Lezingen van de dag – donderdag 7 april 2016

DONDERDAG IN DE TWEEDE PAASWEEK


Uit de Handelingen van de Apostelen 5, 27-33

Petrus en de leerlingen verschijnen weer voor het Sanhedrin. Wij mogen getuigen zijn van hun geloofservaring en hun trouw. Wij vernemen de motivering van hun geloof, hun zekerheid dat Christus aanwezig is, hun oproep tot bekering. Dit alles heeft wezenlijk te maken met de Blijde Boodschap van Jezus’ verrijzenis.

In die dagen namen de dienaren van de bevelhebber de apostelen mee en leidden hen voor het Sanhedrin. De hogepriester begon het verhoor met de vraag: ‘Hebben wij u niet nadrukkelijk verboden de naam van Jezus nog te gebruiken en onderricht over hem te geven? En toch verspreidt u uw leer in heel Jeruzalem en stelt u ons aansprakelijk voor de dood van deze man.’
Petrus en de andere apostelen antwoordden: ‘Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen. De God van onze voorouders heeft Jezus weer tot leven gewekt, nadat u Hem had vermoord door Hem aan een kruishout te hangen. God heeft Hem een plaats gegeven aan zijn rechterhand, Hem tot leidsman en redder verheven om de Israëlieten tot inkeer te brengen en hun zonden te vergeven. Daarvan getuigen wij, en daarvan getuigt ook de heilige Geest, die God geschonken heeft aan wie Hem gehoorzamen.’
Toen de leden van het Sanhedrin dit hoorden, ontstaken ze in woede en wilden ze de apostelen ter dood brengen.

 

Psalm 34, 2 + 9 + 17 + 18 + 19 + 20

Refr.: De Heer hoort de kreten van de rechtvaardigen.

De Heer wil ik prijzen, elk uur van de dag,
mijn mond is altijd vol van zijn lof. Resurrection-Icon

Proef, en geniet de goedheid van de Heer,
gelukkig de mens die bij Hem schuilt.

Toornig ziet de Heer wie kwaad doen aan,
Hij wist hun namen op aarde uit.

De Heer hoort de kreten van de rechtvaardigen,
Hij bevrijdt hen uit de nood.

Gebroken mensen is de Heer nabij,
Hij redt wie zwaar wordt getroffen.

Al blijft de rechtvaardige niets bespaard,
de Heer zal hem steeds weer bevrijden.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 3, 31-36

Wie gelooft in Gods Zoon heeft het eeuwig leven. Wie niet echt gelooft, kan dat leven niet zien. We hebben misschien ooit gemeend  dat het eeuwig leven iets is voor na de dood. Jezus’ woorden zijn klaar genoeg: het eeuwig leven begint hier reeds voor wie gelooft.  Eeuwig leven is God. Geloven is God liefhebben. Christen-zijn is het eeuwig leven  in zich dragen en het reeds nu beleven.

Jezus sprak tot Nikodemus:
‘Hij die van boven komt staat boven allen, wie uit de aarde voortkomt is aards en spreekt de taal van de aarde. Hij die uit de hemel komt en boven allen staat, getuigt van wat Hij gezien en gehoord heeft, en toch wordt zijn getuigenis door niemand aanvaard. Wie zijn getuigenis wel aanvaardt, bevestigt daarmee dat God betrouwbaar is.
Hij die door God gezonden is, spreekt de woorden van God, en God schenkt de Geest in overvloed.
De Vader heeft de Zoon lief en heeft alle macht aan Hem overgedragen.
Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten.’

Van Woord naar leven

Willen we leven in Gods wil, willen we zijn woorden spreken, willen we zijn liefde belichamen, dan is het belangrijk dat we Gods heilige Geest in ons leven levend houden, of beter gezegd: het is belangrijk dat we onszelf plaatsen in de wind van de Geest, in het waaien van de Geest over ons leven. Dit vraagt een zekere oefening, een loslaten van het eigen ik, en vooral ook een volgehouden dagelijks gebed.Wat dat waaien van de Geest betreft… Het komen of waaien van de Geest valt doorgaans niet sterk op, het is gewoonlijk geen opvallend gebeuren, ook niet in het gebed; laat het je niet wijsmaken. Het is bijna nooit zichtbaar, af en toe waarneembaar wanneer God zich laat voelen of zelfs laat zien, maar dit laatste is eerder zeldzaam. Het waaien van de Geest gaat over een stille liefde aangeboden door de Vader in de diepte van onze ziel, of in gebeurtenissen door Hem geleid.God openbaart in de Geest een liefde die ons Hem doet kennen, en die ons doet keren naar Hem; een minne die ons doet verlangen, een warmte die ons doet bidden, een innige liefdesvlam die ons in ontmoeting brengt met Hem (de Vader) doorheen zijn Zoon waarin Hij ons bewoont. Het waaien van de Geest is de adem Gods die onze ziel tot leven brengt, ons hart tot minne maakt, ons verstand tot wijsheid brengt, en ons alzo tot een liefdevol mens maakt; Gods liefde belichamend.Hoe kunnen we het beste open staan voor de heilige Geest ?Wel, sommige horen het misschien niet graag, maar ik denk dat vroeg opstaan, en de ochtendstilte koesteren en liefhebben, een vruchtbare weg is om het waaien van de Geest vruchtbaar te laten zijn. De vroege ochtendstilte maakt ons immers arm en leeg, bereid en beschikbaar. De ochtend is een erg waardevol en genaderijk moment.Het is waar, vroeg opstaan pikt soms, wat langer slapen kan zo’n deugd doen; tegen wie zeg je het. Maar het kan geen kwaad dit laatste soms geweld aan te doen. Er staat ons immers zo iets moois te wachten bij het vroege ochtendgloren. Daarom niet echt voelbaar, maar wel reëel in zijn aanwezigheid, namelijk God, en niemand anders dan God alleen; Hij die op je wacht. Voor Hem kom je dan ook uit de warmte van je bed; ja, voor zijn heilige liefde voor u, aan u geschonken, voor allen die je ontmoet, voor allen waarvoor je bidt, in wezen voor de hele mensheid.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, beziel ons met uw Geest, uw heilige adem, aefac9c3ff6fb94ca1fe1861d04bf21euw warmte die ons in vuur en vlam zet voor U, die ons hele zijn doet richten naar U; onze ziel, ons hart, ons verstand. Vervul ons gebed met veel liefde voor de stilte, met liefde voor uw komen, uw zijn, uw genade, opdat wij uw liefde mogen worden, groeiend in Christus. Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.