28 dec – HH. Onschuldige Kinderen

Feest

Uit de eerste brief van Johannes 1, 5 – 2,2

Vrienden,
dit is wat wij Jezus hebben horen verkondigen en wat we u verkondigen: God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis. Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid. Maar gaan we onze weg in het licht, zoals Hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde. 
Als we zeggen dat we de zonde niet kennen, misleiden we onszelf en is de waarheid niet in ons. Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van al het onrecht dat wij bedrijven. Als we zeggen dat we nooit gezondigd hebben, maken we Hem tot een leugenaar en is zijn woord niet in ons.
Kinderen, ik schrijf u dit opdat u niet zondigt. Maar mocht een van u zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige. Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld.

Tussenzang: Ps 124, 2 + 3 + 4 + 5 + 7b + 8

Refr.: Onze hulp is de naam van de Heer.

Was de Heer niet voor ons geweest
toen de mensen zich tegen ons keerden,
ze hadden ons levend verslonden,
zo hevig was hun woede.

Dan had het water ons meegesleurd,
de stroom ons overspoeld,
wij zouden zijn overspoeld
door het ziedende water.

Het net is gescheurd en wij,
wij zijn ontkomen.
Onze hulp is in de naam van de Heer,
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Vers voor het evangelie

Alleluia.
U, God, loven wij.
U, Heer, prijzen wij.
U looft het koor der martelaren.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Matteüs 2, 13-18

Na het vertrek van de magiërs verscheen er aan Jozef in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Maak je gereed en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte. Blijf daar tot ik je weer roep, want Herodes is naar het kind op zoek en wil het ombrengen.’ Jozef maakte zich gereed en week nog diezelfde nacht met het kind en zijn moeder uit naar Egypte, waar hij bleef tot de dood van Herodes. Zo moest in vervulling gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen.’
Toen Herodes begreep dat hij door de magiërs misleid was, werd hij verschrikkelijk kwaad, en afgaande op het tijdstip dat hij van de magiërs had gehoord, gaf hij opdracht om in Betlehem en wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger om te brengen. Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jeremia: ‘Er klinkt een stem in Rama, geween en luid geklaag. Rachel beweent haar kinderen en wil niet worden getroost, want ze zijn er niet meer.’

Van Woord naar leven

DE EERSTE MARTELAREN
(Bij Mt 2, 13-18)

Vandaag moeten we het jammer genoeg hebben over onschuldige kinderen die in naam van wereldse tirannie werden, en worden, afgeslacht. Godgeklaagd!

Het is goed om – midden in deze feestperiode – ook stil te staan bij de historische gebeurtenis die zich destijds heeft afgespeeld daar in Betlehem en omstreken. Dit gegeven is namelijk óók evangelie. Het gaat hier over vergoten onschuldig bloed, een voorafbeelding van wat er binnen een kleine dertig jaar stond te gebeuren op Calvarie.
Eergisteren merkte iemand op de blog ‘Van Woord naar leven’ op dat deze onschuldige kinderen eigenlijk de eerste martelaren zijn, lang voor de heilige Stefanus de dood vond door steniging. En dat is inderdaad zo.

Laten we vanuit de gebeurtenissen daar in Betlehem destijds eens kijken naar ons eigen hart. Is daar iets te bespeuren van een soortgelijke tirannie? En dan gaat het er niet om dat we kindermoordenaars zouden zijn, maar wel om het feit dat we missschien niet kunnen verdragen dat God met iets bezig is rondom ons. Zoals Herodes het niet kon verkroppen dat er een nieuwe ‘Koning’ zou geboren zijn. Hij wist niet wat hij deed … de arme ziel.

God is rondom ons soms méér bezig dan we denken. Blindheid, jaloezie, angst, onverschilligheid, … zijn zaken die ons vaak in de weg staan om de werkzaamheid van God in anderen, en in onze omgeving, te kunnen zien. Laat staan haar te waarderen, te stimuleren of er zelfs voor te kiezen om mee in die boot te stappen. Jammer genoeg blijven we dan dikwijls aan de kant staan, hebben angst voor mogelijk engagement, hebben schrik uit onze comfortzone te moeten treden.

In wezen gaat het over de angst onszelf te verliezen. Konden we maar de diepe vrede en vreugde bevroeden die we zullen ervaren na ons volledig te hebben toevertrouwd aan de Heer. Het zal een heus paasfeest worden; in onszelf, zoals dat ook zal zijn rondom ons.

Als God met iets bezig is dan gaat het over liefde. Meewerken met Hem is je engageren in die liefde. Christen zijn is achter Gods plan staan en je als arbeider in zijn wijngaard aanbieden. Je bewust niet engageren is eigenlijk zonde. Het is ‘nee’ zeggen tegen de Geest die je hart zo graag in beweging wil zetten richting Pasen.

Vandaag de dag zijn er veel mensen die zich vervelen, mensen die niet weten wat te doen, die met veel vrije tijd zitten en soms tot ’s middags in hun bed liggen met de vraag ‘Waarom zou ik opstaan?’ Met alle respect voor ieders persoon moeten we dit merkwaardig blijven vinden. Er is zóveel werk in onze samenleving. Er zijn zóvele goede initiatieven die smachten naar mensen die zich engageren. Doorheen ál die mooie initiatieven snakt God als een bedelaar naar mensen die mee met Hem en anderen ‘ja’ zeggen; ‘ja’ op het goede, ‘ja’ op de liefde.
Het is alsof onze samenleving te kampen heeft met verlies aan gemeenschap en solidariteit. Een merkwaardige en bedenkelijke evolutie in deze tijden waar de wereld toch steeds meer één groot dorp wordt.

Wat heeft dit nog te maken met het verhaal van de onschuldige kinderen? Wel, de tirannie die het hart van Herodes beheerste, heeft ook soms ons te pakken. We doden dan geen kinderen, maar we doden de mogelijkheid de Heer te ontvangen in de vele kerstkribben die zich in deze wereld aanbieden. En daarmee doden we de mogelijkheid tot het uitbouwen van Gods Rijk. We doden het in onszelf, we doden het voor anderen.

Het is kersttijd. Een vreugdevol gebeuren. Maar jammer genoeg hangen er dikwijls donkere wolken boven de stal. En het wordt hoogtijd dat de hemel boven de stal weer opklaart. We moeten niet wachten tot de weerman- of vrouw beter weer aankondigt. Dat beter weer maken wij zelf, door ons te engageren in de liefde. Laten we met z’n allen onze verantwoordelijkheid nemen, zowel wat betreft ons daadwerkelijk engagement alsook wat betreft ons ‘bidden voor’; ieder naar zijn mogelijkheden en met zijn talenten.

Mogen de evangelies handen en voeten krijgen in ons dagelijks leven.

Laten we bidden

Vader,
geef dat niet wereldse tirannie
ons mag leiden,
maar enkel uw levende Liefde in ons.
Ter opbouw van Kerk en samenleving.
Door Christus,
onze Broeder en Heer.
Amen.

Moge er vrede zijn in deze wereld.
Een mooie donderdag.
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.