Lezingen van de dag – zaterdag 27 mei 2017

zaterdag in de zesde paasweek


Uit de Handelingen van de Apostelen 18, 23-28

In een geloofsgemeenschap is elke gelovige verantwoordelijk voor de verkondiging van de evangelische boodschap. Apollos was een leek, die zich deze verantwoordelijkheid heel bewust werd.

Toen Paulus enige tijd in Antiochië had doorgebracht, vertrok hij voor een rondreis door Galatië en Frygië, waar hij alle leerlingen moed insprak.
Intussen arriveerde er in Efeze een uit Alexandrië afkomstige Jood, die Apollos heette. Hij was een ontwikkeld man, die goed onderlegd was in de Schriften. Hij had onderricht gekregen in de Weg van de Heer en verkondigde geestdriftig de leer over Jezus, die hij zorgvuldig uiteenzette, ook al was hij alleen bekend met de doop zoals Johannes die had verricht. In de synagoge begon hij nu vrijmoedig het woord te voeren. Toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen ze hem terzijde en legden hem uit wat de Weg van God precies inhield.
Toen hij naar Achaje wilde afreizen, moedigden de leerlingen hem aan en gaven hem een brief mee voor de gemeenteleden met het verzoek hem gastvrij te ontvangen. Na zijn aankomst bleek hij door Gods genade een grote steun te zijn voor de gelovigen, want hij slaagde erin de Joden in het openbaar in het ongelijk te stellen door op grond van de Schriften aan te tonen dat Jezus de messias is.

 

Psalm 47, 2 + 3 + 8 + 9 + 10

Refr.: Koning is God over heel de aarde.

Klap in de handen, o volken,
juich God toe met jubelzang.

Geducht is de Heer, de Allerhoogste,
machtige koning van heel de aarde.

God is koning van heel de aarde,
zing een feestelijk lied.

God heerst als koning over de volken,
God zetelt op zijn heilige troon.

De vorsten van de volken zijn bijeen
in het gevolg van Abrahams God.

Zijn schildwachten zijn ze op aarde.
Hoog is Hij verheven.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 16, 23b-28

Het behoren tot het christendom is geen vrijgeleide voor menselijk succes, voor macht in deze wereld. Jezus beloofde ons wèl een diepe inwendige vreugde, namelijk door zijn verrijzenis getuige te kunnen zijn van de geboorte van een nieuwe wereld.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Wat je de Vader ook vraagt in mijn naam; Hij zal het je geven. Tot nu toe hebben jullie niets in mijn naam gevraagd, maar vraag het en je zult het ontvangen. Dan zal je vreugde volmaakt zijn.
Ik heb jullie dit alles in beelden verteld, maar er komt een tijd dat Ik niet meer in beelden spreek, maar jullie zonder omwegen over de Vader vertellen. Als je dan iets vraagt in mijn naam, hoef Ik het niet meer namens jullie aan de Vader te vragen, want de Vader zelf heeft jullie lief, omdat jullie mij liefhebben en geloven dat Ik van God ben gekomen.
Ik ben bij de Vader vandaan gegaan en naar de wereld gekomen, nu verlaat Ik de wereld weer en ga Ik terug naar de Vader.’

Van Woord naar leven

“Klap in de handen, o volken, juich God toe met jubelzang”, zingt de psalmist vandaag.Lieve mensen, het is prachtig weer. Doet goed he. Voor wie in de mogelijkheid is, is het heerlijk om deze dagen buiten te vertoeven. De warmte laat ook toe dat je tot laat buiten kan zitten. Bij ons thuis hier is het niet anders. De kindjes slapen, vrouwlief heeft de late in het rusthuis, en ik zit buiten met de pc deze overweging te schrijven. Heerlijk is dat. Na een drukke dagtaak ervaar ik werken aan de website als mijn geestelijke ontspanning, een kleine dienst nog aan God in de avonduren.En nu ga ik je een geheim vertellen. Heel dikwijls kan ik tijdens het maken van de site innerlijk klappen in de handen, zoals de psalmist het verwoordt. Het is een innerlijke vreugde die voortkomt uit het besef dat God er is, in me is, zoals Hij in ons allemaal is. Het gaat over een blijheid omdat God God is, en ik zijn kind, zoals we allemaal zijn kinderen zijn. Het is een soort kinderlijk plezier dat voortkomt uit een reëel aanvoelen dat God je Vader is en dat Hij doorheen Jezus je zeer diep bemint. Dat schept diep vanbinnen een beleving van vrolijkheid, gewoon om God; om God zoals Hij is, en zoals Hij aanwezig is. Soms hou ik dan op met schrijven, laat ik de pc even voor wat hij is, en ga ik wandelen hier in de velden, kijkend naar de lucht, de vogels, de bomen, en ja … dan klap ik vanbinnen in mijn handen, dan juicht mijn hart, jubelt mijn geest, om God, en kan ik soms wenen van diepe gemeende ontroering.Met dit neer te schrijven wil ik helemaal niet zeggen hoe uniek ik ben, verre van. Met mijn verleden ben ik een arme zondaar waar niemand jaloers op moet zijn. Maar wat ik wil zeggen is hoe uniek God is, hoe groots Hij is, alle lof waardig. En Hem lof toezingen, lieve mensen, moeten we, denk ik, meer doen. Lof om Hem. Niets vragend, gewoon die warme blik naar Hem zoals Hij dat naar u doet. Dankbaar om wat is, en zelfs om wat niet is. Laat zijn liefde maar binnenstromen, vul je met Hem, drink van Hem, kijk naar Hem. Zie Hem in de vogels, in de bomen, in de wolken, de bloemen, het onkruid, de zon of de regen. Zie Hem in je partner, je kinderen, je medezusters- of broeders, ontmoet Hem in je eenzaamheid, in zijn vraag je te bekeren, in zijn blik vol barmhartigheid, in zijn hemelse goedheid voor ieder.Laten we beslissen voor God: ja tot de liefde, nee tot het kwaad. Opdat Hij, op zijn beurt, ook in de handen kan klappen als Hij ons bezig ziet.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, alle lof waardig, wij danken U, om U. Wat zijt Ge groot. Raak ons aan, vergeef ons, trek ons in U doorheen uw Zoon. Moge wij, in Hem, uw liefde worden, meer en meer. Groeiend in U, amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.