Lezingen van de dag – zondag 16 aug. 2015

20e ZONDAG DOOR HET JAAR – B


Uit het boek Spreuken 9, 1-6

Toen God door de Wijsheid zijn volk bezocht, was Hij het en niet de mensen, die het eerst het voedsel van inzicht en leven schonk. Toen Hij ons bezocht door zijn Zoon, heeft deze ons eigen lichaam en zijn eigen bloed als voedsel voor het eeuwig leven gegeven.

Wijsheid heeft haar huis gebouwd, zeven zuilen heeft ze uitgekapt. Ze heeft haar vee geslacht, haar wijn gemengd, haar tafel heeft ze gedekt.
Haar dienaressen heeft zij de stad in gestuurd, zelf roept zij vanaf de hoogste plaats: ‘Onnozele mensen, kom toch deze kant op.’
Wie geen verstand heeft roept ze toe: ‘Kom, eet het brood dat ik je geef, drink de wijn die ik heb gemengd. Wees niet langer zo onnozel, leef, en betreed de weg van het inzicht.’

 

Psalm 34, 2-3 + 10-15

Refr.: De Heer wil ik prijzen, elk uur van de dag.

De Heer wil ik prijzen, elk uur van de dag,
mijn mond is altijd vol van zijn lof.
Laat mijn leven een loflied zijn voor de Heer, TrinityStBenedicts
de nederigen zullen het met vreugde horen.
Vromen, heb ontzag voor de Heer:
wie Hem vreest lijdt geen gebrek.

Jonge leeuwen lopen hongerig rond,
wie de Heer zoekt, ontbreekt het aan niets.
Kom, kinderen, luister naar mij,
ik leer je ontzag voor de Heer.

Hebben jullie het leven lief,
wil je goede jaren genieten ?
Behoed dan je tong voor het kwaad,
je lippen voor woorden van bedrog.
Mijd het kwade, doe wat goed is,
streef naar vrede, jaag die na.

 

Uit de brief van Paulus aan de Efesiërs 5, 15-20

De christen maakt de veeleisende keuze de wil van God en de weg van het Evangelie te volgen. Maar wat een roes zich te laten vervullen door de heilige Geest ! De eucharistie is een van de plaatsen bij uitstek voor deze blijde dankzegging.

Broeders en zusters,
let goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen. Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd. Wees niet onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de Heer wil.
Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft.
Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus.

 

Alleluia.images

Geprezen zijt Gij, Vader van hemel en aarde,
opdat Gij de geheimen van het koninkrijk
aan kinderen geopenbaard hebt.

Alleluia.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 6, 51-58

Tot een ander leven geroepen, kunnen wij niet meer door onszelf leven maar door iemand die groter is dan wijzelf. Jezus leeft door zijn Vader en wij leven door Christus. En dit is geen eenheid van ideeën of gevoelens, maar een eenwording met de persoon zelf van de Verrezene, met zijn Lichaam en zijn Bloed.

Jezus sprak tot de menigte: ‘Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat Ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam.’
Nu begonnen de Joden heftig met elkaar te discussiëren: ‘Hoe kan die man ons zijn lichaam te eten geven!’
Daarop zei Jezus: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: als u het lichaam van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in u. Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal Ik op de laatste dag uit de dood opwekken. Mijn lichaam is het ware voedsel en mijn bloed is de ware drank. Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en Ik blijf in hem. De levende Vader heeft mij gezonden, en Ik leef door de Vader; zo zal wie mij eet, leven door mij. Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet het brood dat uw voorouders aten; zij zijn gestorven, maar wie dit brood eet zal eeuwig leven.’

Van Woord naar leven

De overweging van vandaag is van de hand van Frans Mistiaen, sjWij eten elke dag om krachten op te doen en fysisch in leven te blijven. Dat is wel het allernoodzakelijkst, maar toch niet elementair. Want om echt mens te zijn, hebben wij meer nodig dan alleen maar een gevulde maag en materiële welstand. Wij voelen een diepere, geestelijke honger. Honger naar persoonlijke erkenning en waardering, naar liefde en vergeving, naar samen-zijn met anderen, naar vrede en zinvolheid. Dat is toch wel het échte leven, waar wij allen naar hunkeren. In het evangelie heet dat: het “eeuwig leven”.Voor die diepere honger, die elke mens ervaart, biedt Jezus zich aan: "Ik ben het échte Brood voor het échte Leven!" zegt Hij. Zoals het gewone brood de kracht is voor onze fysische levensgroei, zo wil Jezus de bron zijn voor het diepere leven van ons hele bestaan. Dat wil zeggen dat wij, gelovige christenen, voor die geestelijke levenswaarden uiteindelijk steeds opnieuw de kracht willen vinden in Jezus, meer bepaald: in zijn liefde die zichzelf-geeft en anderen belangeloos dient.Deze gelovige visie leert ons dus dat al wie belangeloos liefheeft, écht leeft. Ook al is ons lichaam zwak, beperkt in mogelijkheden, niet perfect zoals wij het ons hadden gedroomd, gekwetst misschien of gehandicapt, wij geloven dat een mens echt mens is door wat hij geeft vanuit zijn liefde. Voor ons wordt de waarde van iemand niet gemeten aan uiterlijkheden - rijkdom, prestige, verbluffende mogelijkheden - maar aan de grootte van zijn hart, aan de kwaliteit van zijn gevend-liefhebben. Die christelijk overtuiging staat weliswaar zeer haaks op de goedkope sensatie die ons dikwijls als wereldnieuws wordt voorgeschoteld. Maar dit blijft de bevrijdende, blijde christelijke boodschap waar allen meer mens kunnen van worden: echt leven is “zichzelf-gevend” leven, zoals Jezus deed.Daarbij nodigt de Heer ons vandaag uit Hem te eten en te drinken als spijs en drank. Dat betekent dat het niet voldoende is zijn belangeloze liefde alleen maar theoretisch te aanvaarden, in onze overtuiging, maar dat wij haar tastbaar moeten opnemen, in ons daadwerkelijk leven. En waar komt de zichzelf-gevende en anderen-dienende liefde meer tastbaar onder ons dan in de Eucharistie? Wij ontvangen bij de communie de liefdekracht van de Heer, in zijn Lichaam en Bloed. Maar, dan zal zijn Liefde ook vlees en bloed moeten worden in onze concrete liefdedaden.En let wel: Jezus biedt ons zijn "gebroken" Lichaam en zijn "geschonken" Bloed, om door te geven. Het kan dus niet anders dan dat ook wij op onze beurt meer onszelf-brekende en aan anderen-geschonken mensen gaan worden, dat wij op onze beurt onze tijd, onze talenten, onze mogelijkheden, ons leven, voor anderen in liefde willen breken en delen.Op het moment van de communie biedt de priester ons de hostie aan en zegt : "Lichaam van Christus!". Hij kijkt daarbij op naar de hostie, maar terzelfder tijd naar ons. Door de communie worden wij het Lichaam van de Heer. In de mate wij Hem "opeten", in de mate wij zijn Liefde in ons opnemen, worden wij meer en meer zijn verrezen Lichaam. Zoals Augustinus zei: "Christen, word wat je ontvangt!" Door hierop "Amen! Het zij zo!" te antwoorden, bevestigen wij dat wij hieraan willen meewerken.Zo zal elke Eucharistieviering onze geloofsovertuiging nog verdiepen en onze dienende inzet telkens weer vergroten. Hier leren wij zien hoe Jezus' Liefde het voedsel is voor onze diepste hunker. Wij worden hier vooral uitgenodigd steeds opnieuw het beste van onszelf met anderen te breken en te delen.Zo wordt Jezus' Levensbrood de liefdekracht voor het diepste, het eeuwige leven van onze wereld van vandaag.Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus, goede Broer, in uw naam danken wij de Vader voor dat groot geschenk van de Eucharistie, waarin Gij zicht- en tastbaar tot ons komt in eenvoudige gaven van brood en wijn. Geef dat wij bij het communiceren mogen worden wat we ontvangen: uw gegeven liefde voor de hele mensheid. Open ons hart, ons verstand, ons hele zijn voor U,  Gij, gever van het volle leven. Amen.3.49-brood-en-wijn

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.