Lezingen van de dag – vrijdag 10 juni 2016

vrijdag in week 10 door het jaarbijbel


Uit het eerste boek Koningen 19, 9a + 11-16

Ook een profeet kan vastzitten, het helemaal niet meer zien, twijfelen aan zijn God. Op zulk een ogenblik kan het zijn dat God zich opnieuw aan hem openbaart; niet in een storm, niet in vuur, maar in de stilte of het suizen van een zachte bries. Dan krijgt de profeet een nieuwe opdracht: hij ziet opnieuw de weg naar God in de mensen.

Toen Elia bij de berg Horeb kwam ging hij er een grot binnen en overnachtte daar.
Toen kwam het woord van de Heer tot hem: ‘Kom naar buiten’, zei de Heer, ‘en treed hier op de berg voor mij aan.’
En daar kwam de Heer voorbij. Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de Heer uit, die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg, maar de Heer bevond zich niet in die windvlaag. Na de windvlaag kwam er een aardbeving, maar de Heer bevond zich niet in die aardbeving. Na de aardbeving was er vuur, maar de Heer bevond zich niet in dat vuur. Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries. Toen Elia dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht. Hij kwam naar buiten en ging in de opening van de grot staan, en daar klonk een stem die tot hem sprak: ‘Elia, wat doe je hier?’
Elia antwoordde: ‘Ik heb me met volle overgave ingezet voor de Heer, de God van de hemelse machten, maar de Israëlieten hebben uw verbond met hen naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten vermoord. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.’
De Heer zei tegen Elia: ‘Keer terug en ga naar de woestijn van Damascus. Daar aangekomen moet je Hazaël tot koning van Aram zalven. Jehu, de zoon van Nimsi, moet je zalven tot koning van Israël, en Elisa, de zoon van Safat, uit Abel–Mechola, moet je tot je eigen opvolger zalven.’


Psalm 27, 7 + 8 + 9 + 13 + 14

Refr.: Uw nabijheid, Heer, wil ik zoeken.

Hoor mij, Heer, als ik tot U roep,
wees genadig en antwoord mij.

Mijn hart zegt u na: ‘Zoek mijn nabijheid!’ Drieeenheid_2
Uw nabijheid, Heer, wil ik zoeken.

Verberg uw gelaat niet voor mij,
wijs uw dienaar niet af in uw toorn.

U bent mij altijd tot hulp geweest,
verstoot mij niet, verlaat mij niet,
God, mijn behoud.

Mag ik niet verwachten
de goedheid van de Heer te zien
in het land van de levenden ?

Wacht op de Heer,
wees dapper en vastberaden,
ja, wacht op de Heer.


Uit het evangelie volgens Matteüs 5, 27-32

Niet alleen onze daden maar ook onze bedoelingen bepalen de morele waarde van ons christen-zijn. Het is trouwens typisch dat mensen hun bedoelingen voor hun eigen verdediging vlijtig aanhalen, terwijl ze bij het beoordelen van anderen meer kijken naar hun daden alleen. Deze algemene houding wordt toegelicht met het voorbeeld van de huwelijkstrouw.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.” En Ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd.
Als je rechteroog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt.
En als je rechterhand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af en werp hem weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam naar de Gehenna gaat.
Er werd gezegd: “Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief meegeven.” En ik zeg jullie: ieder die zijn vrouw verstoot, drijft haar tot overspel – tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis; en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel.

Van Woord naar leven

Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de Heer uit, die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg, maar de Heer bevond zich niet in die windvlaag. Na de windvlaag kwam er een aardbeving, maar de Heer bevond zich niet in die aardbeving. Na de aardbeving was er vuur, maar de Heer bevond zich niet in dat vuur. Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries. Toen Elia dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht. Hij kwam naar buiten en ging in de opening van de grot staan, en daar klonk een stem die tot hem sprak: ‘Elia, wat doe je hier?’ Zo lezen we vandaag uit het eerste boek Koningen.Ik zou vandaag met u willen nadenken over 'het gefluister van de zachte bries'. Prachtig beeld van hoe God doorgaans tot ons komt en spreekt. Niet in sterk opvallende zaken, of met veel lawaai, ook niet uitbundig, of op voorhand aangekondigd. Nee, in het 'stille gefluister van een zachte bries'.We zullen maar die zachte bries gewaar worden, en het stille gefluister horen, wanneer we zelf stil zijn geworden. Stil in de zin van geestelijk arm, ons gebed niet volpratend, maar aandachtig verlangend, vanuit een innerlijke verliefdheid, gedreven door een dorst ons gegeven.Lieve mensen, we kunnen niet genoeg de nadruk leggen op de stilte tijdens ons gebed. Het is de bedding waarlangs God langskomt, zijn vrede doet stromen, zichzelf kenbaar maakt. In de stilte zullen we zijn gefluister gewaarworden, niet als een menselijk spreken, maar als een innerlijke zelfgave van zijn liefde in zijn zoon Jezus. Christus' inwoning, zijn aanraking in het diepst van ons zijn, zal ons naar lichaam en ziel transformeren in Gods liefde.Oh ja, dikwijls in de woestijn, de droogte, de dorst. Laten we ons geen illusies maken. Maar Gods woestijn is tegelijkertijd zijn vervulling. Wie al vele jaren de weg van het 'stille' gebed bewandelt zal dat beamen.Laat ons de stilte beminnen, haar diep koesteren. Moge het een weg worden van innige Godsontmoeting; Hem voelend of niet. Dit laatste is in wezen niet belangrijk.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Geest van God,candle+flame1 liefde van de Vader, binnenkant van Christus, laai in ons met uw vuur, breng ons in de zachte bries van God, help ons zijn zacht gefluister gewaar worden, maak ons verliefd op zijn spreken, gericht op zijn liefde, hunkerend naar zijn aanraking. Leer ons stil zijn, innerlijk arm, wentelend in God. Oh Geest, kom en bid, Gij in ons. Amen. Ja amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.