Lezingen van de dag – woensdag 26 sept 2018

woensdag in week 25 door het jaar


Uit het boek Spreuken 30, 5-9

Zowel armoede als rijkdom zijn gevaarlijke situaties om God uit het oog te verliezen. Daarom bidt de wijze dat God hem het nodige zou geven en dat hij daarmee vrede zou nemen. Dan loopt hij geen kans uit nood of uit overmoed God te loochenen.

Elk woord van God is getoetst, Hij is een schild voor wie bij Hem hun toevlucht zoeken. Voeg niets aan zijn woorden toe, anders straft Hij je en blijk je een leugenaar.
Twee dingen vraag ik U, gun ze me zolang ik leef: Houd me ver van leugen en bedrog. Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb. Want als ik rijk zou zijn, zou ik U wellicht verloochenen, zou ik kunnen zeggen: ‘Wie is de Heer?’ En als ik arm zou zijn, zou ik stelen en de naam van mijn God te schande maken.

 

Psalm 119, 29 + 72 + 89 + 101 + 104 + 163

Refr.: Uw woord, Heer, is een lamp voor mijn voeten.

Houd mij ver van bedrieglijke wegen
en leer mij genadig uw wet.

Goed voor mij is de wet uit uw mond,
beter dan een schat aan goud en zilver.

Heer, voor eeuwig staat uw woord
in de hemel vast.

Mijn voeten mijden elk pad dat slecht is,
zo kan ik mij houden aan uw woord.

Uw regels geven mij inzicht,
daarom haat ik elk bedrieglijk pad.

Ik haat, ik verafschuw de leugen,
maar uw wet heb ik lief.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 9, 1-6

De zending van de twaalf is voor de christenen een model voor hun eigen zending. Lucas insisteert dat ze niet zouden gehecht zijn aan vergankelijke dingen, maar helemaal ten dienste zouden staan van het Koninkrijk Gods.

Jezus riep de twaalf bij zich en gaf hun macht en gezag over alle demonen, en de kracht om ziekten te genezen.
Daarna zond Hij hen uit om het Koninkrijk van God te verkondigen en zieken te genezen. Hij zei tegen hen: ‘Neem niets mee voor onderweg, geen stok, geen reistas, geen brood en geen geld, en ook geen extra kleren. Blijf in het huis waar je onderdak hebt gevonden tot je van daar weer verdergaat. Als ze jullie niet willen ontvangen, schud dan het stof van je voeten ten teken dat je niets meer met hen te maken wilt hebben.’
Ze gingen op weg en trokken van de ene plaats naar de andere, terwijl ze het goede nieuws verkondigden en overal zieken genazen.

Van Woord naar leven

Jezus riep de twaalf bij zich en gaf hun macht en gezag over alle demonen, en de kracht om ziekten te genezen. Daarna zond Hij hen uit om het Koninkrijk van God te verkondigen en zieken te genezen. Hij zei tegen hen: ‘Neem niets mee voor onderweg, geen stok, geen reistas, geen brood en geen geld, en ook geen extra kleren.’Opvallend aan dit stuk evangelie is dat de evangelist meer aandacht besteedt aan het feit dat Jezus zijn leerlingen macht, gezag en kracht verleent in plaats van het over de inhoud van de verkondiging te hebben. Dat zal niet zonder reden zijn. Hij wil er de aandacht op vestigen dat de leerlingen geen macht uit zichzelf moesten hebben. Nee, Jezus zal hen die verlenen. Het is de kracht van God, het is Godskracht, Geestkracht, de kracht van de Allerhoogste, de heilige Geest.Macht, gezag, kracht. Het Griekse woord waarmee in het evangelie wonderen worden aangeduid, is meestal 'dynamis', dat betekent kracht. Niet zomaar de kracht van een sterk staaltje menselijk kunnen, maar een handeling waarin de kracht van God zit. Het is Gods kracht die genezend en opbouwend binnenbreekt in het lichaam en de geest van de mens, in de menselijke samenleving.Díe kracht ligt voor ieder van ons voor het grijpen in het gebed, in de eucharistieviering. Maar het is de kunst die kracht ook inderdaad te vinden. Daarvoor is het nodig dat we ons ontdoen van eigen kracht, zoals het in het evangelie staat: ‘Neem niets mee voor onderweg, geen stok, geen reistas, geen brood en geen geld, en ook geen extra kleren.’ , voorraadje, geen eigen kracht. Want 'het Koninkrijk Gods', schrijft Paulus,'bestaat nu eenmaal niet in woorden, maar in kracht" (1 Kor 4,20). De kracht van God!Bidden is eigenlijk je verwarmen aan het vuur van God. Ieder Woord van God is een vuur. Bidden is je ophouden onder de zon van God, onder de zon van zijn goddelijke liefde. Bidden is die liefde ontvangen, in het bewustzijn dat Hij je alles zal geven wat je zelf tekort komt. Dus niet uit jezelf produceren, met je verstand of gevoel, met je wil of fantasie, maar in alle leegte en armoede de kracht ontvangen van God.Naar woorden van J. Bots, sjReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, zon van ons bestaan, verwarm ons met uw genade, verleen ons uw kracht, uw gezag, uw macht, opdat Gij door ons heen al weldoende moogt rondtrekken, vergevend en genezend, bevrijdend en reddend. Beziel ons met uw heilige Geest en help ons onszelf aan U te geven. Alle dagen van ons leven, amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.