Lezingen van de dag – zondag 12 juli 2015

15e ZONDAG DOOR HET JAAR – B


Uit het profeet Amos 7, 12-15

Het tafereel speelt zich af in het heiligdom van Samaria. Aan de ene kant hebben wij een priester, Samaritaan, beambte van de officiële godsdienst; aan de andere kant een profeet, een vreemdeling, die het formalisme van de godsdienstige praktijken aanklaagt. Deze profeet wordt uitgenodigd elders te gaan profeteren. Maar hij geeft geen gehoor aan dit bevel, want het komt niet van God.

In die tijd zei Amasja – de priester van Bethel – tot Amos: ‘Ziener, verdwijn! Ga naar Juda en verdien daar je brood, ga daar maar profeteren. Hier in Betel mag je niet langer profeteren, want dit is het heiligdom van de koning, de tempel van het koninkrijk.’
Maar Amos antwoordde Amasja: ‘Ik ben helemaal geen profeet, en ook geen profetenleerling. Ik ben veeboer en vijgenteler. Maar de Heer heeft me van achter mijn schapen vandaan gehaald, en het is de Heer die tegen me heeft gezegd: “Ga naar mijn volk Israël en profeteer daar.” ‘

 

Psalm 85, 9-14

Refr.: Het is de Heer die al het goede geeft.

Ik wil horen wat God ons zegt.
De Heer spreekt woorden van vrede
tegen zijn volk, zijn getrouwen. 0083_xbKlJa
Laten zij niet weer vervallen in dwaasheid!

Voor wie Hem eren is zijn hulp nabij:
zijn glorie komt wonen in ons land,
trouw en waarheid omhelzen elkaar,
recht en vrede begroeten elkaar met een kus,
uit de aarde bloeit de waarheid op,
het recht ziet uit de hemel toe.

De Heer geeft al het goede:
ons land zal vruchten geven.
Het recht gaat voor God uit
en baant voor Hem de weg.

 

Uit de brief van Paulus aan de Efeziërs 1, 3-14

Paulus ziet Christus als het Hoofd van heel Gods scheping. In Hem wordt niet alleen aan Joden, maar aan alle bewoners van de aarde, ook aan heidenen en zondaars, de mogelijkheid geboden om kinderen van God te worden.

Broeders en zusters,
gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend. In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde uitgekozen om voor Hem heilig en zuiver te zijn, en Hij heeft ons naar zijn wil en verlangen voorbestemd om in Jezus Christus zijn kinderen te worden, tot eer van de grootheid van Gods genade, ons geschonken in zijn geliefde Zoon.
In Hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade die God ons in overvloed heeft geschonken. Hij heeft ons in al zijn wijsheid en inzicht dit mysterie onthuld: zijn voornemen om met Christus de voltooiing van de tijd te verwezenlijken en zijn besluit om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd bijeen te brengen, onder Christus.
In Hem heeft God, die alles naar zijn wil en besluit tot stand brengt, ons de bestemming toebedeeld om vanaf het begin onze hoop te vestigen op Christus, tot eer van Gods grootheid.
In Hem hebt ook u de boodschap van de waarheid gehoord, het evangelie van uw redding, in Hem bent u, door uw geloof, gemerkt met het stempel van de heilige Geest die ons beloofd is als voorschot op onze erfenis, opdat allen die Hij zich heeft verworven verlost zullen worden, tot eer van Gods grootheid.

 

Alleluia.images

Ga en verkondig het Goede Nieuws
aan de hele schepping.

Alleluia.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 6, 7-13

Jezus zond de twaalf leerlingen twee aan twee naar de mensen in de wereld. Zij vervulden hun opdracht zonder extra hulpmiddelen; ze waren alleen maar toegerust met Gods kracht om de geest van het kwaad te overmeesteren.

Jezus riep de twaalf bij zich en zond hen twee aan twee uit, en gaf hun macht over de onreine geesten. Hij droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld, alleen een stok. Sandalen mochten ze wel dragen. ‘Maar,’ zei Hij, ‘trek geen extra kleren aan.’
En ook zei Hij: ‘Als jullie ergens onderdak krijgen, moet je daar blijven tot je verder reist. Maar als jullie ergens niet welkom zijn en de mensen niet naar jullie willen luisteren, moet je daar weggaan en het stof van je voeten schudden ten teken dat je niets meer met hen te maken wilt hebben.’
Ze gingen op weg en maakten het goede nieuws bekend om de mensen tot inkeer te brengen, en ze dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en genazen hen.

Van Woord naar leven

Jezus riep de twaalf bij zich... .Of zoals er in een andere roepingencontext staat: Hij stelde er twaalf aan om Hem te vergezellen (Mc 3,14). En ze kwamen bij Hem. De roepstem van Jezus volgen, leidt er toe dat je bij Hem komt, bij Hem bent. Zo werden de eerste leerlingen dan ook steeds geroepen: “Kom, volg mij” (Mt 9,9; vgl. Mc 2,14;Lc 5,28). Daar staat dan eigenlijk nog een woord bij: 'achter mij aan.' Dat is tot ons allemaal gezegd. Of tot de rijke man: “Verkoop wat je bezit, geef het (geld) aan de armen, en kom dan terug om mij te volgen" (Mt 19,21; vgl. Mc 10,21; Lc 18,22). Het lijkt of er verder helemaal niets gebeurt, maar het eigenlijke gebeurt in het geroepen worden. En zo geldt dat voor ons allemaal. Het is namelijk niet zo, dat geroepen worden door Jezus alleen maar zou zijn voor mensen die zogenaamd geroepen worden voor dit of dat, dat zij de eigenlijke geroepenen zijn en dat de anderen dat niet zijn. Nee, zo is het niet, want nadat Jezus behalve zijn leerlingen ook het volk bij zich had laten komen, sprak Hij tot hen: "Wie mijn volgeling wil zijn, - dat zegt Hij dus tot iedereen - moet mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen” (Mt 16,24; vgl. Mc 8,34; Lc 9,23). Ook zei Hij tot allen: “Komt allen tot mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken" (Mt 11,28). Dat alleen al is een verkwikking: worden opgenomen in een persoonlijke band, in een persoonlijke verhouding met Hem. Dát wordt je tot voeding. Hij zal je voeden.Alleen als Jezus je bij zich roept, kun je van alles afstand doen. Van alles wat je onderweg nodig hebt. Ooit zei iemand: 'Alleen maar als ik weet dat Hij het wil, dat Hij het is die me dat vraagt, kan ik het opbrengen.' Als die persoonlijke band, die liefdesband met Hem er is, dan krijg je er ook de kracht voor, de voeding, om alles achter te laten en Hem te volgen. Hij zal ons voeden met zichzelf, met zijn aanwezigheid, met zijn zorg. En dat doet Hij steeds weer opnieuw.In alles wat er voor de roeping en de zending moet worden gedaan en ondernomen, moet je eerst teruggaan naar de Persoon. Het is Jezus die mij tot zich roept, om mij daarna uit te zenden. Het is een ritme van binnen naar buiten. Het is een opgenomen worden door zijn heilige Geest in het samenzijn van Vader en Zoon, om te worden uitgezonden, uitgeademd, in de zending. Hetgeen Paulus in de tweede lezing zegt, krijgt misschien tegen deze achtergrond een andere klank: 'Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend. In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde uitgekozen om voor Hem heilig en zuiver te zijn, en Hij heeft ons naar zijn wil en verlangen voorbestemd om in Jezus Christus zijn kinderen te worden, tot eer van de grootheid van Gods genade, ons geschonken in zijn geliefde Zoon.' Wat ons in Jezus tegemoet treedt, komt uit de eeuwigheid, komt uit de hemel en het blijft ook persoonlijk bij ons in de aardse vormgeving. Daar doorheen gaan we een nieuwe toekomst tegemoet, zijn we verzekerd van de toekomst. We voegen ons dus in in de krachten van het komend rijk, dat in de eeuwigheid begint, en een aardse gestalte aanneemt in Jezus en in elke geroepene, in ieder van ons, en het voert ons met die krachten van het komend Rijk naar de toekomstige wereld.J. Bots, sjReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,small-handmade-wooden-cross verenigd met U danken wij de Vader om ieders roeping. Geef dat wij zijn roep mogen beminnen en koesteren, haar mogen verzorgen en laten zijn wat ze is. Kom met uw Geest in ieder van ons opdat wij in uw liefde 'ja' mogen zeggen, groeiend en bloeiend, tot eer van Gods bestaan in deze wereld. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.