29 sept – HH. Michaël, Gabriël en Rafaël, aartsengelen

Feest – eigen lezingen

‘Zegen de Heer alle engelen, die zijn Woord doen en zijn Woord verstaan!’ Dat betekent dat ze niet hun eigen woorden spreken, niet luisteren naar wat ze elkaar te zeggen hebben, maar dat ze luisteren naar wat God zegt. Daar gaat hun wezen in op. Engelen van God, die het Woord van God beluisteren en uitvoeren in de dienst van God. Stel je eens voor dat je in je leven nooit woorden spreekt die uit jezelf voortkomen, maar dat je alleen woorden spreekt die je gehoord hebt van een ander. Dat is bijna ondenkbaar. Toch is dat wat de engelen bezielt. Hun leven bestaat uit het luisteren naar en het doen van het Gods Woord. Daarin gaan ze onder, daarin verliezen ze hun eigen gezicht. Zij hebben dan ook geen eigen gezicht, want als ze worden afgebeeld, zien ze er allemaal hetzelfde uit. Engelen zijn engelen van God. Dát is hun identiteit. Ze zijn van Godswege gezonden, zoals de engel Gabriël, Michaël en Rafaël.

Uit het boek Apocalyps 12, 7-12a

De Satan is ten val gebracht.

Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand maar werden verslagen; sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid. 
Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: ‘Nu zijn de redding, de macht en het koningschap van onze God werkelijkheid geworden, en de heerschappij van zijn messias. Want de aanklager van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht bij onze God aanklaagde, is ten val gebracht. Zij hebben hem dankzij het bloed van het lam en dankzij hun getuigenis overwonnen. Met de dood voor ogen hechtten ze niet aan het leven. Daarom: juich, hemel, en jullie die daar wonen!


Psalm 138, 1-5

Refr.: Heer, voor U wil ik zingen.

Ik wil U loven met heel mijn hart,
voor U zingen onder het oog van de goden,
mij buigen naar uw heilige tempel,
uw Naam loven om uw liefde en trouw.

Grote dingen hebt U beloofd,
tot eer van uw Naam.
Toen ik U aanriep, hebt U geantwoord,
mij bemoedigd en gesterkt.

Laten alle koningen op aarde U loven, Heer,
zij hebben de beloften uit uw mond gehoord.
Laten zij de wegen van de Heer bezingen:
Groot is de majesteit van de Heer.


Vers voor het evangelie (Ps 103, 21)

Alleluia.
Prijs de Heer, hemelse machten,
dienaren die doen wat Hem behaagt.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Johannes 1, 47-51

De eerste leerlingen van Jezus trokken anderen aan. Maar beslissend voor de geloofsovergave blijft, zoals bij Natanaël, de ontmoeting met de Heer zelf. Hij ervaart doorheen de menselijke gestalte van Jezus iets veel diepers en wordt erdoor getroffen, zodat hij anders gaat denken en leven. Wie zich bekeert tot Jezus zal de hemel open zien en Gods glorie aanschouwen.

Jezus zag Natanaël aankomen en zei: ‘Dat is nu een echte Israëliet, een mens zonder bedrog.’
‘Waar kent U mij van?’ vroeg Natanaël.
Jezus antwoordde: ‘Ik had je al gezien voordat Filippus je riep, toen je onder de vijgenboom zat.’ 
‘Rabbi,’ zei Natanaël, ‘U bent de Zoon van God, U bent de koning van Israël!’ 
Jezus vroeg: ‘Geloof je omdat Ik tegen je zei dat Ik je onder de vijgenboom zag zitten? Je zult nog grotere dingen zien.’ 
‘Werkelijk, Ik verzeker jullie,’ voegde Hij eraan toe, ‘jullie zullen de hemel geopend zien, en de engelen van God zien omhooggaan en neerdalen naar de Mensenzoon.’

Van Woord naar leven

Vandaag gedenkt de Kerk de heilige aartsengelen Machaël, Gabriël en Rafaël. Het boek Openbaring helpt ons hun belang in Gods plan van liefde te begrijpen. De Openbaring gebruikt figuurlijke taal om een strijd te tonen tegen de draak, het symbool van het kwaad, ‘de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt’. Het is het kwaad van de verdeeldheid dat ook vandaag nog in de wereld werkzaam is door mensen tegen elkaar op te zetten.

Tegenover dit kwaad zijn er de engelen, wier naam afkomstig is van het Griekse angelos, wat ‘gezondenen’ betekent. Zij strijden onophoudelijk tegen het kwaad en overwinnen het. Zij herinneren ons eraan dat er tegenover de kracht van het kwaad, dat soms zo machtig lijkt, een kracht van het goede is, opgewekt door Gods liefde. Hun wapens zijn ‘het bloed van het lam’ en ‘hun getuigenis’; het woord van de vele leerlingen van Jezus die in de geschiedenis de strijd tegen het kwaad zijn aangegaan en vaak hun leven daarvoor geofferd hebben.

Als wij vandaag de heilige aartsengelen gedenken, worden wij opgeroepen om deel te nemen aan deze strijd met de wapens van gebed en liefde die de engelen ons aanreiken. Ieder van ons kan een ‘engel’ zijn die het kwaad in de wereld aanklaagt en het goede ondersteunt.

Naar woorden van Vincenzo Paglia

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
wonderbaar is uw voorzienigheid; engelen en mensen hebt Gij tot uw dienst geroepen. Wij vragen dat zij die bij U in de heerlijkheid aanwezig zijn en U dienen als de Allerhoogste, bij ons de boden van uw vreugde zijn, de bewaarders van uw vrede.
Door onze Heer Jezus Christus, die met U en de heilige Geest, leeft en heerst tot in de eeuwen der eeuwen.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.