Lezingen van de dag – woensdag 7 september 2016

woensdag in week 23 door het jaarbijbel


Uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 7, 25-31

De tijd die ons ter beschikking staat is kort. Meestal houden wij met deze realiteit niet voldoende rekening, maar het geloof openbaart het ons wel zo. Al het aardse zouden wij moeten leren beleven als betrekkelijk, gericht op het definitieve. We zouden er niet in mogen opgaan, maar er mee omgaan ten dienste van anderen… ja, gericht op de eeuwigheid.

Broeders en zusters,
voor de ongehuwden heb ik geen voorschrift van de Heer, dus ik geef mijn eigen mening, als iemand die door de barmhartigheid van de Heer betrouwbaar is.
Ik meen dat het vanwege de huidige beproevingen voor een mens goed is te blijven wat hij is. Hebt u een vrouw beloofd met haar te trouwen, verbreek die belofte dan niet; bent u niet gebonden aan een vrouw, zoek er dan ook geen.
Het is weliswaar niet zo dat u door te trouwen zondigt, en ook wanneer een meisje trouwt zondigt ze niet, maar het huwelijk wordt een zware belasting die ik u graag zou besparen.
Wat ik bedoel, broeders en zusters, is dat er maar weinig tijd rest. Laat daarom ieder die een vrouw heeft zo leven dat het hem niet in beslag neemt, ieder die verdriet heeft zo dat hij er niet door wordt beheerst, ieder die vreugde voelt zo dat hij er niet in opgaat, ieder die bezit verwerft alsof het niet zijn eigendom is, ieder die in deze wereld leeft alsof ze voor hem niet meer van belang is. Want de wereld die wij kennen gaat ten onder.

 

Psalm 45, 11 + 12 + 14 + 15 + 16

Refr.: Luister dochter, zie en hoor.

Luister, dochter, zie en hoor,
vergeet uw volk en het huis van uw vader. Drieeenheid_2

Begeert de koning uw schoonheid,
buig voor hem, hij is uw heer.

Stralend wacht de koningsdochter binnen,
van goudbrokaat is haar mantel.

Een kleurige stoet brengt haar naar de koning,
in haar gevolg de meisjes, haar vriendinnen.

Zij worden naar hem toe gebracht;
begeleid door gejuich en vreugdezang
gaan zij het paleis van de koning binnen.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 6, 20-26

De zaligsprekingen bij Lucas (‘Gelukkig jullie…’ zo vertaalt de NBV) zijn gerangschikt naar de tegenstelling van armen en rijken. Onder rijken verstaat Lucas al degenen die door wereldse normen worden opgehemeld. Jezus bouwde zijn rijk met andere normen.

Jezus richtte zijn blik op zijn leerlingen en zei:
‘Gelukkig jullie die arm zijn, want van jullie is het koninkrijk van God.
Gelukkig jullie die honger hebben, want je zult verzadigd worden.
Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen.
Gelukkig zijn jullie wanneer de mensen jullie omwille van de Mensenzoon haten en buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen. Wees verheugd als die dag komt en spring op van blijdschap, want jullie zullen rijkelijk beloond worden in de hemel. Vergeet niet dat hun voorouders de profeten op dezelfde wijze hebben behandeld.
Maar wee jullie die rijk zijn, jullie hebben je deel al gehad.
Wee jullie die nu verzadigd zijn, want je zult hongeren.
Wee jullie die nu lachen, want je zult treuren en huilen.
Wee jullie wanneer alle mensen lovend over je spreken, want hun voorouders hebben de valse profeten op dezelfde wijze behandeld.’

Van Woord naar leven

Vandaag lezen we bij Paulus: Wat ik bedoel, broeders en zusters, is dat er maar weinig tijd rest. Laat daarom ieder die een vrouw heeft zo leven dat het hem niet in beslag neemt, ieder die verdriet heeft zo dat hij er niet door wordt beheerst, ieder die vreugde voelt zo dat hij er niet in opgaat, ieder die bezit verwerft alsof het niet zijn eigendom is, ieder die in deze wereld leeft alsof ze voor hem niet meer van belang is. Want de wereld die wij kennen gaat ten onder.De wereld die wij kennen gaat ten onder... Dacht Paulus hier dat de wereld weldra ging vergaan, of de wederkomst van Christus, of heeft hij het hier over ons aards sterven... Wat zeker is dat de wereld waarin wij leven geen blijvend gebeuren is voor ons. De mens is immers een vergankelijk wezen, toch wat zijn leven op aarde betreft. Gelukkig mogen wij uitkijken naar het hemels leven, ons leven voorgoed verenigd met de liefde Gods.Paulus roept op ons te richten naar het wezenlijke in ons leven, namelijk God, en ons niet te laten inpalmen door dingen die ons van Hem wegtrekken. Je vrouw of man, je verdriet, je vreugde, je bezit,... zijn dingen die belangrijk zijn maar het vraagt waakzaamheid om op een wijze manier met deze zaken om te gaan. Het gebeurt dat we deze zaken gebruiken om ons ego te voeden; een soort zelfbevrediging van het ik. En dat kan niet de bedoeling zijn.Een christen is geroepen zich tijdens zijn leven naar God te wenden, mét je vrouw of man, wonende in het huis waar je verblijft, met je vreugde en verdriet. Maar alles in z'n juiste perspectief, namelijk ons hart steeds - met dit alles - richtend naar God. Dit vraagt een voortdurende bekering, een zich keren naar God.De beweging die de christen zou moeten maken in zijn persoonlijke groei naar God toe is deze van 'de wereld voor mij' naar 'ik voor de wereld'. Dan wordt leven dienst, gods-dienst.Een christen moet die beweging heel persoonlijk maken, maar ook gemeenschappen, landen, staten, unies, zouden in deze beweging moeten staan. Zo ben ik van mening dat de Europese Unie vandaag voor een grote uitdaging staat, net zoals zovele andere instellingen, landen en staten; een uitdaging waar men zich in de diepte meer zou over moeten bezinnen. De wereld, de mensheid, heeft recht op deze bezinning. Het zal de wereldvrede en het respect voor ieder bevorderen,... en de eenheid die we vinden in God zal meer en meer gestalte krijgen. Ja, wereldwijd.God nodigt de mens uit te leven van binnen naar buiten, ik voor de ander (ook met hoofdletter). God, die ons in Christus bewoont, wil mét ons deze weg gaan. Laten we ieder individueel, en als gemeenschap, ons geven aan Gods aanwezigheid opdat onze dienst aan de mensheid vol van genade mag zijn. Tot lof van elk schepsel, én van God.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,deepawali-1063738_640 leer ons U te kiezen als het centrum van ons leven; Gij, het hart van ons bestaan, gevestigd in ieder van ons. Mogen wij leven van binnen naar buiten, vanuit U gericht naar de wereld, geworteld in Gods liefde. Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.