Lezingen van de dag – zaterdag 9 juni 2018

Onbevlekt Hart van Maria

gedachtenis  –  eigen lezingen


Uit de profeet Jesaja 61, 9-11

Ik wil juichen en jubelen in de Heer.

Hun kinderen zullen vermaard zijn bij alle volken, heel de aarde kent hun nageslacht. Dan zullen allen die hen zien erkennen: ‘Dat zijn de kinderen die de Heer heeft gezegend.’
Ik vind grote vreugde in de Heer, mijn hele wezen jubelt om mijn God. Hij deed mij het kleed van de bevrijding aan, hulde mij in de mantel van de gerechtigheid, zoals een bruidegom een kroon opzet, zoals een bruid zich tooit met haar sieraden.
Want zoals de aarde haar gewassen voortbrengt, zoals een tuin het gezaaide laat ontkiemen, zo laat God, de Heer, gerechtigheid ontkiemen en glorie voor het oog van alle volken.

 

1 Sam. 2, 1 + 4 + 5ab + 6 + 7 + 8abcd

Refr.: De Heer doet mijn hart van vreugde slaan.

Nu juicht mijn hart dankzij de Heer,
fier heft mijn hoofd zich op, dankzij de Heer,
mijn mond spreekt vrijmoedig tegen mijn vijanden,
want dankzij uw hulp beleef ik vreugde.

De boog van de helden is gebroken,
en wie wankelen weten zich gesterkt.
Die genoeg hadden, verkopen zich voor brood,
en wie hongerden zijn verzadigd.

De Heer doet sterven en doet leven,
zendt naar het dodenrijk en leidt eruit omhoog.
De Heer maakt arm en hij maakt rijk,
vernedert diep en heft hoog op.

De zwakke en de arme helpt Hij overeind,
Hij haalt hen uit het stof en uit het slijk.
Tussen de edelen zet Hij hen neer,
Hij houdt een ereplaats voor hen vrij.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 2, 41-51

Wist u dan niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn ?

De ouders van Jezus gingen jaarlijks voor het pesachfeest naar Jeruzalem.
Toen Hij twaalf jaar was, maakten ze weer hun gebruikelijke pelgrimstocht. Na afloop van het feest vertrokken ze naar huis, maar Jezus bleef in Jeruzalem achter zonder dat zijn ouders het wisten. In de veronderstelling dat Hij zich bij het reisgezelschap bevond, reisden ze een hele dag voordat ze Hem overal onder hun verwanten en bekenden begonnen te zoeken.
Toen ze Hem niet vonden, keerden ze terug naar Jeruzalem om Hem daar te zoeken.
Na drie dagen vonden ze Hem in de tempel, waar Hij tussen de leraren zat, terwijl Hij naar hen luisterde en hun vragen stelde. Allen die hem hoorden stonden versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden.
Toen zijn ouders hem zagen, waren ze ontzet, en zijn moeder zei tegen hem: ‘Kind, wat heb je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar je gezocht.’
Maar Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’
Maar ze begrepen niet wat Hij tegen hen zei.
Hij reisde met hen terug naar Nazaret en was hun voortaan gehoorzaam. Zijn moeder sloot alles wat er met Hem gebeurd was in haar hart.

Van Woord naar leven

Vandaag lezen we bij de profeet Jesaja: Zoals de aarde haar gewassen voortbrengt, zoals een tuin het gezaaide laat ontkiemen, zo laat God, de Heer, gerechtigheid ontkiemen en glorie voor het oog van alle volken.Voor wie deze woorden leest zijn ze enerzijds waar en anderzijds gevaarlijk. Waar zijn ze omdat inderdaad de oorsprong van de ware gerechtigheid bij God ligt. Hij schept als het ware voortdurend gerechtigheid. Gevaarlijk zijn deze woorden omdat de toehoorder zou kunnen denken dat alles van God komt, en dat hijzelf dus niets hoeft te doen. Dit laatste is natuurlijk een grote misvatting.Wat dit vers uit Jesaja wil zeggen is dat inderdaad de oorsprong van de ware gerechtigheid bij God ligt. Hij is er de bron van, de schepper. Maar Hij is ook degene die de mens de genade verleent om mee te werken aan zijn scheppingswerk. De mens is niet gemaakt om werkloos toe te kijken, maar juist om vanuit Gods genade te bouwen aan een wereld van gerechtigheid, zowel in de grote wereld als in de kleine omgeving waarin we concreet leven en werken. God vraagt en verwacht van ons verantwoordelijk, engagement.Zoals bij Maria wiens beschikbaarheid we vandaag gedenken. Zij stond met haar hele zijn in het scheppingswerk van de Vader. Zij zei 'ja' niet wetende wat de toekomst brengen zou. Ze bewaarde alles in de stilte van hart, niet wetende wat God met haar en haar Zoon voorhad. Ze gehoorzaamde haar Zoon die vanuit een heilig moeten lange tijd in de tempel verbleef terwijl zijn ouders doodsongerust waren. Maria stond in de wil van de Vader, niet altijd begrijpend, maar gelovend dat God altijd het beste met de mensheid voorheeft.Laten we haar voorbeeld volgen: beschikbaar voor God, 'ja' zeggend, geheel en al, ook al begrijpen we het lang niet altijd.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Maria, goede Moeder, neem ons als uw kinderen bij de hand en leer ons wat het betekent beschikbaar te zijn voor Gods wil in ons leven. Leer ons stil te worden, leer ons zwijgen in het gebed, leer ons luisteren naar Gods aanwezigheid, leer ons het waaien van de Geest aanvoelen, leer ons een bedding te zijn van Gods vrede, een bron waar velen Hem kunnen ontmoeten. Maria, goede Moeder, ga ons voor, bid voor ons. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.