15 sept – O.L.-Vrouw van Smarten

Gedachtenis – eigen lezingen

Moeder te zijn van de Verlosser was een voorrecht, een grote eer. Het heeft Maria ook veel pijn en verdriet gekost. Ook zij bemerkte de groeiende tegenkanting van farizeeën en schriftgeleerden tegenover haar Zoon. Het nieuws van de aanhouding, de onbegrijpelijke houding van de Joden op Goede Vrijdag, de pijnlijke en dodelijke tocht naar de Calvarieberg, de afschuwelijke doodsstrijd heeft zij van dichtbij meegeleefd. Niemand kan beschrijven wat dan in een moeder omgaat. Maar zij bleef trouw, op haar plaats, onder het kruis.

Uit de brief van Paulus aan de Hebreeën 5, 7-9

Christus, oorzaak van eeuwige redding.

Christus heeft tijdens zijn leven op aarde onder tranen en met luide stem gesmeekt en gebeden tot Hem die Hem kon redden van de dood, en werd verhoord vanwege zijn diep ontzag voor God. Hoewel Hij zijn Zoon was, heeft Hij moeten lijden, en zo heeft Hij gehoorzaamheid geleerd. En toen Hij naar de uiteindelijke volmaaktheid gevoerd was, werd Hij voor allen die Hem gehoorzamen een bron van eeuwige redding.

Psalm 31, 2-6

Refr.: Red mij, Heer, door uw genade.

Bij U, Heer, schuil ik,
maak mij nooit te schande.
Bevrijd mij en doe mij recht.

Hoor mij, haast U mij te helpen,
wees voor mij een rots, een toevlucht,
een vesting die mij redding biedt.

U bent mijn rots, mijn vesting,
U zult mijn gids zijn, mij leiden,
tot eer van uw Naam.

U zult mij losmaken
uit het net dat voor mij is gespannen,
U bent mijn toevlucht.

In uw hand leg ik mijn leven,
Heer, trouwe God, U verlost mij.

Uit het evangelie volgens Johannes 19, 25-27

‘Ziedaar uw moeder’.

Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala.
Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie Hij veel hield, zei Hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’ en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’
Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis.

Van Woord naar leven

Vandaag gedenkt de Kerk Maria als Onze-Lieve-Vrouw van Smarten. Men noemt haar ook wel eens Onze-Lieve-Vrouw van de zeven weeën, wat ik persoonlijk rijker vindt. Weeën, zoals een barende vrouw die kent, doen pijn, maar het is een pijn die onlosmakelijk verbonden is met het nieuwe leven dat weldra uit de moederschoot zal komen. Het lijden dat Maria kende had niet het laatste woord, zoals dat ook niet bij haar Zoon was, en zoals dat ook niet is in de Kerk. Christelijk lijden, verbonden met de Heer, betekent nooit een eindpunt, maar veeleer een weg van nieuw leven; hetzij voor jezelf, hetzij voor anderen, nu of voor komende generaties.

Naar Maria mogen we kijken als onze Moeder. Het evangelie van vandaag verhaalt hoe Jezus vanop het kruis zijn eigen moeder schenkt als moeder aan Johannes. En we lezen dat Johannes haar bij zich in huis neemt. Ook aan ons schenkt Jezus zijn moeder als onze moeder, en net zoals Johannes mogen wij haar bij ons in huis nemen. Dat betekent: we mogen Maria in ons leven welkom heten als onze moeder.

Ik denk dat het goed is, en belangrijk, Maria inderdaad in ons leven welkom te heten. Wanneer we bidden, zal zij ons voorgaan in het gebed. Ze zal met ons mee bidden. Ze zal voor ons bidden opdat we in de gave van de Geest zouden bidden. Ze zal ons bij de hand nemen om ons te brengen in de genade van haar Zoon, en alzo in de wil van de Vader. Ze zal ons ten diepste begeleiden op onze weg naar eenwording met Jezus, als een aanwezige moeder die het beste voorheeft met haar kinderen.

Laten we haar, naar het voorbeeld van Johannes, opnemen in ons levenshuis.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Maria,
U heten wij welkom in ons leven, als onze moeder door uw Zoon geschonken. Wil ons bij de hand nemen en met ons bidden, opdat het vuur van de Geest ons in Christus mag neigen, levend in zijn ‘ja’ tot de Vader.
In zijn naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.