eerste lezing van vandaag, een warm pleidooi willen voeren voor het gezamenlijk lezen van de Bijbel.Gelukkig bestaan er heel wat goede initiatieven op dit vlak. Er zijn vele Bijbelgroepjes die met regelmaat samenkomen om de Schrift samen te lezen en te overwegen, om het Woord te leggen op het dagelijks leven. Da’s goed, en alleen maar aan te moedigen.Doch zijn er heel wat mensen (echt véél mensen) die diep vanbinnen verlangen om samen met anderen de Bijbel te lezen, maar daar, om welke reden ook, niet toe komen. Als Kerk-mensen zouden we daar echt oog voor moeten hebben, en wel zo dat we deze mensen durven aanspreken, en uitnodigen om aan te sluiten bij iets bestaands, of uitnodigen iets nieuws te beginnen op het vlak van gezamenlijke Bijbellezing.Anderzijds mogen mensen die dit verlangen in zich dragen ook zelf in actie schieten en, al dan niet parochiegebonden, dergelijk initiatief op gang brengen. Waar een wil is, is een weg.Bij te veel mensen staat de Bijbel, als deze al in huis is, gewoon tussen de boeken op de boekenplank, en wordt hij weinig gebruikt. Wat jammer is. Niet ?Het is goed de Bijbel thuis op een zichtbare plek te leggen, liefst open, als een oproep hem met regelmaat ter hand te nemen, om er uit te putten, om er mee te bidden, om in het Woord de Heer te ontmoeten.En, want daar ging m’n pleidooi over, samenkomen om met anderen de Bijbel te lezen, diep gelovend naar het woord van de Heer waar twee of meer mensen in zijn naam samenzijn Hij in hun midden is. Samen de Bijbel biddend lezen en overwegen, het Woord leggend op ons dagelijks leven, zal ons bevruchten met Gods zaad; het Woord dat in de goede aarde van ons hart zal vallen en wortel zal schieten om vruchten te dragen; Gods vruchten, vruchten van liefde en vrede.Laten we het Woord beminnen. Het bemint ook ons.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus, moge uw heilige Geest ons bezielen, opdat we het Woord uit de Schrift mogen liefhebben en koesteren als een groot en goddelijk goed. Geef ons Kerk-zin, om samen met anderen uw Woord tot ons te nemen en het te bemediteren. Moge het vruchten afwerpen ter opbouw van onze samenlevingen; uw Rijk hier op aarde. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.