Lezingen van de dag – vrijdag 2 nov 2018

Allerzielen

eigen lezingen


Gisteren vierden wij het feest van alle gelovigen die de hemelse glorie reeds genieten. Vandaag nodigt de Kerk ons uit te bidden voor onze overledenen. Ook zij zijn in Gods hand en wij geloven dat velen van hen verkeren in een toestand van loutering. Het is onze plicht voor hen allen te bidden, voor onze ouders en vrienden, voor hen waarmee we goed konden opschieten, maar ook voor hen bij wie dit minder was. Elke overleden mens heeft het volste recht op ons gebed. Dat zij allen mogen worden opgenomen in de eeuwige liefde bij de Vader.


Uit het boek Wijsheid 3, 1-9

Er is genade en barmhartigheid voor Gods heilig volk.

De zielen van de rechtvaardigen zijn in Gods hand, geen marteling kan hun deren. Dwazen menen dan wel dat de rechtvaardigen dood zijn, dat het ellendig is dat ze ons moesten verlaten en rampzalig dat ze afscheid moesten nemen – de rechtvaardigen zijn evenwel in vrede. Ook al ziet iedereen hun lot als een straf, zij koesterden de hoop op onsterfelijkheid. En na een korte tijd van lijden is hun onmetelijk geluk ten deel gevallen, want God heeft hen op de proef gesteld en hen waardig gekeurd om bij hem te zijn. Hij heeft hen als goud in een oven gelouterd en hen als een brandoffer aanvaard. Wanneer de tijd aanbreekt dat Hij zich over hen ontfermt, zullen ze opvlammen en als vuur door een stoppelveld razen. Ze zullen een oordeel vellen over alle volken en over hen heersen, en de Heer zal hun koning zijn tot in eeuwigheid.
Wie op Hem vertrouwen zullen de waarheid kennen, en wie trouw zijn zullen in liefde met Hem verkeren.
Want er is genade en barmhartigheid voor zijn heilig volk, en redding voor zijn uitverkorenen.

 

Psalm 27, 1 + 4 + 13+ 14

Refr.: Wees dapper en vastberaden, wacht op de Heer.

De Heer is mijn licht, mijn behoud,
wie zou ik vrezen ?
Bij de Heer is mijn leven veilig,
voor wie zou ik bang zijn ?

Ik vraag aan de Heer één ding,
het enige wat ik verlang:
wonen in het huis van de Heer
alle dagen van mijn leven,
om de liefde van de Heer te aanschouwen,
Hem te ontmoeten in zijn tempel.

Mag ik niet verwachten
de goedheid van de Heer te zien
in het land van de levenden ?

Wacht op de Heer,
wees dapper en vastberaden,
ja, wacht op de Heer.

 

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 6, 3-9

Wanneer wij met Christus zijn gestorven, zullen met Hem leven.

Broeders en zusters,
weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? We zijn door de doop in zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding.
Immers, we weten dat ons oude bestaan met Hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met Hem zullen leven, omdat we weten dat Hij, die uit de dood is opgewekt, niet meer sterft. De dood heeft geen macht meer over Hem.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 11, 17-27

‘Ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven’.

Toen Jezus in Betanië aankwam, hoorde Hij dat Lazarus al vier dagen in het graf lag. Betanië lag dicht bij Jeruzalem, op een afstand van ongeveer vijftien stadie, en er waren dan ook veel Joden naar Marta en Maria gekomen om hen te troosten nu hun broer gestorven was.
Toen Marta hoorde dat Jezus onderweg was ging ze Hem tegemoet, terwijl Maria thuisbleef. Marta zei tegen Jezus: ‘Als U hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu weet ik dat God U alles zal geven wat U vraagt.’
Jezus zei: ‘Je broer zal uit de dood opstaan.’
‘Ja,’ zei Marta, ‘ik weet dat hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan.’
Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?’
‘Ja Heer,’ zei ze, ‘ik geloof dat U de Messias bent, de Zoon van God die naar de wereld zou komen.’

Van Woord naar leven

Een overweging bij AllerzielenDat God de mensen die voor Hem kiezen niet teleur zal stellen vieren we tijdens Allerzielen. Het gaat dan om het grote volk van God dat Hij verzamelen wil. Het volk van al die mensen die ons voorgingen en die nu voor ons ten beste spreken. Het staat zo terecht in de liturgie van de uitvaart: 'Heer neem hen op in uw glorie, laat zij die ons zijn voorgegaan aan ons denken, maak hen tot onze voorsprekers bij U. Mogen zij U onze namen in herinnering brengen, zoals Hij dat doet, de mens naast U, de grootste Heilige: Jesus zelf die naast U staat in al Uw heerlijkheid.'Allerzielen hoort geen donkere dag te zijn die akelig contrasteert met Allerheiligen maar een dag van licht en troost. God houdt van mensen en zal dat blijven doen.Tot ons allen samen is gezegd: 'jullie zijn een heilig volk' en tot ieder van ons persoonlijk is gezegd: 'Ik heb jou nodig, Ik kan niet zonder jou.' Tot ieder van ons persoonlijk wordt gezegd: 'Ik roep jou bij je naam, wees er voor de mensen voor wie jij iets kunt betekenen.' En dan geldt voor jou, dan geldt voor ons allen dat Hij ons niet teleur zal stellen.De bladeren zijn gevallen, buiten lijkt de dood weer te gaan regeren maar binnen verkondigt de Kerk dat God een Bewaarder van de levenden is. Hij is ons mensen trouw. Hij heeft onze namen geschreven in de palm van zijn hand, Hij begeleidt ons met zijn licht. Hij zal ons opvangen in zijn heerlijkheid en ook wij mogen staan in die grote kring rond de 144.000 getekenden - waar wij gisteren over hoorden spreken - en rond allen die ons zijn voorgegaan en nu voor ons ten beste spreken. Wij hier beneden zijn nu al opgenomen in de liefde van God die alle begrip te boven gaat.Ook wij mogen leven in het licht dat niemand doven kan.F. LemmensReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, dankbaar om de hemel, dankbaar om onze overledenen, bidden wij om genade; voor hen, voor ons. Mogen wij allen delen in uw eeuwige liefde; zij in de hemel, wie hier reeds op aarde. Moge uw liefde zichtbaar zijn, hier al op aarde zoals in de hemel. Moge onze overledenen voorspreken voor ons, dat ieder op aarde U mag kennen, U ten diepste ontmoeten, opdat Gij met ons kunt doen wat de Vader voor ons droomt. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.