19 maart – H. Jozef, bruidegom van de H. Maagd Maria

(hoogfeest)


Uit het tweede boek Samuël 7, 4-5a + 12-14a + 16

God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken. (Lc.1,32)

De Heer richtte zich tot Natan: 
‘Zeg tegen mijn dienaar, tegen David: “Wanneer je leven voorbij is en je bij je voorouders te ruste gaat, zal Ik je laten opvolgen door je eigen zoon en hem een bestendig koningschap schenken. Hij zal een huis bouwen voor mijn naam, en Ik zal ervoor zorgen dat zijn koninklijke troon nooit wankelt. Ik zal een vader voor hem zijn en hij voor Mij een zoon. Jou stel Ik in het vooruitzicht dat je koningshuis eeuwig zal voortbestaan en je troon nooit zal wankelen.”’


Psalm 89, 2 + 3 + 4 + 5 + 27 + 29

Refr.: Zijn nageslacht zal blijven voor altijd.

Van uw liefde, Heer, wil ik eeuwig zingen,
van uw trouw getuigen, geslacht na geslacht.
Ik belijd: uw liefde houdt eeuwig stand,
uw trouw hebt U in de hemel gevestigd.

Ik heb met mijn uitverkorene een verbond gesloten,
aan mijn dienaar David gezworen:
Jouw dynastie zal Ik voor eeuwig vestigen,
je troon in stand houden, geslacht na geslacht.

Hij zal tot Mij roepen: “U bent mijn vader,
mijn God, de rots die mij redt!”
Mijn liefde zal hem altijd beschermen,
hecht is mijn verbond met hem.


Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 4, 13 + 16-18 + 22

Tegen alle hoop in heeft Abraham geloofd.

Broeders en zusters,
niet door de wet ontvingen Abraham en zijn nageslacht de belofte dat ze de wereld zouden erven, maar door de rechtvaardigheid die het geloof schenkt. Maar de belofte berust op geloof, omdat ze een geschenk van God moest zijn. Want zo is ze van kracht voor heel het nageslacht, niet alleen voor hen die de wet hebben maar ook voor wie delen in het geloof van Abraham, die de vader is van ons allen. Er staat immers geschreven: ‘Ik maak je de vader van vele volken.’ En hij is dit ten overstaan van God, die de doden levend maakt en in het leven roept wat niet bestaat. In Hem stelde hij zijn vertrouwen. Zelfs toen alle hoop vervlogen was, bleef Abraham hopen en geloven dat hij de vader van vele volken zou worden, zoals hem was beloofd: ‘Zo talrijk zullen je nakomelingen zijn.’ En dat geloof werd hem als rechtvaardigheid toegerekend.


Gelukkig wie wonen in uw huis, o Heer,
gedurig mogen zij U loven. 



Uit het evangelie volgens Matteüs 1, 16 + 18-21 + 24a

Jozef deed zoals de engel van de Heer hem had opgedragen.

Jakob verwekte Jozef, de man van Maria. Bij haar werd Jezus verwekt, die Christus genoemd wordt.
De afkomst van Jezus Christus was als volgt: Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest. Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in stilte te verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen.

Van Woord naar leven

Een mijmering van pastoor A. Penne over de slapende Jozef

Paus Franciscus vertelde in een interview dat hij in zijn werkkamer en in zijn slaapkamer een beeld van de Heilige Jozef heeft. Niet een beeld zoals in veel kerken, kapellen en huizen te vinden is, een beeld van de Heilige Jozef met het Kindje Jezus op de arm, maar een beeld van een slapende Heilige Jozef. In dat interview vertelde Paus Franciscus dat hij op het einde van zijn werkdag, voor het slapen gaan, alles wat hem zorgen geeft op een briefje schrijft en dat onder dat beeld legt. De Paus vertelde dat hij dan goed slaapt. Een apart, maar ook een mooi getuigenis waarin de Paus getuigt van zijn vertrouwen op de voorspraak van de Heilige Jozef, maar ook een aanzet om zoals de Heilige Jozef te vertrouwen dat God de weg wijst.

Waar komt die afbeelding van de slapende Heilige Jozef vandaan? Wel in de weinige evangeliepassages waar we iets over de Heilige Jozef vernemen, wijst God telkens de weg langs dromen. In het eerste hoofdstuk van Mattheüs lezen we dat Jozef er op een bepaald moment achter komt dat zijn verloofde Maria zwanger is en hij weet: dat kind is niet van mij. Hij denkt er in stilte over na om van haar te scheiden. En dan grijpt de Hemel in. We kunnen lezen: “Terwijl hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer die tot hem sprak: “Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; het kind in haar schoot is van de heilige Geest. Zij zal een zoon ter wereld brengen die gij Jezus moet noemen, want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden.” God grijpt in, Hij geeft inzicht aan Jozef en Jozef wijzigt zijn plannen. Even verder lezen we dan dat Jozef doet zoals hem werd gezegd. “Ontwaakt uit de slaap deed Jozef zoals de engel van de Heer hem bevolen had en nam zijn vrouw tot zich.”

In het tweede hoofdstuk van Mattheüs lezen we dat de hemel weer ingrijpt langs een droom. Er is op een moment groot gevaar. Koning Herodes had gevraagd aan de Wijzen uit het Oosten om hem te komen berichten wanneer ze de pasgeboren Koning hadden gevonden. God waarschuwde hen in een droom niet meer naar Herodes terug te keren en ze vertrokken langs een andere kant naar hun land. En dan lezen we in het evangelie: “Na hun vertrek verscheen een engel van de Heer in een droom aan Jozef en sprak: “Sta op, neem het Kind en zijn moeder, vlucht naar Egypte en blijf daar tot ik u waarschuw, want Herodes komt het Kind zoeken om het te doden.” Hij stond op en week in de nacht met het Kind en zijn moeder naar Egypte uit.”

Dat beeld van die slapende Heilige Jozef is dus eigenlijk een heel evangelisch beeld. God wijst de weg. Hij is een God die met mensen bezig is, een God die van mensen houdt en mensen ter harte gaat. Hij laat ons niet zomaar aan ons lot over. In dromen, in tekenen, in ons hart dat voor Hem open staat wil Hij ons de weg tonen. Ja, soms zullen het vreemde of onbekende wegen zijn die Hij ons vraagt te gaan, zoals dat de Heilige Jozef overkwam. Het komt erop aan dat we toch naar Hem kunnen en durven luisteren, Zijn aanwijzingen zien, inzicht van Hem ontvangen en er durven op ingaan. De Heilige Jozef mocht dat als gelovige ontvangen en heeft dat in praktijk gebracht zonder te morren of te protesteren. Ook wij mogen daar voor openstaan en daarop vertrouwen, naar het voorbeeld van de Heilige Jozef.

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

 

Laten wij bidden

Vader,
op voorspraak van Sint-Jozef bidden wij voor de Kerk en voor ieder van ons persoonlijk: mogen wij oor, oog en hart hebben voor uw spreken. Moge Jezus, door ons in zich op te nemen, ons tot gehoorzame mensen maken. Opdat uw wil moge geschieden.
Dit bidden wij in Jezus’ naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.