Lezingen van de dag – maandag 26 okt. 2015

MAANDAG IN WEEK 30 DOOR HET JAAR


Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 8, 12-17

Wanneer wij in alle eerlijkheid in onszelf kijken moeten wij bekennen dat ieder van ons niet vrij is van de zonde. Allen hebben wij dagelijks vergiffenis nodig. Het is dankzij de liefde van de Geest dat de Vader in de Zoon die vergeving kan schenken. Door die Geest zijn wij dan ook kinderen van God en kunnen wij vol vertrouwen tot de Vader bidden.

Broeders en zusters,
we hoeven ons niet langer te laten leiden door onze eigen wil. Als u dat wel doet, zult u zeker sterven. Als u echter uw zondige wil doodt door de Geest, zult u leven.
Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om Hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’.

 

Psalm 68, 2 + 4 + 7 + 20 + 21

Refr.: Onze God is een reddende God.

God staat op,
zijn vijanden stuiven uiteen,
zijn haters vluchten als Hij verschijnt.cross10

Maar de rechtvaardigen verblijden zich,
zij juichen als God verschijnt,
uitgelaten van vreugde.

God geeft eenzamen een thuis
en gevangenen vrijheid en voorspoed.
Maar opstandigen zullen wonen op dorre grond.

Geprezen zij de Heer, dag aan dag,
deze God draagt ons en redt ons.

Onze God is een reddende God.
Bij God, de Heer, is bevrijding uit de dood.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 13, 10-17

Voor goedheid zonder maat staat iedereen perpleks. De genezing van een vrouw die reeds achttien jaar ziek was, is zo een blijk van Jezus goedheid zonder maat. Jezus doorbreekt alle hindernissen van de wet op de Sabbat. Alleen goedheid telt.

Jezus gaf op sabbat onderricht in een synagoge.
Er was daar ook een vrouw die al achttien jaar bezeten was door een geest die haar ziek maakte. Ze was helemaal krom en kon met geen mogelijkheid rechtop staan. Toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij zich en zei tegen haar: ‘U bent verlost van uw ziekte,’ en Hij legde haar de handen op. Meteen ging ze rechtop staan en loofde God.
Maar de leider van de synagoge werd boos omdat Jezus op sabbat genas en zei tegen de menigte: ‘Er zijn zes dagen om te werken. Kom dus op die dagen om u te laten genezen en niet als het sabbat is!’
Maar de Heer zei: ‘Huichelaars! Maakt niet ieder van jullie op sabbat zijn os of ezel los van de voederbak om hem te laten drinken? Mocht deze vrouw, die een dochter is van Abraham en al achttien jaar door Satan geboeid werd gehouden, mocht zij op sabbat niet uit deze boeien worden losgemaakt?’
Toen Hij dat zei, stonden al zijn tegenstanders beschaamd, maar de hele menigte was verheugd over de machtige daden die door Hem werden verricht.

Van Woord naar leven

Een vrouw komt bij Jezus. Ze is bezeten door een boze geest, achttien jaar lang is zij al ziek en krom gebogen. Er zijn met deze vrouw twee dingen aan de hand: ze is geboeid, onvrij, zichzelf niet meester, én ze is krom, naar de aarde gebogen.Dat is nu precies wat de boze geest met ons allemaal doet: iemand onvrij maken, in de greep van zijn gevoelens houden, van zijn hartstochten, van zijn neigingen, van zijn iets niet kunnen, of van zijn iets per se moeten, én hij houdt iemands blik op de aarde gericht, neergebogen, depressief, moedeloos, dé zielsziekte van deze tijd. Dat heet troosteloosheid.Deze vrouw in het evangelie is als het ware een verpersoonlijking van de troosteloosheid, een lichaam geworden troosteloosheid. De mens is namelijk geschapen en bestemd om opgericht te zijn, alleen al zijn lichaamshouding wijst daarop. Hij is het enige viervoetige wezen dat op twee benen loopt, het hoofd omhoog, opgericht naar de hemel.Hoe lopen wij erbij? Hoe is het met onze ziel gesteld? Kunnen wij de Heer zo welkom heten dat Hij ons weer kan doen rechtstaan, ons kan optillen, kijkend naar de Vader, de Schepper van het leven, ook van ons leven. Of zien we de uitgestrekte hand van de Heer niet, en blijven we naar de aarde gebogen, ons richtend op allerlei dingen die ons van de Vader weerhouden.En hoe kijken wij naar hen die krom gebogen door het leven gaan? Als we hen al willen zien, willen we hen dan ook ontmoeten, of doen we onze oogkleppen aan en zien hen liever niet bezig… Het evangelie nodigt uit de Heer te volgen, ook in de genezingen die Hij doet. Zijn wij bereid broederschap aan te gaan met hen die kromgebogen lopen, met hen die niet de moed hebben naar de hemel te kijken, met hen die twijfelen, die niet meer kunnen geloven. Zijn we bereid die vriendschap aan te bieden die de Heer zo genegen was en een rode draad vormt doorheen heel het evangelie.En ja hoor, ook op zondag !all. 1-3: J. Bots, sj / all. 4-6: krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,Tau teken geef ons een hart gelijk aan het uwe: een hart vervuld van goddelijke liefde. Schenk ons die heilige moed die ons aanzet naar ieder te gaan die dorst naar uw liefde. Geef dat we dit niet zouden doen als een meerdere, maar als een gelijke, een dienaar. Doet Gij het Heer in ons, met ons, door ons. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.