Lezingen van de dag – zondag 28 febr. 2016

3e ZONDAG IN DE VASTENTIJD – C


Uit het boek Exodus 3, 1-8a + 13-15

Vandaag volgt een derde belangrijke periode in de heilsgeschiedenis. Mozes had weer een tijd lang het kalme nomadenleven aangenomen. Maar God grijpt hem opnieuw als een verslindend vuur dat een mens omringt en stuurt hem weer naar zijn broeders, door de farao tot slaven gemaakt. De Heer, die hem zendt, is inderdaad een handelende God. Hij zal zijn volk bevrijden en het leiden naar het Beloofde Land.

Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, te weiden. Eens dreef hij de kudde tot voorbij het steppeland, en zo kwam hij bij de Horeb, de berg van God.
Daar verscheen de engel van de Heer aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde. Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd.
Hoe kan het dat die struik niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken.
Maar toen de Heer zag dat Mozes dat ging doen, riep hij hem vanuit de struik: ‘Mozes! Mozes!’
‘Ik luister’ , antwoordde Mozes.
‘Kom niet dichterbij’ , waarschuwde de Heer, ‘en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig. Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’
Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken.
De Heer zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, Ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, Ik weet hoe ze lijden. Daarom ben Ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden.’
Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’
Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “Ik zal er zijn heeft mij naar u toe gestuurd.”’
Ook zei Hij tegen Mozes: ‘Zeg tegen hen: “De Heer heeft mij gestuurd, de God van uw voorouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. En Hij heeft gezegd: ‘Zo wil Ik voor altijd heten, met die naam wil Ik worden aangeroepen door alle komende generaties.’”

 

Psalm 103, 1 + 2 + 3 + 4 + 6 + 7 + 8 + 11

Refr.: De Heer doet wat rechtvaardig is.

Prijs de Heer, mijn ziel,
prijs, mijn hart, zijn heilige Naam.
Prijs de Heer, mijn ziel,
vergeet niet één van zijn weldaden.8c2da01e89b7383cc1506148b331c343

Hij vergeeft u alle schuld,
Hij geneest al uw kwalen,
Hij redt uw leven van het graf,
Hij kroont u met trouw en liefde.

De Heer doet wat rechtvaardig is,
Hij verschaft recht aan de verdrukten.
Hij maakte aan Mozes zijn wegen bekend,
aan het volk van Israël zijn grootse daden.

Liefdevol en genadig is de Heer,
Hij blijft geduldig en groot is zijn trouw.
Zoals de hoge hemel de aarde overspant,
zo welft zich zijn trouw over wie Hem vrezen.

 

Uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 10, 1-8 + 10-12

Iedere zondag van de vastentijd keert het thema van de Uittocht weer, een symbool van elke weg die voert van slavernij naar bevrijding. Op deze reisroute ontbreken de bekoringen niet. Ondanks Gods voortdurende zorg bezwijken de Joden eraan en sterven in de woestijn. Ook christenen, hoewel ze gedoopt zijn, zijn niet immuum voor de gevaren van het kwaad. Laten zijn er op toezien dat zij niet vallen.

Broeders en zusters,
ik wil graag dat u weet dat onze voorouders allemaal door de wolk werden beschermd en allemaal door de zee trokken, dat ze zich allemaal in de naam van Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee. En ze aten allemaal hetzelfde geestelijke voedsel en dronken allemaal dezelfde geestelijke drank. Ze dronken uit de geestelijke rots die hen volgde; en die rots was Christus. Toch wees God de meesten van hen af, want Hij liet hen bezwijken in de woestijn.
Dit alles strekt ons tot voorbeeld: wij moeten niet uit zijn op het kwade, zoals zij. Dien geen afgoden, zoals een deel van hen, over wie geschreven staat: ‘Het volk ging zitten om te eten en te drinken en het stond op om te dansen.’ Laten we geen ontucht plegen, zoals een aantal van hen, want daardoor stierven er op één dag drieëntwintigduizend. En kom niet in opstand, zoals weer anderen deden, want daardoor werden ze door de doodsengel vernietigd.
Wat hun overkomen is, moet ons tot voorbeeld strekken; het is geschreven om ons, voor wie de tijd ten einde loopt, te waarschuwen. Laat daarom iedereen die denkt dat hij stevig overeind staat oppassen dat hij niet valt.

 

Kyrie eleison.3236813569_17b3abba40_m

Bekeer u, zegt de Heer,
want het Rijk der hemelen is nabij.

Kyrie eleison.

 

Uit het evangelie volgens Lucas ,13, 1-9

‘Hij is door God gestraft…’ Tegenover deze gangbare mening stelt Jezus een vurige oproep tot bekering. Maar hoewel de tijd dringt, verkrijgt Hij van de Vader toch nieuw uitstel voor de onvruchtbare vijgeboom. Het goddelijk wekt bij ons het ongeduld om vrucht voort te brengen.

Er waren enkele mensen aanwezig die Jezus vertelden over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed vermengd had met hun offers.
Hij zei tegen hen: ‘Denken jullie dat die Galileeërs grotere zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat ze dat ondergaan hebben? Zeker niet, zeg Ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen. Of die achttien die stierven doordat de Siloamtoren op hen viel; denken jullie dat zij schuldiger waren dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? Zeker niet, zeg Ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal net zo sterven als zij.’
Hij vertelde hun deze gelijkenis: ‘Iemand had een vijgenboom in zijn wijngaard geplant en ging kijken of de boom vrucht droeg, maar hij vond geen vijgen. Hij zei tegen de wijngaardenier: “Al drie jaar kom ik kijken of die vijgenboom vrucht draagt, maar tevergeefs. Hak hem maar om, want hij dient tot niets en put alleen de grond uit.” Maar de wijngaardenier zei: “Heer, laat hem ook dit jaar nog met rust, tot ik de grond eromheen heb omgespit en hem mest heb gegeven, misschien zal hij dan het komende jaar vrucht dragen, en zo niet, dan kunt u hem alsnog omhakken.”’

Van Woord naar leven

De overweging van vandaag is van de hand van Frans Mistiaen, sj"Ongeluk is een straf van God!", beweerden de strenge joden. En die mening hoort men in sommige volkse reacties ook vandaag soms nog bij ons. Men wil benadrukken dat rijkdom, gezondheid en geluk geschenken zijn van de goede God. Maar sommigen trekken daaruit de conclusie dat armoede, ziekte en ongeluk dan ook wel de meest duidelijke bewijzen moeten zijn van de zondigheid en de slechte levenswandel van bepaalde mensen, die daarmee door God worden gestraft.Jezus verwerpt die opvatting, want zij koppelt geluk aan goed gedrag, ongeluk aan slechte zeden. "Neen!" zegt Jezus: "Zeg nooit dat een ongeluk, dat iemand overkomt, het bewijs is dat hij een slecht mens is. Er bestaan wel degelijk zondaars, die geen ongelukken tegen komen, en goeden, die veel miserie meemaken."Jezus zelf ging heel dikwijls aan de kant staan van de armen, de zieken en de zogenaamde zondaars, die niet alle kleine voorschriften van de wet konden nakomen. Door zijn vele menselijke ontmoetingen met de sukkelaars en de ongelukkigen toonde Hij dat God de Vriend wil zijn van de kleinen, ook al worden die uitgesloten door diegenen die menen dat zij alleen Gods vrienden zijn, omdat zij alle details van de godsdienstwet nauwkeurig onderhouden.Maar Jezus gaat vooral niet akkoord omdat die opvatting God voorstelt als de uiteindelijke Oorzaak van de ongelukken op onze wereld en als een onvermurwbare Rechter die de mensen zou straffen. Voor Jezus is God integendeel vooral Liefde, grenzeloze, mateloze Liefde. Hij zal dan ook steeds de nadruk leggen op de barmhartigheid van God, vandaag o.a. door de parabel van de onvruchtbare vijgenboom."Laat hem nog een jaar staan, misschien draagt hij dan wél vrucht." Jezus komt ons niet uitleggen welke de reden is van de rampen en de tegenslagen die ons treffen. Hij komt naast de ongelukkigen staan en komt leven in het hart van diegenen die met grote liefdekracht toesnellen om te helpen waar mogelijk of onnoembaar leed te troosten. Jezus komt ons niet zeggen waarom er op onze levensweg een kruis staat. Hij komt om het zelf te dragen, om ons zijn liefde te tonen, als het nodig is, tot op het kruis. Daar op het kruis, te midden van de hevigste pijn, zal de Heer ons zijn liefde tonen tot het uiterste toe, een liefde die aan anderen denkt: “Vrouw ziedaar je zoon, zoon ziedaar je moeder”, een liefde die vergeeft: “Vader, vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen”, het is een liefde die zichzelf totaal wegschenkt: “in Uw handen beveel ik mijn geest” en daardoor sterker is dan elk lijden of elke dood: “Hij gaf ons Zijn Geest!” Met Zijn liefde blijft Hij ons het leven geven.Laten wij ophouden God verantwoordelijk te stellen voor de ongelukken die ons overkomen. Het is hoog tijd dat wij ons bewust worden van zijn grote barmhartigheid voor ieder van ons.Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God,lichtmis Gij weet wat er in ieder van ons omgaat. Gij schouwt de diepte van ieders hart; Gij kent ons pogen en ons falen. Gij zijt een God van groot geduld. Doe ons geloven dat Gij bij machte zijt de zonde weg te nemen uit ons hart. Kom met uw heilige Geest over ieder van ons opdat wij ons in uw Liefde mogen richten naar uw Zoon. Kom heilige Geest, amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.