Lezingen van de dag – woensdag 14 juni 2017

woensdag in week 10 door het jaar


Uit de tweede brief van Paulus aan de Korintiërs 3, 4-11

Paulus maakt hier een vergelijking tussen de wet van Mozes en het nieuwe Verbond, waarin hij kan en mag werken dank zij de Geest. Heel zijn bekwaamheid komt van God. De dienst aan de wet, hoewel belangrijk, kon de dood niet overwinnen. De dienst aan de Geest heeft de dood wel overwonnen en zal daarom blijvend zijn.

Broeders en zusters,
groot is ons Godsvertrouwen dankzij Christus. Niet dat wij vanuit onszelf zo bekwaam zijn dat we dit als ons eigen werk kunnen beschouwen; onze bekwaamheid danken we aan God. Hij heeft ons geschikt gemaakt om het nieuwe Verbond te dienen: niet het Verbond van een geschreven wet, maar dat van zijn Geest. Want de letter doodt, maar de Geest maakt levend.
Wanneer wat de dood bracht en met letters in steen werd gegrift, al met zoveel luister verscheen dat het volk van Israël niet naar Mozes kon kijken door de stralende glans op zijn gezicht–een glans die verdween–, zal dan wat de Geest brengt niet nog groter luister hebben? Wanneer wat tot veroordeling leidt al met luister is bekleed, dan is wat tot vrijspraak leidt dat des te meer.
De luister van toen is niets in vergelijking met de overweldigende luister van nu. Wanneer wat verdwijnt al luister bezit, geldt dat des te meer voor wat blijft.

 

Psalm 99, 5-9

Refr.: Heilig is de Heer, onze God.

Breng hulde aan de Heer, onze God,
en buig u neer aan zijn voeten.
Heilig is Hij.

Mozes en Aäron waren zijn priesters,
ook Samuël riep zijn Naam.
Riepen zij tot de Heer, Hij antwoordde.

In de wolkkolom sprak Hij hen toe
en zij onderhielden zijn geboden,
de wet die Hij hun gaf.

Heer, onze God, U hebt hun geantwoord.
U was voor hen een God van vergeving
en een God die hun misdaden strafte.

Breng hulde aan de Heer, onze God,
en buig u neer voor zijn heilige berg.
Heilig is de Heer, onze God.

 

Uit het evangelie volgens Matteüs 5, 17-19

Christus wilde door zijn prediking de bestaande wetten niet afschaffen, maar Hij heeft ze aangevuld en vervolledigd. Hij is groter dan Mozes en staat op gelijke voet met God.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen.
Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan.’

Van Woord naar leven

Bij Paulus lezen we vandaag: ‘De letter doodt, maar de Geest maakt levend.’Hoeveel mensen, ja ook christenen, doen zichzelf, en anderen, zoveel leed aan door meer de letter van de wet te dienen (en dat van anderen te eisen), dan de geest van de letter te beminnen en deze te volgen. Véél mensen hebben dit gedaan, soms tot in de hoogste contreien van de Kerk. Wat jammer is, want wie slaafs omgaat met enkel het volbrengen van de wet zonder de geest van de letter te erkennen, maakt van de Blijde Boodschap een tiranisch gegeven voor zichzelf en anderen, wat veel leed veroorzaakt en totaal naast de kwestie is.De Blijde Boodschap is op de eerste plaats een komen van God doorheen de letter (de Heilige Schrift), de Kerk (in het beste geval) en ons hart (ons omgaan met God zeg maar). Het is een Boodschap, een Wet, die bewoond is, gestuwd door de Geest. Wie de Geest eruit haalt blijft achter met een wet die oppervlakkig misschien nog ergens goed klinkt, maar die in wezen dood is. Zo jammer.De Blijde Boodschap is een boodschap die levend is, fris, uitnodigend, en vooral: bewoond. Het is Christus zelf die gezonden door God in de liefde van de Geest naar ons toekomt, met de bedoeling dat we deelgenoot worden van hun Drie-ene liefde.Neem bijvoorbeeld de barmhartigheid waartoe het evangelie oproept. Deze oproep is een gebeuren van binnenuit, door Christus zelf in ons hart gelegd, met de bedoeling dat dit liefdevol handen en voeten krijgt in ons dagelijks leven in de omgang met allen die God op ons levenspad brengt. Het is een oproep, een wet zeg maar, die warm moet beleefd worden, ons gevend aan Christus’ aanwezigheid diep in onszelf.Neem de eucharistie. Gouden kelken, prachtige gewaden, allemaal vastgelegde wetjes hoe het tafelgebed moet gebeuren, … Eer brengen, en traditie, en zelfs regels, mogen er zijn. Maar lieve mensen: het gaat bij het vieren of aanbidden van de eucharistie op de eerste plaats om het ontmoeten van de Heer, samen als een blijde gemeenschap, in eenvoud en dankbaarheid. Kijk naar Jezus bij het Laatste Avondmaal: geen dure kelken, geen goudbelegen gewaden, … enkel wat wijn en brood en die eenvoudige en heilige woorden: ‘Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed, doe dit tot mijn gedachtenis’.Laten we als christenen mensen zijn of worden, die leren eenvoudig te zijn, naar het voorbeeld van de Heer: sober, delend, uitnodigend, met een sterk en gezond geloof, getekend door een diepe overgaven aan Christus’ aanwezigheid, en ja … ook door blijheid, diep bedoeld.Moge de Geest ons leven geven.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer God, moge de geest van de letter ons meer dierbaar zijn dan de letter van de wet. Ja, moge uw Geest ons doorheen uw Boodschap ten diepste brengen in het volbrengen van uw liefde, doorheen gebed en daad. In Christus. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.