Lezingen van de dag – woensdag 6 jan. 2016

WOENSDAG NA DE OPENBARING DES HEREN


Uit de eerste brief van Johannes 4, 11-18

De liefde die gelovigen aan elkaar bindt is een teken van Gods verbondenheid, In Christus’ liefde blijven, in Gods liefde wonen, verwoordt eenzelfde geloofsrealiteit: De drieëne God woont in de mensen, en zijn liefde laat geen ruimte voor angst.

Geliefde broeders en zusters,
als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben.
Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden.
Dat wij in Hem blijven en Hij in ons, weten we doordat Hij ons heeft laten delen in zijn Geest.
En we hebben zelf gezien waarvan we nu getuigen: dat de Vader zijn Zoon gezonden heeft als redder van de wereld.
Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft hij in God.
Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop.
God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.
Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen we op de dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn we als Jezus.
De liefde laat geen ruimte voor angst; volmaakte liefde sluit angst uit, want angst veronderstelt straf. In iemand die angst kent, is de liefde geen werkelijkheid geworden.

 

Psalm 72, 1 + 2 + 10 + 12 + 13

Refr.: Alle volken, prijs de Heer.

Geef, o God, uw wetten aan de koning,
uw gerechtigheid aan de koningszoon.Icon Lamp

Moge hij uw volk rechtvaardig besturen,
uw arme volk naar recht en wet.

De koningen van Tarsis en de kustlanden,
laten zij Hem een geschenk brengen.

De koningen van Seba en Saba,
laten ook zij Hem schatting afdragen.

Hij zal bevrijden wie arm is en om hulp roept,
wie zwak is en geen helper heeft.

Hij ontfermt zich over weerlozen en armen,
wie arm is, redt Hij het leven.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 6, 45-52

Jezus trekt zich terug om te bidden. Later in de nacht vervoegt Hij de leerlingen. Hij wandelt op het water en stilt de storm. Het zijn tekenen die zijn messiaanse heerlijkheid ontsluieren. De leerlingen worden erdoor in de war gebracht, maar Jezus zal hun angst tot stilte brengen.

Na de broodvermenigvuldiging gelastte Jezus zijn leerlingen in de boot te stappen en alvast naar de overkant te varen, naar Betsaïda; intussen zou Hijzelf de menigte wegsturen.
Nadat Hij afscheid van de mensen had genomen, ging Hij de berg op om er te bidden.
Bij het vallen van de avond was de boot midden op het meer, en Hij was alleen aan land.
Toen Hij zag dat de leerlingen door de hevige tegenwind maar nauwelijks vooruitkwamen, hoe hard ze ook roeiden, liep Hij tegen het einde van de nacht over het meer naar hen toe, en Hij wilde hen voorbijlopen.
Toen ze Hem over het water zagen lopen, dachten ze dat Hij een geestverschijning was en ze schreeuwden het uit. Ze hadden Hem allemaal gezien en raakten in paniek.
Maar Hij sprak hen meteen aan en zei: ‘Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang.’
Hij stapte bij hen in de boot en de wind ging liggen. Zijn leerlingen waren helemaal van hun stuk gebracht.
Ze waren niet tot inzicht gekomen door wat er met de broden was gebeurd, omdat ze hardleers waren.

Van Woord naar leven

In de eerste lezing lezen we vandaag: 'God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.'Eigenlijk spreken deze woorden voor zich. Er hoeft geen uitleg bij. Ze zijn klaar en duidelijk.Maar als we die woorden dan leggen op ons eigen persoontje, op ons dagelijks leven, dan komt al snel de vraag naar boven: 'Hoe kan ik in mijn dagelijks bestaan in God blijven, hoe kan ik het klaarspelen in zijn liefde te blijven ?' Een goede vraag; een vraag die we ons allen zouden moeten stellen. Want geloof heeft te maken met ons leven, ons dagelijks leven, op de plaats waar we wonen, met de mensen die ons gegeven zijn. Geloof en leven zijn immers één, ondeelbaar, of zo zou het moeten zijn. Bedoeling van het geloof is dat het handen en voeten krijgt in het leven van elke dag, zowel in ons gebed als in de naastenliefde als tijdens het maken van de soep.Hoe in God blijven? Johannes schrijft: door in zijn liefde te blijven. God is liefde. Hij woont in ons. Zijn tegenwoordigheid in ons is enkel liefde. Wie in die liefde blijft, in zijn tegenwoordigheid dus, blijft in God, en in zijn liefde. Bedoeling is dat we ons verankeren in het bestaan van God, in zijn aanwezigheid, ons volledig schenkend aan zijn tegenwoordigheid in ons, aan zijn liefde. In wezen is dit een gebedshouding, een 'bidden zonder ophouden', zowel belevend in ons dagelijks gebed alsook een constante beleving in ons onderbewustzijn. Het is een houding die niet ophoudt maar een die voortdurend 'gaande' is. Het is een leven 'in de Heer', altijd en overal, even vanzelfsprekend dan dat we in en uitademen.Jammer genoeg denken veel mensen dat deze weg niet aan hen besteed is. Dit is voor heiligen, voor mystiekers... denk men al vlug. Da's jammer, want dat is niet zo. Je hoeft echt niet heilig te zijn om die weg te gaan. Je hoeft ook geen bepaalde niveau's van het mystieke leven te hebben bereikt om deze weg te gaan. Jezus weet waar ieder van ons staat, Hij kent ons verleden, onze kwetsuren, onze neiging tot zonde, enz. En waar we ook staan in het leven, welke weg we ook gegaan zijn en nu gaan, Hij is nu bij ons. En in dat nu gaat Hij met ons om weg, ons omhelzend met zijn barmhartigheid, ons opnemend in zijn vrede, zichzelf aan ieder van ons schenkend. En ook al zijn we nog lang niet heilig, en klinkt mystiek leven als iets dat ver van ons leven verwijderd is, feit is dat wie deze gebedsweg gaat de weg van de heiligheid bewandelt en meer dan hij vermoedt een ziel in zich draagt die de naam 'mystieke ruimte' waardig is.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

God, levende liefde,candle_light_ZR7R7804_1024x1024 Gij die altijd bij ons zijt in Jezus Christus, Gij die ons als een gebed zonder ophouden voortdurend omhelst met uw mantel van barmhartigheid, beziel ons met uw heilige liefde, trek ons in de brand van uw minne, doe ons leven in uw Pasen, opdat ieder U mag ontmoeten. Oh God. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.