Lezingen van de dag – zondag 21 juni 2015

12e ZODAG DOOR HET JAAR – B

Uit het boek Job 38, 1 + 8-11

De Heer spreekt in storm en wind.

In die tijd begon de Heer in storm en wind tot Job te spreken: ‘Wie sloot de zee af met een deur, toen ze uit de schoot van de aarde brak? Ik hulde haar in een gewaad van wolken en omwond haar met donkere nevels. Ik legde haar mijn grenzen op en sloot haar af met deur en grendelbalk, en zei: “Tot hiertoe en niet verder, dit is de grens die ik je trotse golven stel.” ‘

 

Psalm 107, 23-24 + 25-26 + 28-29 + 30-31

Refr.: Breng dank aan de Heer, want Hij is barmhartig.

Soms daalden zij af naar zee,
gingen scheep en bevoeren het wijde water,
ze zagen de daden van de Heer,
zijn wonderen op de oceaan.VA glass bord

Hij sprak en ontketende storm,
hoog zweepte Hij de golven op.
Zij stegen tot aan de hemel, vielen neer in de diepte,
hun maag keerde om van ellende.

Ze riepen in hun angst tot de Heer,
Hij leidde hen weg uit vele gevaren,
Hij bracht de storm tot zwijgen,
de golven gingen liggen.

Het verheugde hen dat de zee tot rust kwam,
Hij bracht hen naar een veilige haven.
Laten zij de Heer loven om zijn trouw,
om zijn wonderen aan mensen verricht.

 

Uit de tweede brief van Paulus aan de Korintiërs 5, 14-17

Wie één is met Christus, is een nieuwe schepping.

Wat ons drijft is de liefde van Christus, omdat we ervan overtuigd zijn dat één mens voor alle mensen is gestorven, waardoor alle mensen zijn gestorven, en dat Hij voor allen is gestorven opdat de levenden niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die voor de levenden is gestorven en is opgewekt.
Daarom beoordelen we vanaf nu niemand meer volgens de maatstaven van deze wereld; ook Christus niet, die we vroeger wel volgens die maatstaven beoordeelden.
Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen.

 

Alleluia.images

Zelfs de wind en het water
gehoorzaamden aan de Heer.

Alleluia.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 4, 35-41

Zelfs wind en water gehoorzamen Hem.

Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘Laten we het meer oversteken.’
Ze stuurden de menigte weg en namen Hem mee in de boot waarin Hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. Maar Hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en zeiden: ‘Meester, kan het U niet schelen dat we vergaan?’
Toen Hij wakker geworden was, sprak Hij de wind bestraffend toe en zei tegen het meer: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het meer kwam helemaal tot rust.
Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed? Geloven jullie nog steeds niet?’ Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar: ‘Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het meer Hem gehoorzamen?’

Van Woord naar leven

De overweging van vandaag is onleend aan Kerknet-HerentDit verhaal van de storm op het meer is een verhaal met een dubbele bodem, d.w.z. er schuilt een diepere betekenis achter. Dat blijkt al uit het feit dat Marcus Jezus laat slapen te midden van een storm die zelfs zeevaste vissers in doodsangst brengt. Het verhaal duidt op de geschiedenis van de Kerk, die als een notedop heen en weer geslingerd wordt, maar toch in Gods handen is. Het is ook ons eigen levensverhaal. Wij zijn wel niet meer bang voor de stormen op zee, maar wij zijn nog even bang voor de stormen van het leven. Wij dreigen allemaal van tijd tot tijd weg te zinken in de angst van de zinloosheid van ons bestaan. Die angst kan vele gezichten hebben en staat je overal voor ogen: angst voor ziekte, angst voor de toekomst, angst voor de dood. Sommige mensen willen zich tegen deze bestaansangst weren door het dragen van een talisman, door het consulteren van horoscopen of het raadplegen van helderzienden en kaartlegsters. De evangelist duidt ons een andere weg aan om die angst te overwinnen.Hij zegt dat wij met onze angst naar God kunnen gaan: 'Heer, raakt het U niet dat wij vergaan?' riepen de bange apostelen uit, terwijl Jezus rustig op een kussen lag te slapen. Wij mogen ook met onze angsten naar de Heer gaan: 'Heer, raakt het U niet, dan miljoenen kinderen van honger sterven? Raakt het U niet dat heel de schepping vernield wordt door giftige stoffen? Raakt het U niet dat zoveel mensen dag en nacht tot U roepen, terwijl zij in de zorgen van het leven ten onder dreigen te gaan?'De Heer heeft de leerlingen niet verweten dat ze angst hadden. Je helpt een angstig mens niet door hem te verbieden angstig te zijn. Als een kind alleen moet blijven in een donkere kamer, dan verbiedt moeder het niet angstig te zijn, dat zou de angst alleen maar vergroten, nee, zij laat de deur op een kiertje open, zodat er minstens een lichtstraal in de duistere kamer valt en het kind voelt dat het in zijn angst niet alleen is. Het geloof verbiedt je niet angstig te zijn, het praat de angst niet weg, maar probeert een lichtstraal van hoop te zijn in de duistere kamer van je leven te laten vallen. Die lichtstraal is de helpende aanwezigheid van Jezus. Ook als Jezus schijnt te slapen, Hij blijft toch altijd aan je zijde. Geen enkele bedreiging mag je radeloos maken, want Jezus redt, dat is zijn naam, en samen met Hem kun je nooit te gronde gaan.Zo is de slotsom van dit verhaal: je moet altijd blijven geloven. Wat Jezus de apostelen verweet, was hun klein geloof: je weet toch dat Ik bij jullie ben, waarom zijn jullie dan zo angstig? Angst is volgens Jezus altijd het gevolg van een klein geloof. Nood leert bidden. Maar bidden kan mensen ook stom en bitter maken. Nood leert je alleen bidden als je een verbinding kunt leggen tussen je angst en de helpende aanwezigheid van de Heer. Daardoor kan een lichtstraal van Gods liefde in de duistere plekken van je leven binnenvallen. Het moet erg zijn, als je met het probleem van de dood, van een ongeneeslijke ziekte, niet meer naar God kunt gaan. God neemt je problemen niet weg, christenen gaan even zwaar gebukt onder het lijden van de wereld als anderen. Maar in de duisterenis van het lijden hebben zij een lichtpunt; de helpende aanwezigheid van de Heer. Niet de storm brengt je leven in gevaar maar de angst.Laten we bidden om zo'n geloof dat voor geen storm nog angstig wordt, een geloof dat alle moeilijkheden overwint, dat de stormen en de golven van het leven in de hand kan houden. Veel mensen getuigen van zo'n geloof, getuigen dat God je nooit boven je krachten beproeft, dat God ook zalft waat Hij slaat. Uit deze woorden spreekt de ervaring van Gods trouw. Als je gelooft zul je hetzelfde ervaren wanneer je verzinkt in de golven van de dood. Dan zal blijken hoezeer Jezus je draagt, hoe Hij je zal opnemen bij zich, zodat geen booscheid je meer kan treffen. Angst en vrees helpen je niet, maar alleen het geloof in, en de hoop op de Heer Jezus, ook als Hij nog schijnt te slapen. Gebed is zeker niet nutteloos in een tijd vol angst en zorg, in een Kerk vol angst en zorg, in een leven vol angst en zorg...Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,images draag ons wanneer de angst ons overmant, ook als uw hulp buiten onze gevoels- en ervaringswereld valt. Geef dat wij in dit naakte geloof mogen groeien tot mensen die gratuïet U leren liefhebben, tot groei van Kerk en wereld. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.