2e paaszondag – Beloken Pasen – B

Uit de Handelingen van de Apostelen 4, 32-35

Allen die tot geloof gekomen waren, leefden eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk.
De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk.
Niemand onder hen leed gebrek: wie een stuk grond of een huis bezat, verkocht het, bracht de opbrengst naar de apostelen en legde die aan hun voeten neer, waarna het geld naar behoefte onder de gelovigen werd verdeeld.

Tussenzang: Uit ps 118

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Breng dank aan de Heer, want Hij is goedgunstig, barmhartig is Hij altijd.

Herhaal het stammen van Israël,
eindeloos is zijn erbarmen.
Herhaal het zonen van Aäron,
eindeloos is zijn erbarmen.
Herhaal het, dienaren van de Heer,
eindeloos is zijn erbarmen.

De Heer greep in met krachtige hand,
de hand van de Heer heeft mij opgericht.
Ik zal niet sterven maar blijven leven,
en alom verhalen het werk van de Heer.
Geslagen, getuchtigd, heeft mij de Heer,
maar niet ten dode gedoemd.

De steen die de bouwers hebben versmaad,
die is tot hoeksteen geworden.
Het is de Heer, die dit heeft gedaan,
een wonder voor onze ogen.
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt,
wij zullen hem vieren met blijdschap.

Uit de eerste brief van Johannes 5, 1-6

Dierbaren,
ieder die gelooft dat Jezus de christus is, is uit God geboren, en ieder die de Vader liefheeft, heeft ook lief wie uit Hem geboren zijn.
Dat wij Gods kinderen liefhebben weten we doordat we God liefhebben en zijn geboden naleven. Want God liefhebben houdt in dat we ons aan zijn geboden houden.
Zijn geboden zijn geen zware last, want ieder die uit God geboren is, overwint de wereld. En de overwinning op de wereld hebben wij behaald met ons geloof. Wie anders kan de wereld overwinnen dan iemand die gelooft dat Jezus de Zoon van God is?
Hij, Jezus Christus, is gekomen door water en bloed – niet door het water alleen, maar door het water en het bloed. En de Geest getuigt ervan, omdat de Geest de waarheid is.

Vers voor het evangelie (Joh 20, 29)

Alleluia.
Omdat je Me gezien hebt, geloof je,
zegt de Heer.
Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Johannes 20, 19-31

Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; uit angst voor de Joden hadden ze de deuren op slot gedaan.
Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie!’
Na deze woorden toonde Hij hun zijn handen en zijn zij.
De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen.
Nog eens zei Jezus: ‘Vrede zij met jullie! Zoals de Vader Mij heeft uitgezonden, zo zend Ik jullie uit.’
Na deze woorden blies Hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’

Een van de twaalf, Tomas (dat is Didymus, ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus kwam.
Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’

Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij.
Terwijl de deuren op slot zaten, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Vrede zij met jullie!’ zei Hij, en daarna richtte Hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’
Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’
Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’

Jezus heeft in het bijzijn van zijn leerlingen nog veel meer tekenen verricht, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leven ontvangt door zijn naam.

Van Woord naar leven

TOMAS’ BEKERING: GELOOF IN BARMHARTIGHEID

Onderstaande overweging is van de hand van aartsbisschop Vincenzo Paglia

Deze tweede paaszondag is gewijd aan Gods barmhartigheid. Hij werd ingesteld door Johannes Paulus II op aanwijzing van de Poolse Faustina Kowalska, een religieuze die sinds 1931 de devotie voor Gods barmhartigheid verspreidde. Het waren verschrikkelijke tijden voor Europa, dat op de drempel van de Tweede Wereldoorlog stond, en deze zuster begreep de nood die er was aan barmhartigheid. Ze drong erop aan dat de zondag na Pasen werd gewijd aan de barmhartigheid. Ze zei: ‘In de dood en de opstanding van de Heer heeft Gods barmhartigheid haar hoogtepunt, haar vervulling bereikt.’

Het evangelie volgens Johannes neemt ons mee naar de avond van Pasen en naar de avond acht dagen later. Elke zondag keert de Verrezene weer onder zijn leerlingen. Ze hadden moeite om Hem te herkennen, zoals ook ons zo vaak overkomt, benomen als we zijn door onszelf, door onze gedachten en door onze hardvochtigheid.

De verrezen Jezus toont de wonden van zijn lichaam. Dat is het teken dat de ogen van de leerlingen opent. De verrezen Jezus is getekend door wonden. Als een verwijzing naar de vele gekruisigden tot op vandaag. Hij, de barmhartige, laat zich verwonden door de schreeuw van de armen. Met zijn verrijzenis neemt Hij de wonden van de mensen op in zijn eigen lichaam. Zo is het ook voor de kerk: een gemeenschap van leerlingen die door de Verrezene is gezonden om te vergeven, om te genezen, om het hart te ontwapenen.

Dat is de weg van barmhartigheid die de Heer onophoudelijk blijft bewandelen. Acht dagen later keert Hij terug, komt onder ons en spreekt ook tot dat deel van Tomas dat in het hart van ieder van ons aanwezig is. Jezus herhaalt de vredesgroet: ‘Vrede met u’. En Hij wendt zich onmiddellijk tot Tomas en nodigt hem uit om zijn wonden met diens handen aan te raken. Hij voegt eraan toe: ‘Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Daarop belijdt Tomas zijn geloof: ‘Mijn Heer, mijn God.’ Het ‘gezien hebben’ duidt op een intense blik die het mysterie van dat doorboorde lichaam begrijpt. Dit is het fundament voor de generaties die zich vanaf dat moment tot vandaag bij de groep van elf zullen voegen.

Wat betekent het de gelukzaligheid van het geloof zonder te zien? Het verhaal van Tomas suggereert dat het geloof vanaf dat moment niet meer voortkomt uit het zien van Jezus zoals de apostelen Hem zagen, maar uit het luisteren naar het evangelie en uit het aanraken van de wonden van het verrezen lichaam van Jezus.

Laten we bidden

Heer Jezus,
help ons om de wonden van anderen
te zien en te genezen,
zoals U dat deed met uw eigen lichaam.
Laat ons groeien door het luisteren naar uw evangelie
en door U te ontmoeten in het gebrokene,
met het aanraken van uw wonden.
In uw naam.
Amen.

Geliefde mensen, moge onze harten worden verlicht door de liefde van Jezus, zodat we zijn wonden kunnen zien in anderen, en hen met dezelfde tedere zorg en genezing kunnen omhelzen zoals Hij het ons getoond heeft.
Een mooie zondag.
Met een genegen groet,
kris


Vragen om mee op weg te gaan

Welke rol speelt het aanraken van de wonden van Jezus in het versterken van mijn geloof en begrip van zijn barmhartigheid?

Op welke manieren kan ik de barmhartigheid van God belichamen door mij  toe te wijden aan het verzorgen van de gekwetsten in onze samenleving?


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.