14 sept – Kruisverheffing

Feest – eigen lezingen


Uit de brief van Paulus aan de Filippenzen 2, 6-11

Christus heeft totaal willen afzien van zijn macht en praal. Hij heeft zichzelf vernederd onder de mensen tot de dood van een slaaf. Zo gaf Hij zich als mens aan de anderen en opende Hij voor ons de weg tot de verrijzenis.

Broeders en zusters,
Hij, die de gestalte van God had, maakte er geen aanspraak op aan God gelijk te zijn, maar deed afstand van zijn positie en nam de gestalte aan van een dienaar. Hij werd gelijk aan de mensen, en als mens verschenen heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.


Psalm 78, 1 + 2 + 34 + 35 + 36 + 37 + 38

Refr.: Laten we nooit vergeten wat God heeft gedaan!

Luister, mijn volk, naar wat ik leer,
hoor de woorden uit mijn mond.
Ik open mijn mond voor een wijze les,
spreek uit wat sinds lang verborgen is.

Zodra er doden vielen, zochten zij God,
zij kwamen tot inkeer en verlangden naar Hem,
dachten eraan dat God hun rots was,
God, de Allerhoogste, hun bevrijder.

Maar zij bedrogen Hem met hun mond,
met hun tong logen zij Hem voor,
hun hart was niet aan Hem gehecht,
zij waren zijn verbond niet trouw.

Uit erbarmen bedekte Hij hun zonde,
Hij wilde geen dood en verderf,
dikwijls bedwong Hij zijn toorn
en joeg Hij het vuur van zijn woede niet aan.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
Wij aanbidden en loven U, Christus,
omdat Gij door uw heilig Kruis
de wereld hebt verlost.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Johannes 3, 13-17

De Mensenzoon moet hoog verheven worden.

In die tijd zei Jezus tot Nikodemus:
‘Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon? De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, opdat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven heeft. Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door Hem te redden. 

Van Woord naar leven

Geliefde mensen, laten we, vandaag op deze feestdag van de Kruisverheffing, het kruis ten diepste aanschouwen.

Enkele gedachten daarbij.

Vooreerst zien we een ongelofelijke trouw van Jezus aan zijn Vader. Hij had kunnen weglopen. Maar Hij nam de volle consequentie op zich wat het volbrengen betrof van zijn opdracht: het verkondigen van zijn Zoon-schap en daarmee de Blijde Boodschap. We kennen het gevolg: kruisiging. Wat een trouw! Om stil van te worden.

Wat we ook zien is een ongelofelijke liefde voor de zondaar; niet voor de zonde, wél voor de zondaar. Tientallen gebeurtenissen en parabels vertellen ons in de evangelies over Jezus’ liefde voor de zondaar, en zijn verlangen tot genezing van ieder zondig hart. Hij ging de zondige mens opzoeken, voerde met hem het goede gesprek, wilde bij/in hem te gast zijn en deed er alles aan dat de zondaar zich zou keren tot God, vanuit het nieuwe leven dat Hij gaf aan, en was voor, de zondaar.

Op het kruis is Jezus afgedaald tot in de meest donkere krochten van iedere mens, want allemaal zijn we ergens wel zondaar. Jezus is ons in het kruis tegemoet gekomen met een liefde om U tegen te zeggen. Hij was niet vies van ons. Maar al te graag maakte Hij zichzelf vuil om zich te verinnigen met de zondige van God vervreemde mens.
Niet om het daarbij te laten, maar om op zo’n wijze z’n eigen leven met ons te delen dat wij de mogelijkheid in ons zouden dragen met Hem op te staan, genezen van de zonde, levend in zijn Pasen.
Wat een liefde!

We zien ook een ongelofelijke diepe solidariteit met al wie op welke wijze ook aan de kant van de weg ligt. De armen, de uitgestotenen, de vluchtelingen, de verdrukten,… al wie leed en lijdt onder onrecht. Geen lijden was en is Hem onbekend. In een goddelijke solidariteit is Hij deze mensen ten diepste nabij gekomen. Dat deed Hij, en dat doet Hij. Geen afstandelijke nabijheid, maar een nabijheid van binnenuit. Een ware verinniging met elke lijdende mens door onrecht.

Wat we op het kruis ook zien is eenzelfde diepe liefdevolle solidariteit met al wat broos is in de wereld, met hen die zouden moeten omarmd worden door de mensheid maar dikwijls aan de kant van de samenleving moeten ‘leven’. Denk aan andersvaliden, dementerende ouderlingen, mensen met een hoekje af,… hen allen is Jezus zeer innig nabij gekomen op het kruis. Meer: met hen ging en gaat Hij mee, onzichtbaar, van binnenuit. Zalig zij die de Heer erkennen en beminnen in al wat broos is in deze wereld.

Op het kruis is Jezus aanwezig gekomen in ieders kwetsbaarheid. Hij is kwetsbaar geworden met de kwetsbaren; met allen dus, ook met ieder van onz. In deze kwetsbaarheid daalt Hij af en verinnigt Hij zich met ieder. Daar tilt Hij ons op door zijn leven te geven.
Wel, geliefde mensen, wie deze zelfgave van Christus toelaat diep in zichzelf, leeft in Gods verlossing. Onze kwetsbaarheid zal onze kracht worden, door het leven van de Heer. Het meest kwetsbare dat er bestaat, de ware liefde, zal in Hem tot volle bloei komen, sterker als nooit tevoren.
Wie zich zo kan toevertrouwen aan de Heer, leeft in Gods verlossing, en mag zich gered weten.

Genoeg woorden. Laat ons het kruis, de Gekruisigde, aanschouwen, diep dankbaar om de weg die Hij voor ieder van ons gegaan is.
Wat een afdaling, wat een liefde!

Een gezegende woensdag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Gebed van Franciscus van Assisi tot de Gekruisigde

Hoogste, roemrijke God,
verlicht de duisternis van mijn hart,
en geef mij het ware geloof,
de gegronde hoop,
en de onverdeelde liefde,
het aanvoelen en de kennis, Heer,
om uw heilige en waarachtige opdracht
te kunnen volbrengen.

Door Christus, onze Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.