22 aug – H. Maria, Koningin

Gedachtenis – eigen lezingen

Uit de profeet Jesaja 9, 1-3 + 5-6

Een zoon is ons gegeven.

Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen. U hebt het volk weer groot gemaakt, diepe vreugde gaf U het, blijdschap als de vreugde bij de oogst, zij jubelen als bij het verdelen van de buit. Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de staf van de drijver, U hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds.
Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Sterke God, Eeuwige vader, Vredevorst.
Groot is de heerschappij en zonder einde de vrede voor de troon van David en voor zijn koninkrijk; ze zijn gegrondvest op recht en gerechtigheid en staan vast voor altijd en eeuwig.
De Heer van de hemelse machten brengt dit in zijn vurige liefde tot stand.

Psalm 113, 1-8

Refr.: De Naam van de Heer zij geprezen, van nu tot in eeuwigheid.

Loof, dienaren van de Heer,
loof de Naam van de Heer.
De Naam van de Heer zij geprezen
van nu tot in eeuwigheid.

Van waar de zon opkomt
tot waar zij ondergaat
zij geloofd de Naam van de Heer.
Verheven boven alle volken is de Heer,
verheven boven de hemel zijn luister.

Wie is gelijk aan de Heer, onze God,
die hoog daarboven zijn woning heeft,
die zijn oog richt naar beneden,
wie in de hemel en op de aarde?

Hij verheft uit het stof wie berooid is,
uit het vuil tilt Hij op wie alles ontbeert.
Hij laat hem wonen bij hooggeplaatsten,
bij de hoogsten van zijn volk.

Vers voor het evangelie (Lc 1, 28)

Alleluia.
Gegroet Maria,
je bent begenadigd,
de Heer is met je.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Lucas 1, 26-38

‘Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen.’ 

In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Ze heette Maria en ze was nog maagd. 
Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ 
Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. 
Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’
Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog geen gemeenschap met een man.’ 
De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap, want voor God is niets onmogelijk.’ 
Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’
Daarna liet de engel haar weer alleen.

Van Woord naar leven

LUISTER

Vandaag vieren we de gedachtenis van Maria Koningin van Hemel en Aarde.
Als je in de Bijbel zoekt of daar teksten over te vinden zijn, dan zoek je tevergeefs.

De liefde voor Maria is onder het gewone volk zo groot geweest dat er allerlei Mariafeesten zijn ontstaan, soms wel gebaseerd op Bijbelse teksten, maar vaak ook spontaan omdat mensen behoefte hadden aan het ‘ophemelen’ van Maria die vast de beste voorspraak kon zijn in hun aardse noden. De gedachtenis aan Maria, die we vandaag vieren is in het jubeljaar 1953- 1954 door paus Pius XII ingesteld. De erbij gekozen lezingen zijn teksten uit de profeet Jesaja (9, 1-3.5-6) en uit het evangelie van Lucas (1, 26-38).

Als Maria, die eenvoudige jonge vrouw uit Nazareth, zou geweten hebben dat ze de eeuwen door zoveel aandacht zou krijgen, zou ze nog meer geschrokken zijn dan ze al was toen de engel Gabriël haar benaderde met een vreemde vraag waarop ze niet bedacht was: Wees niet bang Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.
Het gaat in de tekst, indien Maria haar instemming geeft, mede over het koningschap van de te verwachten zoon. Maria heeft er, na bekomen te zijn van de eerste schrik, wel wat vragen bij, heel terecht, maar beaamt toch vrij snel datgene wat ze niet begrijpt. Dat is heel bijzonder. Maria is de vrouw die luisteren kan, ook als ze zoiets groots totaal niet begrijpt.

Moeder van een koning. Maria koningin? Dit gaat alle begrip te boven. Toch zegt ze vanuit haar nederigheid heel eenvoudig: De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd. Enerzijds einde van dit verhaal – het antwoord is gegeven  – , en anderzijds begin van de geschiedenis die doorgaat tot in het oneindige.
Maria, koningin van hemel en aarde. Zo heeft het volk haar beleefd, een titel ver boven hetgeen Maria zich ooit voor heeft kunnen stellen.

Maria heeft nog vele andere titels gekregen, een lange litanie. Ik kies er één uit: Ark van het Verbond. Het bedoelde beeld van een ‘ark’ komt uit het Eerste Testament. De ark was een heilige kist van hout, overtrokken met goud. In die kist werden de Tien Woorden bewaard die God gesproken heeft tijdens de uittocht uit Egypte. Woorden en richtlijnen ten leven waren het.
Van Maria wordt gezegd dat ze alles bewaarde in haar hart. We lezen het in het geboorteverhaal bij de evangelist Lucas (Lc 2, 19). Het beeld van de ark past daar uitstekend bij. Het Geheim was zo groot, en zo kostbaar, zelfs door duizenden geleerden niet te begrijpen, dat er daarvoor geen betere plaats gevonden kon worden dan in haar hart, die een ark werd, zoals de kist waar de Tien Woorden in bewaard werden. Het Geheim is een Verbondsgeheim van God met zijn volk, en Maria is daar de grote schakel in geworden.

Kijken we naar ons eigen leven. Er komt een vraag bij me boven rond dit alles.
Kunnen wij, als ons iets moeilijks wordt gevraagd, iets wat we met geen mogelijkheid kunnen begrijpen, er toch ja op zeggen? Op den duur?
De engel begint met te zeggen dat Maria niet bang hoeft te zijn, en vervolgt met het woord LUISTER. Misschien kan dat woord ook onze insteek zijn. Niet als gebod, maar als richtingwijzer. Luisteren naar onze eigen emoties, – dat zeker ook – maar tevens luisteren naar de innerlijke Stem die door alle pijn heen, ons verder kan leiden? En zou het vertrouwen op den duur in ons kunnen rijpen dat, door het geheimenis in ons hart te bewaren, er ook een weg uit voort zou kunnen komen, door alle pijn heen? Maria Koningin, heeft heel diep weet van de hemel én van de aarde. Zou ze misschien niet alleen voorbeeld, maar ook voorspraak voor je willen zijn?

Laten wij bidden

Maria, moeder van Jezus,
koningin van hemel en aarde,
u bent een bijna te groot voorbeeld voor ons.
U leert ons om ja te zeggen,
ook als we het niet begrijpen.
In ons leven gebeuren er soms
onverwachte dingen die ons veel pijn doen.
U wist tevoren niet wat u te wachten stond:
een enorm kruis, het sterven van de Zoon die u baarde.
Wijs ons de weg hoe we om moeten gaan
met de moeilijke dingen op ons pad.
Koningin van de Liefde, zouden we u willen noemen,
want alleen in de liefde komen Hemel en Aarde bij elkaar.
Wijs ons de weg, door uw Zoon,
de Welbeminde van de Vader!
Wij danken u!
Amen.

Beste mensen, vertrouw op datgene wat je, al  luisterend,  hoort!

Ricky Rieter

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.