31 dec – binnen het kerstoctaaf

Uit de eerste brief van Johannes 2, 18-25

Johannes werd geconfronteerd met gedoopten, die reeds in het jonge christendom ontrouw geworden zijn aan de Heer. Zij hebben de geloofsgemeenschap verlaten. Echt geloven in de Heer veronderstelt verbondenheid met de gemeenschap die in Hem gelooft.

Vrienden,
het laatste uur is aangebroken. U hebt gehoord dat de antichrist zal komen. Nu al treden er veel antichristen op, en daardoor weten we dat dit het laatste uur is. Ze zijn uit ons midden voortgekomen maar ze hoorden niet bij ons, want als ze werkelijk bij ons hadden gehoord, zouden ze bij ons gebleven zijn. Maar het moest aan het licht komen dat niemand van hen bij ons hoorde.
U echter bent gezalfd door de Heilige, u allen weet dat. Ik schrijf u niet omdat u de waarheid niet zou kennen, maar juist omdat u die kent en omdat uit de waarheid nooit een leugen voortkomt.

Psalm 96, 1 + 2 + 11 + 12 + 13

Refr.: De hemel straalt en de aarde jubelt.

Zing voor de Heer een nieuw lied,
zing voor de Heer, heel de aarde.

Zing voor de Heer, prijs zijn Naam,
verkondig van dag tot dag dat Hij ons redt.

Laat de hemel verheugd zijn, de aarde juichen,
de zee bruisen en alles wat daar leeft.

Laat het veld verblijd zijn en alles wat daar groeit,
laten alle bomen jubelen voor de Heer.

Want Hij is in aantocht,
in aantocht is Hij als rechter van de aarde.

Rechtvaardig zal Hij de wereld berechten,
de volken oordelen, trouw aan zijn woord.

Uit het evangelie volgens Johannes 1, 1-18

Johannes benadrukt de kern van ons geloof: God heeft zich aan de mensen gegeven in zijn scheppend, menswordend en levengevend Woord. Het Woord is vlees geworden, mens zoals alle mensen. Dat woord kan men aanvaarden, of verwerpen. Zowel in de schepping, menswording als in Jezus’ leven is duidelijk dat Gods liefde het laatste woord is.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.
In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam.
Het Woord was in de wereld, de wereld is door Hem ontstaan en toch kende de wereld Hem niet. Hij kwam naar wat van Hem was, maar wie van Hem waren hebben Hem niet ontvangen. Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.
Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.
Van Hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want Hij was er vóór mij!”’
Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen.
Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen.

Van Woord naar leven

‘Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid’, zo lezen we vandaag in het evangelie.

Lieve mensen, ik zou u willen uitnodigen om van deze laatste dag van het jaar een dag te maken getekend door diepe dankbaarheid, en wel om datgene wat we in dit citaat lezen en deze dagen gedenken en vieren: de menswording van God in Jezus. Christus is zo’n groot geschenk voor de mensheid!! We kunnen ons daar niet genoeg bewust van zijn.

‘Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt’, zo lezen we vandaag. Ja, we zijn positief besmet met zijn goedheid. In die zin kunnen en mogen wij delen in Gods goedheid voor de mensheid, door deelgenoot te worden aan Christus’ liefde voor allen. Wat een eer, wat een genade!

Laten we deze genade waardig dragen, en wel door ‘ja’ te zeggen. Ons ‘ja’ leggend in het ‘ja’ van Jezus tot de Vader. Mogen we alzo Gods Blijde Boodschap zijn voor elkaar, mekaar besmettend met Gods goedheid, diep verbonden met de hele christengemeenschap en ver daarbuiten.

Door Christus’ inwoning zijn we immers in staat ieder ander graag te zien. Maar laten we dit vooral niet wollig verstaan. Christelijke liefde vraagt keuze, engagement, uit jezelf treden, om ingetreden in Christus, ieder ander te beminnen, en wel zoals de Heer, en vanuit de Heer.

Laat ons het komende jaar heel bewust kiezen voor deze weg.

En laten we vandaag het jaar 2020, ondanks de vele lastigheden waarmee we te kampen kregen, afsluiten in diepe dankbaarheid; dankbaar om God die Mens geworden is in en onder ons.

Een mooie jaarwissel voor ieder van u.

kris

Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God,
geef dat wij er mogen zijn voor U, zoals Gij er in Christus zijt voor ons. Trek ons in de brand van uw liefde, maak ons innig één met U, opdat wij vanuit Christus mogen doen wat wij te doen hebben. Schenk ons de genade dat het jaar 2021 een beslissing mag zijn voor U, 365 dagen lang.
Om deze genade bidden wij U, door Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.