Lezingen van de dag – woensdag 3 januari 2018

woensdag na 1 januari


Uit de eerste brief van Johannes 2, 29 – 3, 6

Het geloof doet alles anders zien. Het kan een mens radicaal veranderen. Het maakt mensen tot kinderen van God, en doet hen Gods leven delen. Het neemt hen op in Jezus. Dit vraagt anderzijds van de mens een fundamentele stellingname tegen alles wat zonde is.

Vrienden,
u weet dat Jezus rechtvaardig is, en u moet daarom wel inzien dat ieder die rechtvaardig leeft uit God geboren is.
Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld Hem niet kent.
Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan Hem gelijk zullen zijn wanneer Hij zal verschijnen, want dan zien we Hem zoals Hij is.
Ieder die dit vol vertrouwen van Hem verwacht maakt zich rein, zoals ook Jezus rein is.
Ieder die zondigt overtreedt Gods wet, want zondigen is Gods wet overtreden.
U weet dat Jezus verschenen is om de zonden weg te nemen; er is in Hem geen zonde.
Ieder die in Hem blijft, zondigt niet.
Ieder die zondigt, heeft Hem nooit gezien en kent Hem niet.

 

Psalm 98, 1-6

Refr.: Juich als de Heer, uw Koning, verschijnt.

Zing voor de Heer een nieuw lied:
wonderen heeft Hij verricht.

Zijn rechterhand heeft overwonnen,
zijn heilige arm heeft redding gebracht.

De Heer heeft zijn overwinning bekendgemaakt,
voor de ogen van de volken zijn gerechtigheid onthuld.

Hij heeft gedacht aan zijn liefde en trouw
voor het volk van Israël.

De einden der aarde hebben het gezien:
de overwinning van onze God.

Juich de Heer toe, heel de aarde,
juich en jubel, zing het uit.

Zing voor de Heer bij de lier,
laat bij de lier uw lied weerklinken.

Blaas op de ramshoorn en de trompetten,
juich als de Heer, uw Koning, verschijnt.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 1, 29-34

Johannes de Doper is een wegwijzer van Oud- naar Nieuw Testament. Als laatste profeet kondigt hij niet alleen de komst van de Messias aan, maar hij mag Hem ook letterlijk aanwijzen. Zijn zending bestaat erin te getuigen, en dan zelf te verdwijnen naar de achtergrond. Hij moet het heilsinitiatief aan Jezus overlaten.

Johannes zag Jezus naar zich toe komen, en hij zei: ‘Daar is het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij is het over wie ik zei: “Na mij komt iemand die meer is dan ik, want Hij was er vóór mij.” Ook ik wist niet wie Hij was, maar ik kwam met water dopen opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden.’
En Johannes getuigde: ‘Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen, en Hij bleef op Hem rusten. Nog wist ik niet wie Hij was, maar Hij die mij gezonden heeft om met water te dopen, zei tegen mij: “Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt met de heilige Geest.” En dat heb ik gezien, en ik getuig dat Hij de Zoon van God is.’

Van Woord naar leven

Johannes wees de Heer aan. ‘Zie het Lam van God’, zei hij. Hij zei dat met woorden. Het was zijn taak, zijn zending, waaraan hij zich met veel toewijding wijdde. Hij verwees ons naar Christus, naar het hart van ons bestaan.Moeten wij zijn zoals Johannes de Doper ? Ja en nee.Nee, opdat we Johannes niet zijn, en omdat de Heer niet moet worden aangewezen zoals toen aan de oevers van de Jordaan.Maar ook ja. Wij mogen zijn zoals Johannes. Want, zoals we gisteren zeiden, is Jezus op onnoembare vele en verschillende wijzen onder ons terwijl we Hem zo dikwijls niet zien.Bij ons in het WZC ligt iemand op sterven. Ze is comateus, eet en drinkt niet meer, en geeft geen reactie meer. Langzaam maar zeker gaat haar kaarsje uitdoven. M ligt er vredig bij, rustig, schijnbaar heel ontspannen. Gisteren zat ik naast haar, haar hand in de mijne, rustig biddend voor haar. Toen kwam de dochter binnen. Een zeer warm en hartelijk mens. Ze boog zich over haar mama, streelde haar door het haar, knuffelde haar met haar handen in haar wangen, hield niet op met te zoenen op haar voorhoofd. 'Ik ben het hé mama', zei ze. Waarop M duidelijk reageerde door met haar hoofd te bewegen en diep te glimlachen. Zo mooi, teder en intens was dat.Wanneer ik nu (gisteravond voor u die dit nu leest) de site voorbereid, en nadenk over het aanwijzen van Christus, moet ik heel sterk denken aan de dochter van M. Zij wees mij de Heer aan, daar in haar stervende moeder, daar in de knuffel die ze gaf aan haar mama. Ze verwees mij naar het hart van ons bestaan, naar de Heer, naar de liefde. Mooi toch.Lieve mensen, laat ons liefhebben, en we wijzen, zonder we er ons misschien bewust van zijn, de Heer aan. We tonen Hem niet alleen, maar we verwijzen ook naar Hem.Net zoals gisteren zou ik een warme oproep willen doen om wakker en alert door het leven te gaan: in al wat goed en waar is wordt naar de Heer verwezen. Laten we dat goede omhelzen (de Heer zelf), laten we het goede volgen, laten we wat goed is stimuleren. En ja, laten we, waar het pas geeft, het goede ook vernoemen. Het is echt niet verboden om over God te praten.Dit laatste deed de dochter immers gisteren ook. Ze wist dat ik pastoraal werker was, en ze zei: 'Ik ben niet katholiek, maar diep vanbinnen ben ik wel christen.' Dit laatste was ze heel zeker, dat toonde ze in haar liefde voor haar mama, heel zeker.Wanneer jullie deze mijmering lezen kan het goed zijn dat M overleden is. Mag ik jullie gebed vragen voor haar; dat ze hierboven goed mag aankomen, opgenomen in Gods eeuwige liefde.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus, leer ons U aan te wijzen aan de wereld door de liefde te volgen, door ons te verinnigen met haar, door in eenheid te leven met U. Moge de liefde, Gij Heer, bemind worden. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.