21 sept – Matteüs, apostel en evangelist

Feest – eigen lezingen

Uit de brief van Paulus aan de Efesiërs 4, 1-7 + 11-13

Het is de Heer die aanstelt.

Broeders en zusters,
ik, die gevangenzit omwille van de Heer, vraag u dringend de weg te gaan die past bij de roeping die u hebt ontvangen: wees altijd nederig, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde. Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft: één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping, één Heer, één geloof, één doop, 6één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is. Aan ieder van ons is genade geschonken naar de maat waarmee Christus geeft. 
En Hij is het die zowel apostelen heeft aangesteld als profeten, zowel verkondigers van het evangelie als herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd, totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus. 


Psalm 19, 2-5ab

Refr.: Over heel de aarde gaat hun stem.

De hemel verhaalt van Gods majesteit,
het uitspansel roemt het werk van zijn handen,
de dag zegt het voort aan de dag die komt,
de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.

Toch wordt er niets gezegd, geen woord gehoord,
het is een spraak zonder klank.
Over heel de aarde gaat hun stem,
tot aan het einde van de wereld hun taal.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
U, God, loven wij. U, Heer, prijzen wij,
U looft het roemvolle koor der apostelen.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Matteüs 9, 9-13

Het is de Heer die roept.

Toen Jezus verderging, zag Hij bij het tolhuis een man zitten die Matteüs heette, en Hij zei tegen hem: ‘Volg Mij.’
Hij stond op en volgde Hem.
Toen Hij in zijn huis aanlag voor de maaltijd, kwam er ook een groot aantal tollenaars en zondaars, die samen met Hem en zijn leerlingen aan de maaltijd deelnamen. 
De farizeeën zagen dit en zeiden tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet uw meester met tollenaars en zondaars?’ 
Hij hoorde dit en gaf als antwoord: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel. Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: “Barmhartigheid wil Ik, geen offers.” Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’

Van Woord naar leven

In de Kerk vieren we vandaag de heilige apostel en evangelist Matteüs. Van beroep was hij tollenaar, een functie die een slechte faam had bij zijn landgenoten omdat hij de belastingen inde voor de Romeinse bezetter.

Terwijl Jezus door de straten van Kafarnaüm gaat, merkt Hij Matteüs op, en in plaats van hem minachtend voorbij te lopen, zoals bijna iedereen deed, houdt Hij halt en nodigt hem uit: ‘Volg Mij’. Dit woord van de Heer volstaat voor Matteüs: ‘Hij stond op en volgde Hem’.

Belangrijk in deze is het feit dat het initiatief volledig van Jezus komt. Hij richt zijn woord, dit woord raakt, met navolging tot gevolg. ‘Ja’ is altijd een antwoord op een uitnodiging. En de uitnodiging van de Heer is bijzonder, is die zin dat ze vol van genade is. Jezus’ woord is een rakend woord; een woord dat de genade in zich draagt dat mensen inzicht doet krijgen, en kracht geeft de weg te gaan die aangeboden wordt: de weg van de liefde, de weg van het evangelie, de weg van het volle leven, de weg van Jezus.

Paus Franciscus koos als zijn motto de zin die een van de kerkvaders, de heilige Beda Venerabilis, gebruikte om de kracht van de roeping te beschrijven: Meserando atque eligendo: ‘gekozen door genade’. De roeping van Matteüs is de vrucht van de genadevolle en barmhartige blik van Jezus. De genade kwam bij Matteüs zo binnen dat hij zich niet langer ging bezig houden met belastingen innen. Hij werd leerling en volgeling van de Heer, hij werd christen.

De reactie van de farizeeën is bijzonder hard. Ze begrijpen immers ook niet wat er gebeurd is. De nieuwe wind die de Heer deed waaien bracht hen totaal in verwarring. Vanaf nu kon schijnbaar iedereen, zonder uitzondering, in zijn hart geraakt worden om een nieuw leven te starten, zelfs de zondaars. Ze ondervragen de leerlingen daarover en het is Jezus zelf  die hen komt uitleggen: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel. Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: “Barmhartigheid wil Ik, geen offers.” Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’ Duidelijke taal.

Voor Jezus is niemand uitgesloten en kan iedereen door het evangelie geroepen worden, welke ook zijn situatie is, zelfs als hij zo’n slechte naam heeft als Matteüs. Wat telt is dat je de roeping van de Heer, de roeping van het evangelie, in je hart ontvangt. En dat is nu precies wat Matteüs doet. Vanaf dat ogenblik verandert dan ook fundamenteel zijn leven. Hij wordt namelijk volgeling en leerling van de Heer.

Wat kunnen wij leren van dit roepingsverhaal? Dat het Woord, Christus zelf, ons kan raken, en ons kan doen aanzetten de Heer te volgen, meer of zuiverder dan dat we dat gisteren deden. En moesten we ons op een of andere wijze zondig weten (en dit kan in heel kleine zaken zitten), weet dan dat de Heer naar u toekomt, met diezelfde liefdevolle blik dan dat Hij Matteüs aankeek, én met dezelfde woorden: ‘Volg Mij’. 

Laat ons ‘ja’ zeggen, geheel en al. En alzo Gods liefde worden voor allen.

Een genadevolle woensdag,

kris

Bij deze overweging liet ik me inspireren door Vincenzo Paglia

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,
kijk naar ons zoals Gij hebt gekeken naar Matteüs. Dat uw blik een echte aanraking mag worden waarin wij de genade ontvangen ons ten diepste naar U te keren en U te volgen. Neem ons op in uw liefde, maak ons innig één met U.
Alle dagen van ons leven.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.