Lezingen van de dag – maandag 16 april 2018

maandag in de 3e paasweek


Uit de Handelingen van de Apostelen 6, 8-15

Stefanus, een der eerste diakens, wordt voor het gerecht gebracht omwille van zijn trouw aan het geloof en zijn zendingswerk. Hij wordt vals beschuldigd. Hieruit wordt ons duidelijk dat het eigenlijk om Jezus zelf gaat. Mensen verzetten zich, zogezegd in naam van God, tegen Gods eigen heilsplan. Stefanus is bereid zoals Christus zijn leven te geven.

Stefanus verrichtte dankzij Gods genade en kracht grote wonderen en tekenen onder het volk.
Enkele leden van de synagoge van de Vrijgelatenen, waartoe ook Joden uit Cyrene en Alexandrië behoorden, evenals Joden uit Cilicië en Asia, kwamen echter in verzet en begonnen met hem te redetwisten, maar ze konden niet op tegen zijn wijsheid en tegen de heilige Geest die hem bezielde.
Daarop zetten ze anderen ertoe aan te verklaren dat ze hadden gehoord dat Stefanus Mozes en God had gelasterd.
Ook het volk hitsten ze op, evenals de oudsten en de schriftgeleerden.
Ten slotte namen ze Stefanus gevangen en brachten hem voor het Sanhedrin.
Ze lieten valse getuigen komen, die verklaarden: ‘Deze man keert zich steeds weer tegen de tempel en de wet, want we hebben hem horen zeggen dat Jezus uit Nazaret de heilige plaats zal afbreken en de gebruiken die Mozes ons heeft overgeleverd zal veranderen.’
Alle leden van het Sanhedrin vestigden hun blik op Stefanus en zagen dat zijn gezicht leek op dat van een engel.

 

Psalm 119, 23 + 24 + 26 + 27 + 29 + 30

Refr.: Leer mij de weg van uw regels begrijpen.

Al spannen machtigen tegen mij samen,
uw dienaar blijft uw wetten overdenken.
Uw richtlijnen verheugen mij,
ze geven mij goede raad.

Vertel ik U mijn wegen, dan antwoordt U.
Onderwijs mij in uw wetten.
Leer mij de weg van uw regels begrijpen,
en ik zal uw wonderen overdenken.

Houd mij ver van bedrieglijke wegen
en leer mij genadig uw wet.
Ik heb de betrouwbare weg gekozen,
met uw voorschriften voor ogen.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 6, 22-29

Na de broodvermenigvuldiging ontvlucht Christus de mensen: zij zijn meer op mirakelen en spektakel belust dan op zijn boodschap. Ze gaan Hem zoeken. Ze willen niet zozeer zijn persoon, maar meer voedsel en welvaart. Jezus geeft hen een harde les. Kunnen ook wij onze verwachtingen corrigeren, als ze verkeerd en te oppervlakkig zijn ?

De volgende dag stond de menigte weer aan de oever van het meer. Ze hadden gezien dat er maar één boot was en dat Jezus niet aan boord was gegaan, maar dat zijn leerlingen alleen vertrokken waren.
Nu legden er andere boten uit Tiberias aan, dicht bij de plek waar ze het brood gegeten hadden nadat de Heer het dankgebed had uitgesproken.
Toen de mensen zagen dat Jezus en zijn leerlingen er niet waren, stapten ze in die boten en voeren ze naar Kafarnaüm om Hem te zoeken.
Ze vonden Hem aan de overkant van het meer en vroegen: ‘Rabbi, wanneer bent U hier gekomen?’
Jezus zei: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: u zoekt me niet omdat u tekenen hebt gezien, maar omdat u brood gegeten hebt en verzadigd bent. U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft Hem die volmacht gegeven.’
Ze vroegen: ‘Wat moeten we doen? Hoe doen we wat God wil?’
‘Dit moet u voor God doen: geloven in Hem die Hij gezonden heeft’, antwoordde Jezus.

Van Woord naar leven

Vandaag lezen we dat men op zoek was naar Jezus. Dat lezen we op meerdere plaatsen in de evangelies. Dat terugtrekken deed Hij regelmatig: 'naar de overkant’, ‘in het gebergte’, ‘geheel alleen'. Hij trok zich terug bij en in God.Het is goed Jezus hierin te volgen, om in Hem voor het Aangezicht van de Vader te komen; Hem van wie wij het leven ontvangen, die de diepste zin is van ons bestaan, de bezieler van ons leven.Velen van ons verlangen met regelmaat te bidden. En, wat menselijk is, we verlangen naar vrede in ons gebed, naar gevoelens van ‘rust’ in de Heer. Maar velen van ons leven wat dat betreft met een soort frustratie: de rust in het gebed ontbreekt, de vrede al evenmin. En al snel verkorten we onze gebedsmomenten, of nog erger: we houden er gewoon mee op. Wat jammer is.Wantrouw hen die beweren dat je pas echt gebeden hebt wanneer je gevoelens tijdens het gebed vervuld waren van vrede en vreugde, van een soort innerlijke (of uiterlijke) alleluia-trance ingegeven door de Heer. Ja, wantrouw hen die beweren dat je gevoelstoestand de norm is van je goed of minder goed bidden. In wezen heeft gebed niets met gevoel te maken. Nergens zegt Jezus: ‘uw gevoel heeft u gered’. Altijd zegt Hij: ‘uw geloof heeft u gered’.Geloof hier niet enkel bedoeld als belijdenis met de lippen, maar bedoeld als act van overgave aan God. Fijne gevoelens in dit gebeuren zijn leuk, klinkt aanlokkelijk, maar in wezen zijn ze absoluut niet belangrijk. Het gaat er in ons gebed om met open handen (hart) voor God te staan, je innerlijk leeg makend, nederig, vol overgave. De kern van het christelijk gebed is dat Jezus dat in u doet, met u, door u. Het gelovig bewust zijn dat Jezus in ons bidt is dus van onschatbare waarde. Verenigd met Hem brengt Hij ons voor het aanschijn van de Vader.Stilte (als het kan dagelijks langdurige stilte) zal je leiden in de woestijn van de ontmoeting. In de stilte, de dorheid, de leegte, zal God je vullen met zijn liefde, zijn licht, zijn vrede. In deze liefde zal Hij je leren af te sterven aan je oppervlakkig ik om je ware ik te vinden in Hem; je geschapen zijn naar zijn beeld en gelijkenis.Begrijp dus dat dit gebeuren zich niet afspeelt op het niveau van je gevoelens, maar wel in de kern van je ziel waar God je omvorming in Hem wil bewerkstelligen.Laat ons, naar de woorden van Clara van Assisi, niet zozeer bidden als wel gebed worden…Oh zalig de armen van geest.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, neem ons op in U en breng ons voor het aanschijn van de Vader, opdat wij met U in de liefde van de Geest mee mogen tafelen aan de maaltijd van het leven. Geef dat wij zo deze dag mogen doorgaan; in U biddend, onze taken verrichtend, de anderen ontmoetend. Trek ons Heer in U. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.