Lezingen van de dag – woensdag 6 juli 2016

woensdag in week 14 door het jaar


Uit de profeet Hosea 10, 1-3 + 7-8 + 12

In tijden van voorspoed is het altijd moeilijker om trouw te blijven aan de Heer. Dit zien wij ook ten tijde van de profeet Hosea. Daarom roept hij de mensen op om de Heer te zoeken. In tegenspoed ervaart een mens beter zijn afhankelijkheid.

Israël was een weelderige wijnstok, die volop vruchten voortbracht. Maar hoe meer vrucht de wijnstok droeg, hoe meer er op de altaren kwam; en hoe rijker het land, hoe rijker versierd de gewijde stenen.
Zo bedrieglijk is dat volk! Nu zal het ervoor boeten: de Heer breekt hun altaren af, hun gewijde stenen verbrijzelt Hij.
Dan zullen ze zeggen: ‘Wij missen een koning!’
Maar wat zou een koning nog voor ons kunnen doen: wij hadden toch nooit ontzag voor de Heer? Nu al wordt afgerekend met Samaria en zijn koning; ze zijn als wrakhout op de golven.
De offerhoogten worden verwoest, die plaatsen van verderf, tekens van Israëls zonde; dorens en distels zullen hun altaren overwoekeren.
Dan roepen ze de bergen toe: ‘Bedek ons!’ en de heuvels: ‘Val op ons neer!’
Zaai rechtvaardig! Oogst met liefde! Ontgin nieuw land! Het is tijd om de Heer te smeken, dat Hij nadert met de regen van zijn goedheid.


Psalm 105, 2-7

Refr.: Zoek voortdurend de nabijheid van de Heer.

Zing en speel voor de Heer,
spreek vol lof over zijn wonderen.Drieeenheid_2

Beroem u op zijn heilige Naam.
Wees blij van hart, u die de Heer zoekt.

Zie uit naar de Heer en zijn macht,
zoek voortdurend zijn nabijheid.

Gedenk de wonderen die Hij heeft gedaan,
de oordelen die Hij heeft uitgesproken.

Nageslacht van Abraham, zijn dienaar,
kinderen van Jakob, door Hem verkozen.

Hij is de Heer, onze God,
zijn besluiten gelden over de hele aarde.


Uit het evangelie volgens Matteüs 10, 1-7

Jezus vertrouwt zijn zending toe aan de apostelen. Aanvankelijk was deze alleen bedoeld voor de mensen van Israël, maar na zijn verrijzenis voor alle volkeren.

Jezus zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hun de macht om onreine geesten uit te drijven en iedere ziekte en elke kwaal te genezen.
Dit zijn de namen van de twaalf apostelen: als eerste Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes, Filippus en Bartolomeüs, Tomas en de tollenaar Matteüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Taddeüs, en ten slotte Simon Kananeüs en Judas Iskariot, die Hem zou uitleveren.
Deze twaalf zond Jezus uit, en Hij gaf hun de volgende instructies: ‘Sla niet de weg naar de heidenen in en bezoek geen Samaritaanse stad. Ga liever op zoek naar de verloren schapen van het volk van Israël. Ga op weg en verkondig: “Het koninkrijk van de hemel is nabij.”’

Van Woord naar leven

Jezus riep zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hun de macht om onreine geesten uit te drijven en iedere ziekte en elke kwaal te genezen. Zo lezen we vandaag in het evangelie.Wanneer we de krant lezen, het journaal bekijken, de wereld rondom ons gade slaan, of een blik werpen in ons eigen hart, zien we dikwijls heel wat kwaad; onreine geesten zeg maar. Alsof het kwaad de mens soms zo in z’n macht heeft dat het sterker wordt dan die mens: een soort bezetenheid. Het kan zo sterk zijn dat het de mens ten diepste verziekt, vervreemdt van zijn Schepper. Het kwade noemt hij goed, in naam van God wordt er geweld gebruikt, de schepping eigent men zich toe, de liefde wordt verkracht, leugens worden goedgepraat, alles voor het geld, enz…Vandaag een oproep om de wereld van het kwaad te genezen.We kunnen dat op twee manieren doen.Een eerste manier is de wereld, de mensheid, bij God brengen doorheen dagelijks gebed, door een voortdurende smeekbede om genezing van het kwaad. Deze vorm van dienstbaarheid aan de mensheid mogen we niet onderschatten. Ze is van enorm groot belang. De wereld snakt naar deze vorm van dienstbaarheid. Het klinkt misschien vandaag de dag niet echt populair, maar we mogen echt wel genade afsmeken van de hemel. Dat kan door middel van stil en lang gebed (smekend met je hart), schietgebeden doorheen de dag, door het bidden van de rozenkrans, het breviergebed, het bijwonen van de eucharistie, enz… Als we maar met ons hart bidden: gemeend en in volle overgave.Een tweede manier om het kwade uit de wereld te helpen is door zelf door en door goed te zijn. Maar echt goed, vanuit Jezus’ inwoning diep in jezelf. Door jou heen zal Hij de mensen aanraken en genezen. Dat is geen vrome theorie, maar een blijde werkelijkheid. Geloven we dat wel ? Jezus’ aanwezigheid in ons is er geen van passieve aard. Jezus leeft in ons, wil onszelf leven geven en ieder die wij vanuit Hem ontmoeten. Wij mogen Gods instrument zijn wat betreft het genezen van het kwaad in de wereld. Dat is geen hoogmoedige gedachte. Wie dit klaarspeelt is juist nederig. Hij geeft zich aan de werkzaamheid van Jezus. Wie hoogmoedig is geeft zich aan zichzelf. Wie nederig is geeft zich aan God.We kennen het bestaan van de erfzonde. Maar er bestaat ook zoiets als erfgenade. Goed doen schept goedheid. Vrede dragen schept vrede. Vreugdevol leven schept vreugde. Liefhebben spoort aan dit ook te doen. Probeer maar uit.Laat ons bidden, dagelijks. Laten we de wereld bij God brengen, smekend dat Hij de mensheid mag aanraken met de gave van diepe genezing. Ook ons eigen hart. En laat ons door en door goede mensen zijn, beeld van de Vader, zijn goedheid dragend en uitdragend.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus,DSC_10521 raak deze wereld aan. Ontferm U over haar, vergeef haar, genees haar. Het kwaad kan zo sterk zijn, zo vernietigend. Rondom ons, en in ons. Kom deze wereld te hulp Heer. We kunnen niet zonder U. Wij zijn er voor U, Heer. Gebruik ons. Maak ons tot instrumenten van uw genezing. Moge onze daden en onze woorden vol van genade zijn, door U geleid, door U vervuld. Moge de mensheid zich in waarheid keren tot U. Oh Heer, wat heeft de wereld nood aan uw genade. Kom Heer Jezus kom. Aub. Kom !!! Amen

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.