11 juni: H. Barnabas, apostel

Gedachtenis – eigen lezingen


Uit de Handelingen van de Apostelen 11, 21b-26 + 13, 1-3

Barnabas was een voortreffelijk en diepgelovig man, vervuld van de heilige Geest.

In die dagen kwamen vele mensen tot geloof en bekeerden zich tot de Heer. Het nieuws over hun optreden bereikte de gemeente in Jeruzalem, waar men besloot Barnabas naar Antiochië te zenden. Toen hij daar was aangekomen en zag wat God in zijn goedgunstigheid had bewerkt, verheugde hij zich en spoorde hij iedereen aan om standvastig te zijn en trouw te blijven aan de Heer. Hij was een voortreffelijk en diepgelovig man, die vervuld was van de heilige Geest. Een groot aantal mensen werd voor de Heer gewonnen.
Hierna vertrok Barnabas naar Tarsus om Saulus te zoeken, en toen hij hem gevonden had, nam hij hem mee naar Antiochië. Een heel jaar lang kwamen ze met de gemeente daar bijeen en gaven ze onderricht aan tal van mensen. Het was in Antiochië dat de leerlingen voor het eerst christenen werden genoemd.
Er waren in de gemeente van Antiochië profeten en leraren, onder wie Barnabas, Simeon, die Niger werd genoemd, Lucius de Cyreneeër, Manaën, een jeugdvriend van de tetrarch Herodes, en Saulus. 
Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een samenkomst hielden voor de Heer, zei de heilige Geest tegen hen: ‘Stel Mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die Ik hun heb toebedeeld.’ 
Nadat ze gevast en gebeden hadden, legden ze hun de handen op en lieten hen vertrekken.


Psalm 98, 1-6

Refr.: Juich de Heer toe, heel de aarde!

Zing voor de Heer een nieuw lied:
wonderen heeft Hij verricht.
Zijn rechterhand heeft overwonnen,
zijn heilige arm heeft redding gebracht.

De Heer heeft zijn overwinning bekendgemaakt,
voor de ogen van de volken zijn gerechtigheid onthuld.
Hij heeft gedacht aan zijn liefde en trouw
voor het volk van Israël.

De einden der aarde hebben het gezien:
de overwinning van onze God.
Juich de Heer toe, heel de aarde,
juich en jubel, zing het uit.

Zing voor de Heer bij de lier,
laat bij de lier uw lied weerklinken.
Blaas op de ramshoorn en de trompetten,
juich als de Heer, uw koning, verschijnt.


Vers voor het evangelie (ps. 19, 9b)

Alleluia.
Het gebod van de Heer is helder:
licht voor de ogen.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Matteüs 10, 7-13

Hoe de volgelingen van Jezus hun zending moeten uitoefenen, wordt ons hier beschreven. Zij hebben om niet ontvangen, om niet moeten zij geven. Hun houding tegenover het aardse moet zo zijn dat de mensen aan hun kunnen zien dat zij hier geen blijvende woonplaats bouwen.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Ga en verkondig dat het koninkrijk van de hemel nabij is. Genees zieken en wek doden op, reinig mensen die door een huidziekte onrein zijn, en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven! Neem geen geld aan, geen gouden, zilveren of koperen munten voor in je gordel, vraag geen reistas mee voor onderweg, geen extra kleren, geen sandalen en geen stok, want de arbeider is zijn brood waard. In elke stad en in elk dorp waar je komt, moet je uitzoeken wie het waard is je te ontvangen; blijf daar dan tot je weer verdergaat. Groet de bewoners van het huis dat je binnengaat. Laat jullie vrede over dat huis komen als het dat waard is, maar als het dat niet waard is, laat dan die vrede naar je terugkeren.’

Van Woord naar leven

‘In elke stad en in elk dorp waar je komt, moet je uitzoeken wie het waard is je te ontvangen; blijf daar dan tot je weer verdergaat. Groet de bewoners van het huis dat je binnengaat. Laat jullie vrede over dat huis komen als het dat waard is, maar als het dat niet waard is, laat dan die vrede naar je terugkeren.’ Zo zegt Jezus ons vandaag

Jezus is zich bewust van de weerstand die zijn boodschap bij anderen kan oproepen en Hij bereidt zijn leerlingen dan ook voor op de mogelijkheid van afwijzing. Dit gold voor zijn leerlingen, maar het geldt voor elke christen, die in wezen de missionaire opdracht in zich draagt Gods boodschap uit te dragen doorheen daad en woord. En dan kan het inderdaad gebeuren dat ook wij op een zekere weerstand botsen. Vraag is dan: Hoe gaan wij daarmee om?

Voor alle duidelijkheid: verkondiging zit ‘m niet enkel en alleen in het woord nemen. In sommige gevallen kan dat zo zijn, maar in vele gevallen gaat het over keuzes die je maakt (grote levenskeuzes, maar ook kleine keuzes doorheen de dag); thuis, in je familiekring, op de werkvloer,… Ik denk aan oprechtheid, eerlijkheid, kiezen om niet mee te roddelen, kiezen om wel iemand te vergeven,… Je levenswijze, de keuzes die je maakt, is ook een vorm van verkondiging; een stille, maar soms heel duidelijke vorm. En ook dan stoot je soms op verzet, op gelach of zelfs gespot. Dat gebeurt. Vraag is: hoe gaan we daarmee om?

Van belang is, denk ik, in de liefde te blijven. In Christus dus. Bij Hem ben en blijf je in goed gezelschap, wat een garantie is niet te gaan veroordelen, mensen in vakjes te plaatsen. Het houdt je wakker de ander steeds te blijven benaderen in Gods barmhartigheid, bereid zijnde telkens opnieuw te vergeven, voor iemand te bidden, de ander nooit ‘weg te gooien’.

En soms moet je je gezicht draaien. Al was het maar om geen kwade dingen te zeggen. Het is soms beter even weg te gaan. Niet uit vlucht. Ook niet uit schaamte. Maar om even te bezinnen en te herinneren waar het over gaat. Om dan, gesterkt in en door de Heer, terug naar de situatie te gaan.

Het is niet altijd makkelijk om met tegenstand om te gaan. Er zijn christenen die menen dat ze Christus moeten verdedigen. Ik denk dat dat niet zo is. Wij moeten veeleer Christus verheerlijken: door zijn liefde te zijn, door steeds opnieuw bereid te zijn te vergeven, door vanuit Hem de ander te benaderen.

Het kruis kan daarvoor een bron van genade zijn. Daar leren we niet enkel wat barmhartigheid betekent, maar het draagt ook de genade in zich als christen Gods barmhartigheid te zijn. Het kruis omhelzen, haar genade welkom heten, is zo belangrijk. Juist om mét de verrezen Heer ieder ander tegemoet te gaan.

Laat ons biddende, liefhebbende mensen zijn. Nooit als meerderen, altijd als broer of zus.

Een gezegende zaterdag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
mogen wij in Christus blijven wanneer wij door onze keuzes die we als christen maken weerstand ondervinden in de samenleving. Bewaar ons in uw liefde. Moge uw Zoon, op die momenten, ons tot genade zijn.
In zijn naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.