Lezingen van de dag – vrijdag 5 januari 2018

vrijdag na 1 januari


Uit de eerste brief van Johannes 3, 11-21

Liefde is echt goddelijk leven, dat zich uit in concrete menselijke goedheid en genegenheid. Voor de christen is liefde een levensprogramma. Zij doet mensen naar God en naar elkaar toegroeien.

Dit is wat u vanaf het begin hebt horen verkondigen: dat we elkaar moeten liefhebben en niet moeten doen zoals Kaïn, die voortkwam uit hem die het kwaad zelf is, en zijn broer doodsloeg. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn eigen daden slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig.
Wees niet verbaasd, broeders en zusters, als de wereld u haat. Wij weten dat we van de dood zijn overgegaan naar het leven omdat we elkaar liefhebben. Wie niet liefheeft blijft in de dood.
Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar, en u weet dat een moordenaar het eeuwige leven niet blijvend in zich heeft.
Wat liefde is, hebben we geleerd van Hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters.
Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?
Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden. Dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid en kunnen we met een gerust hart voor God staan.
En zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is groter dan ons hart, Hij weet alles.
Geliefde broeders en zusters, als ons hart ons niet aanklaagt, kunnen we ons vol vertrouwen tot God wenden.

 

Psalm 100, 2-5

Refr.: Juich voor de Heer, alle landen.

Dien de Heer met vreugde,
kom tot Hem met jubelzang.

Erken het: de Heer is God,
Hij heeft ons gemaakt, Hem behoren wij toe,
zijn volk zijn wij, de kudde die Hij weidt.

Kom zijn poorten binnen met een loflied,
hef in zijn voorhoven een lofzang aan,
breng Hem hulde, prijs zijn Naam.

De Heer is goed,
zijn liefde duurt eeuwig,
zijn trouw van geslacht op geslacht.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 1, 43-51

De eerste leerlingen van Jezus trokken anderen aan. Maar beslissend voor de geloofsovergave blijft, zoals bij Natanaël, de ontmoeting met Jezus zelf. Hij ervaart doorheen de menselijke gestalte van Jezus iets diepers en wordt erdoor getroffen, zodat hij anders gaat denken en leven. Wie zich bekeert tot Jezus zal de hemel open zien en Gods glorie aanschouwen.

De volgende dag besloot Jezus naar Galilea te gaan en daar ontmoette Hij Filippus.
Hij zei tegen hem: ‘Ga met mij mee.’
Filippus kwam uit Betsaïda, uit dezelfde stad als Andreas en Petrus.
Hij kwam Natanaël tegen en zei tegen hem: ‘We hebben de man gevonden over wie Mozes in de wet geschreven heeft en over wie ook de profeten spreken: Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazaret!’
‘Uit Nazaret?’ zei Natanaël. ‘Kan daar iets goeds vandaan komen?’
‘Ga zelf maar kijken’, zei Filippus.
Jezus zag Natanaël aankomen en zei: ‘Dat is nu een echte Israëliet, een mens zonder bedrog.’
‘Waar kent U mij van?’ vroeg Natanaël.
Jezus antwoordde: ‘Ik had je al gezien voordat Filippus je riep, toen je onder de vijgenboom zat.’
‘Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de koning van Israël!’ zei Natanaël.
Jezus vroeg: ‘Geloof je omdat Ik tegen je zei dat Ik je onder de vijgenboom zag zitten? Je zult nog grotere dingen zien.’
‘Waarachtig, Ik verzeker jullie’, voegde Hij eraan toe, ‘jullie zullen de hemel geopend zien, en de engelen van God zien omhooggaan en neerdalen naar de Mensenzoon.’

Van Woord naar leven

Vandaag horen we de eerste lezing: 'Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar.'Straffe uitspraak. En toch ...We kennen de tien geboden. Het zesde gebod luidt: 'Gij zult niet doden'. Dat mogen we gerust letterlijk verstaan. Niemand heeft het recht het leven van een ander zomaar te beëindigen. Een mens doden mag niet, punt.Maar 'gij zult niet doden' mogen we ook in een meer geestelijke betekenis verstaan. Wanneer God de mogelijkheid schenkt om lief te hebben en we slaan die mogelijkheid in de wind, dan doden we eigenlijk de kans om lief te hebben, zowel voor onszelf als voor de ander. We ontnemen onszelf en die ander niet enkel de mogelijkheid om lief te hebben, maar we ontnemen ons en de ander ook een groei in het beminnen, want wie liefheeft (of dit tracht te doen) groeit. We ontnemen ons en de ander in zekere zin ook het 'leven', want wie bemint geeft leven, en ontvangt zelfs eeuwig leven.Dus de woorden uit de brief van Johannes van vandaag 'Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar', mogen we gerust lezen zoals het er staat.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, kom met uw heilige Geest over ieder van ons, leer ons U kennen en liefhebben, opdat wij, U volgend, de liefde van God mogen bezingen in al ons doen en laten. Neem ons op in U Heer, trek ons in het vuur van uw minne. Alle dagen van ons leven, amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.