Lezingen van de dag – vrijdag 6 juli 2018

vrijdag in week 13 door het jaar


Uit de profeet Amos 8, 4-6 + 9-12

Met striemende woorden klaagde de profeet Amos sociale onrechtvaardigheid aan. Dit is ontrouw aan elke godsdienstige overtuiging. Hij doet dit alles om zijn volk op te roepen tot honger en dorst naar het woord van de Heer.

Jullie die de armen kwaad willen berokkenen en uit zijn op de ondergang van de machtelozen van dit land, luister!
Jullie zeggen: ‘Wanneer is de dag van de nieuwemaan voorbij, zodat we weer koren kunnen verkopen? Wanneer de sabbat, zodat we weer graan kunnen verhandelen?’
Jullie maken de efa kleiner, jullie maken de sjekel zwaarder en jullie knoeien met de weegschaal. Jullie kopen de zwakken voor een handvol zilver, de armen voor een paar sandalen, en jullie zeggen: ‘Ook het kaf verkopen we als graan!’
Op die dag – spreekt God, de Heer – zal Ik op het middaguur de zon doen ondergaan, en het land verduisteren op klaarlichte dag. Ik zal jullie feesten veranderen in rouw, jullie liederen in klaagzangen; om jullie heupen gord Ik een rouwkleed, en jullie hoofden scheer Ik kaal. Jullie zullen treuren als om de dood van een enig kind, en die dag zal eindigen in bitterheid.
Weet dat de dagen komen – spreekt God, de Heer – dat Ik het land zal laten hongeren. Het zal geen honger zijn naar brood of dorst naar water, maar honger naar de woorden van de Heer.
Het volk zal zwerven van de ene zee naar de andere, en dwalen van het noorden naar het oosten om de woorden van de Heer te zoeken, maar ze zullen die niet vinden.

 

Psalm 119, 2 + 10 + 20 + 30 + 40 + 131

Refr.: Gelukkig wie de Heer zoeken met heel hun hart.

Gelukkig wie de richtlijnen van de Heer volgen,
Hem zoeken met heel hun hart.

Met heel mijn hart heb ik U gezocht,
laat mij niet afdwalen van uw geboden.

Mijn ziel kwijnt weg van verlangen
naar uw voorschriften, dag en nacht.

Ik heb de betrouwbare weg gekozen,
met uw voorschriften voor ogen.

Hoe verlang ik naar uw regels,
doe mij leven in uw gerechtigheid.

Dorstig opent zich mijn mond,
zo hunker ik naar uw geboden.

 

Uit het evangelie volgens Matteüs 9, 9-13

Jezus koos zijn leerlingen niet alleen onder de eenvoudigen en weldenkenden, maar ook onder de tollenaars. Op uitnodiging van Matteüs ging Hij zelfs bij deze zondaars dineren. Dit was de grootste uitdaging voor de Farizeeën.

Toen Jezus verderging, zag Hij bij het tolhuis een man zitten die Matteüs heette, en Hij zei tegen hem: ‘Volg mij.’
Hij stond op en volgde Hem.
Toen Hij thuis aanlag voor de maaltijd, kwam er ook een groot aantal tollenaars en zondaars, die samen met Hem en zijn leerlingen aan de maaltijd deelnamen.
De Farizeeën zagen dit en zeiden tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet uw meester met tollenaars en zondaars?’
Hij hoorde dit en gaf als antwoord: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel. Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: “Barmhartigheid wil Ik, geen offers.” Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’

Van Woord naar leven

Vandaag zegt Jezus: 'Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.'Er is heel wat zondigheid in de wereld; zondigheid is ons eigen hart, zondigheid in het hart van anderen. Hoe gaan wij met die zondigheid om ?Wat de zondigheid in anderen betreft: kunnen wij hen op zo'n wijze nabij zijn dat zij de liefde van de Heer werkelijk ontmoeten; dat zij zich niet veroordeeld voelen maar gezalfd, dat ze dorst krijgen naar het recht en zin om het onrecht achter te laten. Kunnen wij gebroken situaties zo nabij zijn dat er verzoening kan tot stand komen, dat er verbroederd wordt. Laten we de zondaar diep beminnen; niet de zonde, wel de zondaar. Een christen hoort dat zo te doen. We moeten het evangelie ernstig nemen. De zondaar beminnen is blijde boodschap. Het is het verloren schaap opzoeken, wie verwond is helen, wie veroordeeld wordt opnemen in de gemeenschap.Wat de zondigheid in onszelf betreft: wat moeten deze woorden van de Heer troostend zijn voor ieder van ons. Voor mij toch. Wat zouden we moeten doen zonder Hem... In zijn overgrote liefde komt Hij de zondaar tegemoet om hem te omhelzen met zijn barmhartigheid, om hem te genezen, om zijn duisternis om te buigen naar Gods licht... Wat is God toch groot !Jammer genoeg zijn we ons niet altijd bewust dat de Heer ons zo nabij komt wanneer we zondigen. Dikwijls zien we Hem niet omdat ons geweten vertroebeld is, omdat ons hart op andere dingen is gericht. Vandaar het belang van gezond berouw. Vroegere jaren sprak men van gewetensonderzoek... zo slecht nog niet.Laten we Jezus’ licht welkom heten in onze duisternis, opdat al de donkerte door zijn genade kan omgebogen worden naar zijn liefde. Dat wordt bedoeld wanneer men zegt dat voor God niets onmogelijk is.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, Gij hebt Jezus naar de wereld gezonden om de verloren gelopen mens weer op te zoeken, om hem die gewond is te helen, om hem die van U vervreemd is te omhelzen, om uw licht kenbaar te maken aan hen die de duisternis zijn gaan koesteren. Jezus, kom in ons, raak ons aan, genees ons, neem ons op in Gods liefde. Maak ons tot instrumenten van uw barmhartigheid en leer ons beminnen met uw hart, de kwijnende vlaspit niet dovend, het geknakte riet niet brekend. Kom heilige Geest, maak ons tot werktuigen van Gods vrede. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.