27 dec – H. Johannes, apostel en evangelist

Feest

Uit de eerste brief van Johannes 1, 1-4

Wat wij gezien en gehoord hebben verkondigen we aan u.’

Vrienden,
wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij met eigen ogen gezien en aanschouwd hebben, wat onze handen hebben aangeraakt, dat verkondigen wij: het Woord dat leven is. Het leven is verschenen, wij hebben het gezien en getuigen ervan, we verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons verschenen is. Wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen we ook aan u, opdat ook u met ons verbonden bent. En verbonden zijn met ons is verbonden zijn met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus. We schrijven u deze brief om onze vreugde volkomen te maken.


Psalm 97, 1 + 2 + 5 + 6 + 11 + 12

Refr.: Verheug u, rechtvaardigen, in de Heer.

De Heer is koning – laat de aarde juichen,
laat vreugde heersen van kust tot kust.
In wolk en duisternis is Hij gehuld,
zijn troon rust op recht en gerechtigheid.

De bergen smelten als was voor de Heer,
voor de Heer van heel de aarde.
De hemel vertelt van zijn gerechtigheid,
alle volken aanschouwen zijn majesteit.

Licht is gezaaid voor de rechtvaardige,
vreugde voor de oprechten van hart.
Verheug u, rechtvaardigen, in de Heer,
en breng hulde aan zijn heilige naam.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
U, God, loven wij.
U, Heer, prijzen wij.
U looft het roemvolle koor der apostelen.
Alleluia.



Uit het evangelie volgens Johannes 20, 1-8

Hij zag en geloofde.

Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria van Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen voor het graf was weggehaald. Ze liep snel weg, naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze Hem nu neergelegd hebben.’ Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. 

Van Woord naar leven

De eerste lezing van vandaag – uit de eerste brief van Johannes – eindigt met: We schrijven u deze brief om onze vreugde volkomen te maken.

Waarin bestond de vreugde waarover Johannes en de zijnen schrijft? Ik vermoed dat het ging om het kennen van de Heer, zoals we in de zinnen daarvoor lezen. Hem kennen, Hem gezien en aangeraakt hebben, Hem ontmoet te hebben, gaf hen schijnbaar een onnoembare vreugde. En toch ontbrak er iets aan hun vreugde. Namelijk het meedelen van de Heer. Zij doen dat op die moment doorheen een brief, en dat maakt hun vreugde volkomen, zo schrijft hij.

Lieve mensen, ik denk dat velen van ons vrede en vreugde ervaren in hun geloofsleven, daarom niet als een constante, maar Gods vrede dragen door je christelijk leven … het is velen niet vreemd. Deze innerlijke vreugde kan zich manifesteren in momenten van gebed, tijdens een eucharistie, bij het lezen van de Schrift. Maar ook in handelingen als het schenken van vergeving, delen met wie minder heeft, gewoon daden (soms hele kleine) van liefde, kan ons hart veel vrede en vreugde schenken. Maar er is iets dat onze vreugde nog ‘voller’ kan maken. En dat is het ‘meedelen van de Heer’: verkondiging, op welke wijze ook.

Als gelovige gemeenschap durven we dat soms te weinig, denk ik. Niet dat we ten allen tijde en tegen iedereen over Jezus moeten praten. Het zit ‘m niet in het praten alleen. Maar we schuilen ons – denk ik – te vaak achter een zogenaamde bescheidenheid waarin we ons goed voelen juist omdat we niet over Hem moeten praten.
Bescheidenheid siert, da’s duidelijk. Maar er bestaat ook een soort bescheidenheid die vals is, omdat ze niet zuiver is, en als drogreden gebruikt wordt om te zwijgen.

Als ik mag zou ik graag een hulpmiddel aanreiken om momenten te scheppen waarin over God, Jezus, de Bijbel, ons geloofsgoed, Kerk, Gods liefde,… kan gepraat worden.
Dat middel is de vraag aan Jezus om zulke momenten te geven in de loop van de dag. Dus bij je ochtendgebed eenvoudig vragen aan de Heer of Hij ons momenten zou geven waarin Hijzelf zich kan openbaren doorheen een goed gesprek. En je zult merken – écht waar – dat er zulke momenten in de loop van de dag zullen ontstaan. Vraag en je zal verkrijgen…
Van belang is op die moment niet de held te willen uithangen, geen knappe theologisch goed uitgebouwde zinnen te willen maken, niet rond de oren willen slaan met allerlei citaten uit de Bijbel, heiligenlevens of wat dan ook. Nee, op die momenten moeten we rustig innerlijk in de Heer blijven, vertrouwend dat Hij het gesprek zal leiden. De Geest zal u woorden ingeven… weet je wel.
Het gesprek dus niet toe-eigenen, maar juist uit handen geven, en zelf gewoon instrument zijn van het gebeuren.

En dát geeft inderdaad vreugde, omdat je diep vanbinnen aanvoelt en weet dat het de zending van ieder christen is de goede boodschap uit te dragen doorheen woord en daad. Het is een vreugde als gevolg van het staan in Gods gloed, van je toevertrouwen aan het waaien van zijn Geest.

Laten we ons niet verschuilen achter een valse bescheidenheid, maar laten we vrijmoedig (vrij en moedig) ook eens over Jezus praten. Het kan je misschien verbazen, maar vele mensen – meer dan we doorgaans vermoeden – hebben ontzettend deugd aan zo’n gesprek, om de eenvoudige reden dat dergelijke gesprekken werkelijke dorstlessers zijn.

En er is veel dorst hoor.

Verkondiging… ook dat is Kerstmis.

Een zalige dinsdag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus,
geef ons die heilige moed af en toe over U te praten, zodat Gij Uzelf kunt openbaren doorheen het woord. Geef dat wij ons deze gesprekken niet zouden toe-eigenen maar ze juist in uw handen leggen, diep vertrouwend dat Gij in uw Geest ons de juiste woorden zult schenken zodat het goede gesprek kan plaatsvinden.
Kom heilige Geest.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.