1 jan – H. Maria, Moeder van God

Hoogfeest


Uit het boek Numeri 6, 22-27

Moge de Heer u genadig zijn.

De Heer zei tegen Mozes: 
‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen dat zij de Israëlieten met deze woorden moeten zegenen: “Moge de Heer u zegenen en u beschermen, moge de Heer het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn, moge de Heer u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.” Wanneer zij mijn naam over het volk uitspreken, zal Ik de Israëlieten zegenen.’


Psalm 67, 2 + 3 + 5 + 6 + 8

Refr.: God, dat alle volken U eren.

Moge God ons genadig zijn en ons zegenen,
moge het licht van zijn gelaat over ons schijnen.

Dan zal men op aarde uw weg kennen,
onder alle volken uw reddende kracht.

Laten de naties juichen van vreugde,
want U bestuurt de volken rechtvaardig.

U wijst de naties op aarde de weg.
Dat de volken U loven, God,
dat alle volken U loven.

Moge God ons zegenen
opdat de einden der aarde
ontzag hebben voor Hem.


Uit de brief van Paulus aan de Galaten 4, 4-7

Wie God is, kunnen wij aflezen van het gelaat van Christus en in de welwillende bedoelingen van zijn hart. In Jezus is ons alles gegeven. Eertijds waren wij slaven van de zonde. Hij maakt ons tot aangenomen kinderen van de Vader.

Broeders en zusters,
toen de bestemde tijd gekomen was, zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet, om ons, die aan de wet onderworpen waren, vrij te kopen opdat wij als kind aangenomen zouden worden. En omdat u zijn kinderen bent, heeft God in ons hart de Geest van zijn Zoon gezonden, die ‘Abba, Vader’ roept. U bent nu dus geen slaven meer, maar kinderen en als zodanig erfgenamen, dankzij God.


Alleluia. (Hebr. 1, 1-2)
Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen

heeft God in het verleden
tot de voorouders gesproken door de profeten;
nu heeft Hij tot ons gesproken door zijn Zoon,
die Hij heeft aangesteld als erfgenaam
van alles wat bestaat,
en door wie Hij het heelal geschapen heeft. 
Alleluia.



Uit het evangelie volgens Lucas 2, 16-21

Wie Christus opneemt ontvangt de Blijde Boodschap van het heil. De herders waren onder de eersten. God maakt zich immers kenbaar in Jezus, wiens naam Verlosser betekent (Mt. 1, 25). Maria, toonbeeld van alle biddende mensen, treedt langzaam en geleidelijk steeds meer binnen in het mysterie van deze Naam.

De herders gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het zagen, vertelden ze wat hun over het kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.

Toen er acht dagen verstreken waren en Hij besneden zou worden, kreeg Hij de naam Jezus, die de engel had genoemd nog voordat Hij in de schoot van zijn moeder was ontvangen.

Van Woord naar leven

Vandaag, op deze eerste dag van het jaar, nodigt de Kerk ons uit om naar Maria te kijken; naar haar én het Kind. De Kerk nodigt ons uit haar te vieren en te vereren als de Moeder van God, met haar kijkend naar het mysterie van de menswording.

De Kerk zegt dat we zonder Maria dat mysterie maar moeilijk kunnen begrijpen, laat staan beleven. Als Moeder van God, maar ook als Moeder van ieder mensenkind, als Moeder dus van u en mij, geeft zij dagelijks Jezus aan de mensheid; de mensheid als gemeenschap, maar ook aan ieder persoonlijk. Of anders gezegd: als Moeder leidt zij elke mensenkind in Christus. Zij neemt ons bij de hand en brengt ons in de Heer; Hem barend in onszelf, ons leggend in haar Zoon. Als een goede Moeder brengt zij ons op deze wijze in het hart van ons bestaan, brengt zij ons tot de essentie van het leven. Aan ons ons aan haar toe te wijden, zodat ze kan doen wat ze zo graag wilt doen.

Even naar het evangelie van vandaag. We horen dat Maria al wat ze hoorde, al nadenkend, in stilte meedroeg in haar hart. Ik vermoed dat Maria geen vrouw was van grote woorden, en zeker niet van luide woorden. Wat ze hoorde, overwoog ze rustig in haar hart. Dit is meer dan een natuurlijke eigenschap van een persoon. Het is een manier van leven dat je innerlijk arm geopend houdt voor het diepere, voor het mysterie. En wel zo, dat het een gebedshouding wordt. Wie onmiddellijk praat nadat hij gehoord heeft, loopt het gevaar dat hij z’n eigen interpretaties als waarheid gaat zien, deze gaat toe-eigenen en ze als dusdanig ook gaat verkondigen. En nog erger: hij gaat zichzelf oh zo belangrijk vinden. Bij Maria vinden we een houding van nederigheid, van geestelijk arm-zijn, wat een goede bedding vormt om te leven, om te luisteren en te ontvangen van de God.
Maria is niet enkel onze Moeder die ons leidt, maar ze is ons ook tot voorbeeld. Vandaag als toonbeeld van nederigheid door het gegevene in stilte te overwegen diep in jezelf.

Het boek Numeri (eerste lezing) verwoordt ons de zegen die de Heer via Mozes geeft met de vraag dat Aäron en zijn zonen daarmee de Israëlieten zou zegenen. Prachtige, diepgaande woorden. Heel bewust heb ik deze woorden gekozen als Bijbelcitaat vandaag. Het is tevens mijn wens voor ieder van u voor het nieuwe jaar. De zegen eindigt met: ‘Moge de Heer u vrede geven’.

Graag citeer ik uit het boek van Vincenzo Paglia (Het Woord van God elke dag 2022, uitgegeven bij Halewijn):
‘Jezus is de Koning van de Vrede, en traditioneel verenigt de Kerk zich op de eerste dag van het jaar in gebed om de gave van de vrede af te smeken. Het is manier om de zegen uit Numeri te delen met de hele wereld. Moge inderdaad de Heer zijn blik richten op alle volkeren van de aarde. Het drama van de pandemie heeft het wapengekletter niet doen verstommen, en helaas hebben ongelijkheid en ongerechtigheid de spanningen en conflicten doen toenemen. Aan het begin van dit jaar nemen wij het lied van de engelen in de kerstnacht weer op: ‘Vrede op aarde onder de mensen in wie Hij welgevallen heeft’. Moge de Geest van de Heer neerdalen in het hart van de mensen en hun hardheid doen smelten. Moge Hij het hart van onze steden en dorpen veranderen, en haat, onderdrukking en onverschilligheid verdrijven. Moge Hij het hart van de volkeren in oorlog veranderen, zodat de gewelddadige geesten ontwapend worden en de vredestichters versterkt worden. Moge Hij het hart van de rijke volkeren mededogend maken, zodat zij niet blind blijven voor de noden van de arme volkeren. Moge Hij het hart van alle mensen veranderen zodat zij opnieuw het gelaat van de ene God, Vader van allen, ontdekken.’
Tot zover het citaat.

Laten we, vanuit deze woorden, op deze hoogdag ter ere van Maria als Moeder van God, de hele mensheid toewijden aan haar, opdat er inderdaad recht en vrede mag zijn; Gods vrede, in de harten van alle mensen, wereldwijd.

Ik wens ieder van u een Vrede-vol 2022.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Moeder Maria,
graag wijden we dit nieuwe jaar toe aan U. De hele mensheid willen wij in uw schoot neerleggen. Wil ons allen bij de hand nemen en ons brengen in het hart van ons bestaan: in Christus zelf. Bid voor ons, lieve Moeder, opdat het vuur van Gods Geest ons hele zijn mag wenden naar de Vader. Moge Christus ons leven leiden, moge Hij de ziel zijn van ons bidden, mogen wij instrument zijn van Gods zijn.
Bid voor ons, Moeder van God. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.