Lezingen van de dag – vrijdag 16 juni 2017

vrijdag in week 10 door het jaar


Uit de tweede brief van Paulus aan de Korintiërs 4, 7-15

Lijden, tegenslag en tegenwerking kunnen ons – menselijk gezien – elke uitweg ontnemen. Maar volgens Paulus is dit maar schijn. Want als wij leven met en in Christus zijn er ook in het lijden wegen die tot het volle leven leiden.

Broeders en zusters,
wij dragen een schat in aarden potten; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God.
We worden van alle kanten belaagd, maar raken niet in het nauw. We worden aan het twijfelen gebracht, maar raken niet vertwijfeld. We worden vervolgd, maar worden niet in de steek gelaten. We worden geveld, maar gaan niet te gronde. We dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met ons mee, opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt. Wij levenden worden altijd omwille van Jezus aan de dood prijsgegeven, opdat in ons sterfelijke bestaan ook het leven van Jezus zichtbaar wordt. Zo is in ons de dood werkzaam, en in u het leven.
Er staat geschreven: ‘Ik bleef vertrouwen, daardoor kon ik spreken.’ In datzelfde vertrouwen spreken ook wij, omdat we geloven en weten dat Hij die de Heer Jezus heeft opgewekt ook ons, net als Jezus, zal opwekken en ons samen met u naar zich toe zal voeren. Dit alles gebeurt omwille van u, zodat Gods goedheid, die zich door steeds meer mensen verbreidt, ook tot steeds meer dankzegging leidt, tot eer van God. Daarom verzaken wij onze plicht niet. Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd.

 

Psalm 116, 10 + 11 + 15 + 16 + 17 + 18

Refr.: Heer, uw dienaar ben ik.

Ik bleef vertrouwen, ook al zei ik:
Ik ben diep ongelukkig.

Al te snel dacht ik:
Geen mens die zijn woord houdt.

Met pijn ziet de Heer,
de dood van zijn getrouwen.

Ach, Heer, ik ben uw dienaar,
uw dienaar ben ik.

Ik ben de zoon van uw dienares;
u hebt mijn boeien verbroken.

U wil ik een dankoffer brengen.
Ik zal de Naam aanroepen van de Heer.

Ik zal mijn geloften aan de Heer inlossen,
in het bijzijn van heel zijn volk.

 

Uit het evangelie volgens Matteüs 5, 27-32

Niet alleen onze daden maar ook onze bedoelingen bepalen de morele waarde van ons christen-zijn. Het is trouwens typisch dat mensen hun bedoelingen voor hun eigen verdediging vlijtig aanhalen, terwijl ze bij het beoordelen van anderen meer kijken naar hun daden alleen. Deze algemene houding wordt toegelicht met het voorbeeld van de huwelijkstrouw.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.” En Ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd.
Als je rechteroog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt.
En als je rechterhand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af en werp hem weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam naar de Gehenna gaat.
Er werd gezegd: “Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief meegeven.” En ik zeg jullie: ieder die zijn vrouw verstoot, drijft haar tot overspel – tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis; en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel.’

Van Woord naar leven

Wij zijn geschapen, zoals het boek Genesis zegt, naar Gods beeld en gelijkenis. Daar God liefde en trouw is, zijn wij dus ook geschapen naar die liefde en die trouw. Wanneer we ons verwijderen van God kan het zijn dat we die liefde schaden, alsook die trouw. We schaden dan dàt waartoe we geschapen en geroepen zijn... en dat is jammer, dat is zonde.Maar de zonde, of het nee-woord van de mens, heeft voor God nooit het laatste woord. Gods liefde bestaat er juist in de zondige mens op te zoeken, om hem op te nemen in zijn barmhartigheid met de bedoeling die mens tot genezing te brengen, hem weer op het pad van de liefde te krijgen. Dat heeft Jezus gedaan op het kruis voor ieder van ons. Tot in de diepste krochten is Hij afgedaald om elke van God vervreemde mens op te tillen en te bevrijden van al zijn nee-woorden.Als christenen zouden we ons meer bewust moeten zijn dat we verlost zijn. Anderzijds is het even waar dat er in ieder van ons plekken zijn die nood hebben aan verlossing. Maar dat komt omdat we ons losmaken van de verlossing aan ons gedaan toen op Paasochtend wanneer de Heer verrees.De roeping van een christen is een paasmens te zijn, iemand die zich gelovig bewust is dat Jezus hem ten diepste verlost heeft, en dat hij nu, verenigd met Hem, als een vrije mens, kiest voor liefde en rechtvaardigheid, voor verzoening en vrede. En dit eenvoudig en blij, biddend en zingend, samen met zovelen die de Heer bij elkaar brengt.Kom, laat ons gaan naar de Heer. Laten we onze woonst maken in zijn Hart, om samen zijn liefde te worden, te zijn.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, geef ons dat blijde bewustzijn dat wij door U verlost zijn. Als wij ons van deze verlossing verwijderen, tik ons dan op ons geweten, en leer ons ons door U te laten opnemen. Schenk ons de gave van gebed van het hart dat ons de genade verleent ons in U te vestigen. Tot welzijn van allen. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.