Lezingen van de dag – vrijdag 8 jan. 2015

VRIJDAG NA DE OPENBARING DES HEREN


Uit de eerste brief van Johannes 5, 5-13

Geloven, is volgens Johannes, in Jezus de Zoon van God erkennen, en weten dat Hij goddelijk leven kan geven aan wie Hem vertrouwen schenkt. De Geest, die ons geschonken is en het water en het bloed, die verwijzen naar het paasmysterie van de Heer, getuigen voor de waarheid van zulk geloof.

Geliefde broeders en zusters,
wie anders kan de wereld overwinnen dan hij die gelooft dat Jezus de Zoon van God is?
Hij, Jezus Christus, is gekomen door water en bloed; niet door het water alleen, maar door het water en het bloed. En de Geest getuigt ervan, omdat de Geest de waarheid is.
Er zijn dus drie getuigen: de Geest, het water en het bloed, en het getuigenis van deze drie is eensluidend.
Als we het getuigenis van mensen aannemen, zullen we zeker het getuigenis van God aannemen, dat zoveel meer gezag heeft, want het is het getuigenis dat God over zijn Zoon gegeven heeft.
Wie in de Zoon van God gelooft, draagt het getuigenis in zich. Wie God niet gelooft, maakt Hem tot leugenaar, omdat hij geen geloof hecht aan het getuigenis dat God over zijn Zoon gegeven heeft.
Dit getuigenis luidt: God heeft ons eeuwig leven geschonken en dat leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven. Wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.
Dit alles schrijf ik u omdat u moet weten dat u eeuwig leven hebt, u die gelooft in de Naam van de Zoon van God.

 

Psalm 147, 12 + 13 + 14 + 15 + 19 + 20

Refr.: Loof nu de Heer, Jeruzalem !

Prijs, Jeruzalem, prijs de Heer,
loof, Sion, loof je God.Icon Lamp

Hij heeft de grendels van je poorten versterkt,
het volk binnen je muren gezegend.

Hij geeft je vrede en veilige grenzen,
met vette tarwe stilt Hij je honger.

Hij zendt zijn bevelen naar de aarde,
vlug als een renbode gaat zijn woord.

Hij maakt zijn woorden aan Jakob bekend,
zijn wetten en voorschriften aan Israël.

Met geen ander volk heeft Hij zich zo verbonden,
met zijn wetten zijn zij niet vertrouwd.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 5, 12-16

Jezus geneest een melaatse die bereid was Hem vertrouwen te geven. Wonderen brachten mensen er toe Jezus te volgen uit sensatiezucht en eigenbelang. Jezus wil echter zijn zending trouw blijven en het heilswerk helemaal volbrengen: Hij ontvlucht eerbetoon en triomf om zich in stilte tot de Vader te wenden.

In een van de steden waar Jezus kwam, stond er plotseling een man voor hem die door huidvraat getekend was. Toen hij Jezus zag, liet hij zich languit op de grond vallen en smeekte Hem om hulp met de woorden: ‘Heer, als U wilt, kunt U mij rein maken.’
Jezus stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein!’ En meteen verdween zijn huidvraat.
Hij beval hem er met niemand over te spreken, maar zei: ‘Ga u aan de priester laten zien en breng een offer voor uw reiniging, zoals Mozes heeft voorgeschreven, als getuigenis voor de mensen.’
Maar het nieuws over Hem verspreidde zich juist verder, en grote mensenmassa’s verzamelden zich om naar Hem te luisteren en zich van hun ziekten te laten genezen.
Hijzelf trok zich geregeld terug op eenzame plaatsen om er te bidden.

Van Woord naar leven

Jezus beval de melaatse om met niemand over zijn genezing te praten. Dit horen we bij meerdere genezingsverhalen. Op het eerste zicht kan dat merkwaardig overkomen. Juist zij zouden een prachtige getuigenis kunnen brengen over Jezus, over wie Hij was en wat Hij gedaan heeft. Maar nee, ze moesten zwijgen... De genezene van vandaag moest zich wel gaan laten zien aan de priesters, en een offer brengen voor zijn reiniging (zoals Mozes het voorgeschreven heeft), dit als getuigenis voor de mensen. Maar dan nog mocht hij er met niemand over praten.De plicht tot zwijgen ligt in het feit dat Jezus zijn weg nog niet ten einde toe was gegaan. Het getuigenis zou fundamenteel onvolledig zijn geweest. De genezene zou een Messias verkondigen zonder kruis, zonder opstanding, een soort weldoener die in wezen (nog) geen verlossing had gebracht.Nee, Jezus moest eerst de weg van het kruis gaan. Hij moest de diepste duisternis in, de donkerste krochten, om de meest vervreemde zielen van God op te lichten om hen te brengen in de genade van de Opstanding, Hem door de Vader geschonken. Daarin ligt de verlossing voor ieder van ons. Hem verkondigen zonder deze weg zou een grote vergissing zijn. Het zou een onwaarachtig getuigenis zijn, gestoeld op weldoenerij, maar niet op de liefde van het kruis.Wat wij hieruit kunnen leren is dat Christus volgen zonder zijn kruis eigenlijk geen zin heeft. En als het al zin heeft is het fundamenteel onvolledig. Ware navolging is Hem volgen tot onder het kruis, of om het met de woorden van de kleine Theresia te zeggen: 'Een leven leiden van liefde is niet je tenten opslaan op de Taborberg, maar het is met Jezus de weg van Calvarie gaan en het kruis zien als een schat'.Ja, het kruis zien als een schat; een schat van liefde, ons gegeven, voor ons gegaan. Laat ons het kruis aanschouwen, zijn liefde doorgronden, om van Hem te ontvangen. Om dat te kunnen gaan, door God gezonden, verenigd met de Heer, lief te hebben zoals Hij ons heeft liefgehad, en liefheeft. Geen romantiek, maar in de diepte mooi, levengevend, en eeuwig.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,images leer ons de liefde lief te hebben: de ware liefde, de liefde Gods, de liefde die Gij ons getoond hebt, uw kruis-liefde. Neem ons op in deze liefde opdat onze liefde de uwe mag zijn. Gij door ons heen. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.